Geduld is niet mijn sterkste kant. Dus dit jaar geldt ook: gas blijven geven! De eerste prioriteit is personeel binnenhalen, opleiden en binnenhouden. Het is zaak de instroom te vergroten door creatief te zijn. Aansluitend is het zaak mensen goed op te leiden; binnen ons bedrijfsplan heeft dat de hoogste prioriteit.
Ook door hun goede opleiding is ons personeel gewild. Dus is het lastig om mensen te behouden. Een goede CAO, bindingspremies en een hoger belonings- en saamhorigheidsbudget moeten wèl blijven aantrekkelijk maken. Ook een meer leeftijdscategorie-gerichte benadering moet vruchten afwerpen. Een andere manier van omgaan met de jongste categorie (fase 1 en 2), de tussencategorie (30 tot 45/50 jaar oud) en de laatste fase van de carrière. Iedere categorie verdient een benadering die past bij de betreffende levensfase.
Wat voor iedereen belangrijk is: meer rust in de tent. Waar mogelijk moeten regelmaat en voorspelbaarheid de boventoon voeren binnen het Operationeel Jaarplan. Streven naar een goede balans tussen hard werken en goed ontspannen is ook zeer belangrijk. Denk aan aantrekkelijkere vaarprogramma’s met mooie havenbezoeken. In het geval van de marinierseenheden zijn de 'witte’ weken heilig, zodat de mensen na zware inspanningen écht rust krijgen. De bedoeling is de geborgenheid en herkenbaarheid binnen onze eenheden terug te brengen. Daarom krijgen commandanten meer ondersteuning, op het gebied van personeel, opleidingen, planning en bedrijfsvoering. Zo kan de commandant terugkomen in zijn kracht als hoogste leidinggevende binnen de eenheid.
We weten vaak wel wat er speelt op de werkvloer, maar kennelijk lukt het onvoldoende om dat met elkaar te delen. Ik pleit dan ook voor meer technische hulpmiddelen, zoals een eigen E-device voor iedereen. Zo kunnen we onze onderlinge nieuwsvoorziening effectiever inzetten. Bij dit streven, maar ook voor andere belangrijke onderwerpen, wil ik mijn oor te luisteren leggen bij de jonge generatie, met de frisse blik. Zelf denk ik aan een millenials-platform dat je kunt aanpingen voor advies.
Natuurlijk hecht ik ook sterk aan onze door de wol geverfde, oudere werknemers. Veel van hen vind je binnen de Directie Materiële Instandhouding. Over een aantal jaren zijn veel van deze uiterst ervaren krachten met pensioen. Hoewel er jonge aanwas is, moet ook intensievere samenwerking met de industrie uitkomst bieden, voor wat betreft onderhoud en instandhouding van ons materieel. Uitgangspunt blijft: doorgaan met het herstel van materiële gereedheid en het realiseren van onze nieuwbouwplannen.
‘Handel met de juiste intentie en op een integere manier, dan zit je altijd goed’
Met deze plannen gaat het gelukkig de goede kant op. Het Combat Support Ship, Zr. Ms. Den Helder, zal in 2023 in de haven liggen. Rond de vervangers van de 4 huidige onderzeeboten verwacht ik dat er tussen nu en half 2019 wezenlijke besluiten genomen worden. Onze 2 M-fregatten gaan zeer waarschijnlijk naar Chili; één rond eind 2024, de ander in 2027. Vice-admiraal De Waard (D-DMO) heeft tijdens zijn bezoek aan Chili een Letter Of Intent (LOI) getekend als beginpunt voor verdere onderhandelingen. Uiteraard gaan we pas definitief afstoten als we zelf nieuwe capaciteit in de haven hebben liggen. Zowel de nieuw te bouwen multifunctionele fregatten (MFF) als mijnenbestrijdingsvaartuigen (MBV) kunnen we samen met de Belgen binationaal bemannen.
We blijven dit jaar doorgaan met samengesteld opwerken in het hoogste geweldsspectrum. Zoveel mogelijk de eenheden tegelijkertijd op zee, het liefst ‘blauw/groen’ samengesteld. Focus hierbij is het opwerken voor de Amphibious Task Group 2020 van de NAVO. Daar hoort onderzeebootbestrijding natuurlijk bij. Laten we niet de fout maken door op dit gebied straks de aansluiting te missen bij wat er in de noordelijke Atlantische Oceaan gebeurt en wat ons daar in de toekomst te wachten staat. Onze kennis en ervaring dienen op een hoog niveau te blijven, ook met het oog op de overgang naar de nieuwe MFF’s.
Dan het Korps Mariniers. De zogenoemde ‘Keten’ heeft zonder meer een enorme kwaliteitsimpuls gegeven aan het optreden tot en met niveau 3 (Troop). Dit is echter ten koste gegaan van de niveaus 4 (Squadron) en vooral niveau 5 (Marine Combat Group). Het is nu zaak de balans te herstellen en de niveaus 4 en 5 meer aandacht te geven. We moeten in staat zijn om op niveau 5+, dus een MCG met joint enablers, op te treden in de hoogste delen van het geweldspectrum. Naast niveau 5+ ligt de focus bij de gereedstelling met voorrang bij amfibisch optreden en Mountain & Arctic Warfare. In het hoge Noorden kunnen we dan met deze niche capaciteiten een belangrijke en goed zichtbare rol spelen in het gezelschap van prominente partners, waaronder de UK Royal Marines en het US Marine Corps.
Verder hebben we de intentie om, sinds lange tijd, weer een wereldreis om de Oost te maken die we in 2021 met Belgische en Nederlandse schepen willen gaan maken. Het opwerken van de expeditionaire eenheden staat daarbij centraal, maar ook in geopolitiek opzicht is zo’n reis zeer interessant.
Bij alles wat ik genoemd heb reken ik op mission command bij de keuzes die u maakt. Handel met de juiste intentie en op een integere manier, dan vindt u mij altijd aan uw zijde, ook als het een keer tegenzit! Ontplooi initiatieven, probeer dingen, experimenteer, pak de ruimte die er is. Zo, en alleen zo, zijn we het beste voorbereid op datgene wat we ultimo moeten kunnen – vechten en winnen.
Vice-admiraal Rob Kramer
Commandant Zeestrijdkrachten