Tekst André Twigt
Foto John van Helvert

...maar Inspectie Leefomgeving en Transport blijft waakzaam

Het duurt nog enige tijd voordat de marine helemaal in het reine is met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Maar met gepaste trots meldt kapitein-luitenant ter zee (TD) Rob van Scherpenzeel dat het verscherpt toezicht – waaraan de inspectie de marine in Den Helder in 2016 onderwierp – van de baan is. Van de 105 geconstateerde omissies zijn er inmiddels 104 weggestreept. Dat is een felicitatie waard.

Een kleine felicitatie dan, want de marine is zeker nog niet van de inspectie af. Op detailniveau blijft zij het grijze krijgsmachtdeel aandachtig volgen. Als uitvoerende tak van het ministerie van Milieu en Infrastructuur heeft de inspectie  volgens Van Scherpenzeel hiertoe het volste recht. Net als alle bedrijven in Nederland dient ook de Koninklijke Marine te voldoen aan de wetgeving op het gebied van milieu én evenzeer de brandveiligheid. Op die 2 punten rapporteerde het ILT zwaarwegende misstanden. Van Scherpenzeel vindt dat erg, maar: “Na 30 jaar bezuinigen is het niet zo vreemd dat de schoen ergens gaat knellen.”

KLTZ (TD) Rob van Scherpenzeel, stafofficier Veiligheid en Milieu.

‘We hebben veel dingen laten versloffen; het operationele vaarbedrijf moest doorgaan’

Versloffen

Een chronisch gebrek aan centen dwong de marine keuzes te maken. Daarin kreeg het bestrijden van wereldwijde brandhaarden voorrang op onder meer het tijdig laten keuren van brandmeldinstallaties in gebouwen en vertrekken. “We hebben veel dingen laten versloffen, maar dat was niet zonder reden; het operationele vaarbedrijf moest doorgaan.”
Gelukkig zijn de kaarten nu anders geschud. Nadat in 2016 een taskforce werd opgericht, waarbinnen Van Scherpenzeel de kar trok, staat de marine er weer een stuk beter voor. Hij en de medewerkers van zijn stafbureau Veiligheid en Milieu (onderdeel van de Directie Materiële Instandhouding) gingen zo gezegd ‘inhoudelijk aan de gang’. Na anderhalf jaar levert hun keiharde werken het benodigde resultaat op. 

Voor verf en oplosmiddelen verrezen ook achter de gebouwen van de Onderzee- en Mijnendienst toegepaste containers.

Bescherming

Onder meer zag de inspectie een groot veiligheidsrisico in drukhouders voorzien van vaak brandbare gassen, die niet waren voorzien van een bescherming tegen omvallen. Die voorzieningen zijn inmiddels aangebracht en ook worden gasflessen voortaan op de juiste manier opgeslagen. Datzelfde gebeurt met de vele brandbare vloeistoffen, waarvan verpakkingen soms achteloos op het terrein rondslingerden. Voor verf en oplosmiddelen verrezen ook achter de gebouwen van de Onderzee- en Mijnendienst toegepaste containers.
Tevens viel de ILT over de wijze waarop de marine uitvoering gaf aan ‘werken op hoogte’. Op dit gebied maakten de leden van het stafbureau eveneens de nodige vorderingen. Bij de Opslagcomplexen Brandstoffen en Chemicaliën Spitsbergen en Smeerenburg speelt nog wel een probleem met verouderde opslagtanks. Deze omissie krijgt volgens Van Scherpenzeel nu ook de nodige aandacht. 

Gasflessen zijn voortaan op de juiste manier opgeslagen.

Een scheepsromp overschilderen boven oppervlaktewater kun je zonder de nodige voorzorgen vergeten

Vooral mensenwerk

De nalatigheid van de marine strekte zich niet uit over louter materiële zaken. Rekenschap houden met het milieu is en blijft vooral mensenwerk. Dat niet iedereen dit tussen de oren had zitten, valt volgens Van Scherpenzeel het personeel niet helemaal aan te rekenen. Het wegsnijden van de interne veiligheids- en milieuorganisatie is er debet aan dat er vrijwel geen milieukennis meer over is. Gelukkig begint ook op dit gebied het tij te keren. Er is weer personeel in opleiding en recent zijn extra functies voor middelbaar veiligheidskundigen gepubliceerd. 

Haken en ogen

Achter de schermen investeert het stafbureau en de kazerne veel tijd in het actualiseren van de milieuvergunning, die voor de marine-terreinen geldt. Hieraan zitten haken en ogen, want de marine staat bol van de milieugerelateerde activiteiten. Een scheepsromp overschilderen boven oppervlaktewater kun je zonder de nodige voorzorgen tegenwoordig wel vergeten. “Als marine hebben we honderden van dit soort processen; die willen we allemaal tegen het licht houden”, aldus Van Scherpenzeel. 

De marine staat bol van de milieugerelateerde activiteiten.

Verantwoordelijk voelen

Ander ding is de zogenoemde borgingscyclus. Oftewel: hoe houd je de gewenste situatie in stand. “We moeten ervoor zorgen dat mensen zich voor het milieu verantwoordelijk gaan voelen.” Steun in de rug hierin zijn diverse gebruikersovereenkomsten met de verschillende operationele diensten op het haventerrein. Hierin staat precies wie voor welk deel van het terrein verantwoordelijk is, evenals voor hier gebezigde milieuactiviteiten.

Goede remedie

Waar Van Scherpenzeel persoonlijk veel in investeert, is de relatie met de ILT. In een sfeer van openheid en transparantie probeert hij de inspecteurs meer in een adviserende rol te brengen. Daarmee kunnen hij en de marine hun voordeel doen. “Die mannen zijn op detailniveau heel goed onderlegd en van hen kunnen we een boel leren. Samenwerken is een goede remedie om wantoestanden in de toekomst te voorkomen. Dit is volgens mij de aangewezen weg. Maar het belangrijkste om niet weer in dezelfde situatie te belanden is zelfinzicht”, waarschuwt Van Scherpenzeel. “We moeten als Commando Zeestrijdkrachten in staat zijn onze eigen fouten te zien. Alleen op die manier zijn we in staat om de boel op orde te houden en waar nodig te verbeteren. Het lopen van controlerondes en het houden van audits vormen de ruggengraat om dingen te verbeteren.”

“We moeten als CZSK-organisatie zelf in staat zijn onze eigen fouten te zien.”