Tekst Ingmar Kooman

Project Duurzaam Inzetbare Medewerker

x
V.l.n.r.: SGTMARNALG Patrick Makaske, LTZ 2OC (LD) Jeroen Quist en MATR 1 ODND Ian Jeffery. (Foto: John van Helvert)

Je hoeft geen marathon of Alpencol op je naam te hebben staan om je werk aan boord, in de marinehaven of op kantoor goed te kunnen uitvoeren. Maar als werkgever streeft de Koninklijke Marine wel naar duurzaam inzetbare medewerkers. 3 Helderse collega’s slaan de handen ineen om mensen daarbij te helpen.

SGTMARNALG Patrick Makaske: “Mensen willen wel sporten, maar weten vaak niet goed hoe ze het moeten aanpakken. Als sportinstructeur moet je mensen uitnodigen, ze warm maken. Steek overal je hand uit”. (Foto: John van Helvert)

‘Sport is geen redmiddel als je de rest van de dag stil zit’ – MATR 1 ODND Ian Jeffery

Gezond eten, voldoende bewegen. Iedereen zal beamen dat het belangrijk is, maar toch blijft het voor velen bij goede voornemens. Zo ook bij Defensie. Dat erkennen is de eerste stap naar duurzaam inzetbare medewerkers, maakt luitenant ter zee 2 OC (LD) Jeroen Quist duidelijk. “De mens is het belangrijkste wapensysteem aan boord.”

De doos met taart laten hij en collega matroos 1 ODND Ian Jeffery wijselijk onaangeroerd in de koffiekamer. Het gesprek gaat immers over voeding en sporten. Al plaatst Jeffery wel meteen een kanttekening. “Wij hebben het vooral over bewegen. We willen collega’s überhaupt meer in beweging krijgen.” Velen hebben tegenwoordig een zittend beroep, legt hij uit. Onlangs werd zitten al bestempeld als ‘het nieuwe roken’, een bron van allerlei kwalen. “Dus fiets naar je werk, kom uit die stoel en loop even langs bij je collega in plaats van een mailtje te sturen. Sport is geen redmiddel als je de rest van de dag stil zit.”

Zitcultuur

Waarom zou de marine zich druk maken over stilzittende collega’s? “Door regelmatig te trainen verhoog je gewoon de inzetbaarheid van mensen”, legt Quist uit. Sergeant van de mariniers Patrick Makaske licht dat nader toe. “Zo besteden we in de opleiding van FRISC-bemanningen extra aandacht aan rompspanningsoefeningen. Tijdens het varen met de snelle boten van dit type krijgt je lijf behoorlijke klappen. Door gericht te trainen voorkomen we rugklachten.”
Goed voor de medewerker, maar tegelijkertijd dus ook goed voor het bedrijf. Gewoon doen dus. Toch? De praktijk is weerbarstiger, bekent Makaske. “Ik merk dat we van een loop- en doe-cultuur overgaan in een zitcultuur. Mensen hebben problemen met grondvormen van bewegen, zoals bukken en knielen. Daar moeten we ze dus bij helpen, met gerichte training én voeding.”

“Tijdens het varen met de snelle boten van dit type krijgt je lijf behoorlijke klappen.” (Foto: MCD)

‘Door calorie- of vochttekort teer je keihard in op je inzetbaarheid’ - LTZ 2OC (LD) Jeroen Quist

“Dus fiets naar je werk, kom uit die stoel en loop even langs bij je collega in plaats van een mailtje te sturen.”

Cafeïneoverdosis

Want het drietal bepleit een totaalaanpak. Beweging, voeding en inzetbaarheid zijn nauw met elkaar verweven, vertelt Quist. “Als je tijdens je gevechtswacht in de commandocentrale een calorie- of vochttekort hebt, teer je keihard in op je inzetbaarheid.”

Maar wat eet of drink je dan? Een snelle reep, een energiedrankje? De waarheid is dat veel mensen geen idee hebben wat hun voeding met ze doet. Zo zorgt de cafeïneoverdosis in een energiedrankje weliswaar even voor een boost, maar daarna volgt ook weer een energiedip. “Toch willen we mensen niets opdringen of verbieden”, benadrukt Makaske. “We willen mensen bewuster maken van hoe ze bewegen of wat ze eten. Iemand in de commandocentrale verbruikt dagelijks zo’n 2.500 calorieën, maar een marinier in de wintertraining heeft meer dan 6.000 calorieën nodig.”

“Iemand in de commandocentrale verbruikt dagelijks zo’n 2.500 calorieën, maar een marinier in de wintertraining heeft meer dan 6.000 calorieën nodig.” (Foto: MCD)

Maatwerk belangrijk

“Maatwerk is ontzettend belangrijk”, vervolgt de sportinstructeur. “Zo bekijken we bijvoorbeeld samen met de diëtisten van het Centraal Militair Hospitaal wat je voor een bepaald dienstvak nou eigenlijk nodig hebt aan voeding.”

Duurzaam inzetbaar zijn is een gedeelde verantwoordelijkheid van de marine en de medewerker, benadrukt Jeffery. “Elk bemanningslid is ook hulpverlener. Als logistiekeling of TD’er moet je ook die brand kunnen aanvallen.” Dat betekent niet dat iedereen zo fit moet zijn als een marinier, stelt hij gerust. “Wel willen we collega’s duidelijk maken wat ze in hun functie nodig hebben aan voeding en specifieke training. Het is uiteindelijk aan de collega zelf om daar iets mee te doen.”

MATR 1 ODND Ian Jeffery (links): “Een mijnenjager is een klein schip, met beperkte kookmogelijkheden. Op de kazerne wordt grootschalig voedsel bereid. Groenten zijn soms te gaar en er is veel frituur. Maar als walplaatser kun je elders niet koken.” LTZ 2OC (LD) Jeroen Quist (rechts): “Op sportgebied hebben we alles in huis. Je mag in de tijd van de baas sporten en we hebben sportfaciliteiten waar ze in de burger jaloers op zijn”. (Foto: John van Helvert)

‘Ik wil mensen weer eager maken om te bewegen’ - SGTMARNALG Patrick Makaske

Drempel zo laag mogelijk

“We willen de drempel zo laag mogelijk maken om te starten met meer bewegen. Persoonlijke begeleiding is daarin steeds belangrijker”, zegt Quist. Makaske: “Ik heb een fitnesszaal met wel 50, 60 apparaten. Ik snap heel goed dat mensen geen idee hebben wat ze daar allemaal mee kunnen doen.”

Introductielessen zijn een manier om de kennis en vooral het enthousiasme te vergroten. Maar liever nog praat Makaske met de collega over zijn specifieke wensen. “Wil iemand af van zijn overgewicht? Weerhoudt een blessure hem of haar van sporten? Ik wil mensen weer eager maken om te bewegen.”

In het opwerktraject krijgen sporten en gezondere voeding extra aandacht. Zr. Ms. Van Speijk, draait hierin een pilot. (Foto: MCD)

Pilot Van Speijk

Ook heeft de projectgroep de handen ineen geslagen met Sea Training Command. In het opwerktraject krijgen sporten en gezondere voeding extra aandacht. Zr. Ms. Van Speijk, draait hierin een pilot. “Net zoals bemanningsleden in de opwerkfase SARC-1 leren een brand te bestrijden, zo zouden ze ook moeten leren sporten”, vindt Jeffery. “Of eigenlijk: dat ze het gaan zien als bewegen met voordelen.”

Fat corner

Daarnaast is het voedingsaanbod kritisch tegen het licht gehouden. “De menulijsten aan boord zijn al jaren hetzelfde”, weet Quist. “Samen met de cateringschool in Brugge ontwikkelen we nu een module Gezonde Voeding. Gebaseerd op richtlijnen van onze 2 diëtisten, zodat we in de wirwar van diëten 1 lijn uitdragen.”

Paresto heeft in bedrijfsrestaurant Meeuwennest al wat aanpassingen gedaan, op advies van de projectgroep. “Bij binnenkomst liep je gelijk tegen de fat corner aan”, schetst Makaske. “Nu is de balie-indeling veranderd en kun je ook kiezen uit gezonde maaltijden met verse producten.” Quist, ten slotte: “We willen collega’s niets door de strot duwen. We laten de keuze aan hen. Maar als bloemkool er lekker uitziet, dan eten mensen het ook. En dan mag er van tijd tot tijd ook best een kroket tussen zitten.”

“… mag van tijd tot tijd ook best een kroket tussen zitten.”