Tekst en foto's: LTZ 2OC (LD) Niels Noordstar
Joint Warrior brengt alles samen
“Joint Warrior is de kans om tweemaal per jaar internationaal te oefenen: grootschalig, met diverse klassieke en moderne dreigingen en relatief dichtbij Nederland”, aldus de commandant van de Maritieme Taakgroep, commandeur Kees Boelema Robertus. Dat de behoefte aan deze oefening groot is, blijkt wel aan het stevige aantal deelnemers. De landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk brengen in totaal meer dan 7.600 militairen, 28 schepen, 3 onderzeeboten en tientallen vliegtuigen en helikopters in.
De oefening geeft de deelnemende landen de kans om te trainen binnen een internationaal taakverband, een zogenoemde Combined Joint Task Force (CJTF). Dat hiervoor flink wordt uitgepakt is duidelijk. Zo passeert er een grote diversiteit aan realistische scenario’s de revue, uiteenlopend van crisis- en conflictsituaties, tot het bestrijden van terroristische en cyberaanvallen.
‘Dit bood de mogelijkheid om luchtverdediging, onderzeebootbestrijding, oppervlakte-oorlogsvoering en asymmetrische oorlogsvoering, vaak parallel, uit te voeren’
Sterke vertegenwoordiging
De internationale oefening duurde ruim 2 weken. Hoewel veel onderdelen van de oefening zich verspreid over Groot-Brittannië afspeelden, bevond de marine zich in het gebied ten noordwesten van Schotland. Met de inbreng van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten Zr. Ms. Tromp en De Ruijter, een NH-90 boordhelikopter, de onderzeeboot Zr. Ms. Bruinvis en de mijnenjagers Zr. Ms. Schiedam en Willemstad, was de Nederlandse inbreng in de Schotse wateren aanzienlijk. Aan boord van de Tromp was bovendien de Maritime Battle Staff (MBS) geëmbarkeerd. Onder het commando van Boelema Robertus, stuurde de MBS maritieme eenheden aan binnen de oefening.
Uitdagend oefengebied
“De Schotse wateren vormden een uitdagend oefengebied”, aldus de vlagofficier. “Dit bood de mogelijkheid om luchtverdediging, onderzeebootbestrijding, oppervlakte-oorlogsvoering en asymmetrische oorlogsvoering, vaak parallel, uit te voeren. Bovendien hebben de fregatten Tromp en De Ruyter walbombardementen met het scheepskanon kunnen uitvoeren, iets wat in de Nederlandse wateren niet mogelijk is. Ook voor de mijnenjagers bood het oefengebied kans om mijnenbestrijding te bedrijven ondanks het vaak matige weer. Naast de schepen, hadden we ook eenheden aan land. Zoals een team van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en een team met forward observers van het Korps Mariniers, ten behoeve van de eindgeleiding van vuursteun.”
‘Ondanks alle dreigingen die we moesten afwenden, hebben we onze missie kunnen volbrengen; dat schept vertrouwen voor als we daadwerkelijk worden ingezet.’
Conflict escaleert
Binnen het scenario waren Pastonia en Dragonia in een conflict verwikkeld dat steeds verder escaleerde, omdat Dragonia een steeds dreigender houding aannam. De Verenigde Naties vroegen daarop de Multi National Force (MNF) om Task Group 315.01 af te vaardigen, om stabiliteit in de onrustige regio te brengen. De Nederlandse fregatten vormden samen met 5 buitenlandse schepen deze taakgroep. De overige Nederlandse eenheden werden toegevoegd aan andere taakgroepen. De Standing NATO Maritime Group, een vergelijkbaar vlootverband onder Deense leiding, stoomde op namens Dragonia en hekelde de buitenlandse bemoeienis.
Vechten niet verleerd
Op zee tussen West-Schotland en de eilandengroep Hebriden bestookten beide vlootverbanden elkaar zogenaamd met raketten en kregen ze aanvallen en dreiging te verduren van kleine snel inkomende boten, verdachte vliegtuigen, piraten en mijnen. “De samenwerking was goed, eigenlijk als vanouds”, blikt kapitein ter zee Frank Lenssen, chef staf van de MBS, terug: “Na jarenlange eenzijdige inzet in internationale verbanden, zoals voor de antipiraterij-operatie ATALANTA, waren samenwerkingsverbanden in de klassieke maritieme oorlogsvoering een beetje naar de achtergrond geschoven. Dat pakken we nu weer op en – hoewel een beetje roestig – we zijn het vechten nog niet verleerd”.
Cyberaanvallen
Naast alle vormen van dreiging, van de kant van vijandelijke schepen, onderzeeboten en vliegtuigen, hadden de eenheden ook de handen vol aan cyberaanvallen en verstoringen van communicatieapparatuur en GPS-systemen. Cyber warfare is een relatief nieuw domein binnen Defensie, waardoor het goed was om dit ook te integreren binnen de oefening, vindt Boelema Robertus. “Een cyberaanval is iets waar we in de toekomst zeker rekening mee moeten houden. Tijdens Joint Warrior hebben we verschillende tegenmaatregelen kunnen nemen. Ondanks alle dreigingen die we moesten afwenden, hebben we onze missie volbracht en dat schept vertrouwen voor als we daadwerkelijk worden ingezet.”
Wordt vervolgd
Voor het najaar staat er een nieuwe Joint Warrior op het programma. Ook dan zullen de Maritime Battle Staff en meerdere varende eenheden van de Koninklijke Marine er bij aanwezig zijn.