Tekst KAP Arjen de Boer
Foto John van Helvert en eigen collectie afdeling Verminderd Zicht
Vaklui naar uitzendgebieden voor onderhoud kijkapparatuur
Een leger is zo goed als blind zonder moderne, optische instrumenten, zoals nachtkijkers en richtmiddelen. Geregeld onderhoud daaraan is uiteraard noodzakelijk. Hier komen de vakmannen van de afdeling Verminderd Zicht van de Directie Materiële Instandhouding om de hoek kijken. Van Den Helder tot Gao, Erbil en Mazar-e-Sharif. Ze komen overal.
Ontmoet Nico, Martin, Willem, René en Marco. Dit team van burgers is een stille kracht achter de missies van Defensie. Met gereedschapskoffers en reserve-onderdelen reizen zij de halve wereldbol rond voor hun werk. Hun motto: ‘Don’t come to us, we’ll come to you’.
Van kijkers tot lasers
Het 5-tal is expert op het gebied van moderne optieken; van nachtzichtkijkers op een special forces-helm tot de camera van een Goalkeeperkanon. Maar, de mannen van de afdeling Verminderd Zicht houden zich ook bezig met lasers en andere richtmiddelen. Stuk voor stuk essentieel gereedschap voor een modern leger, dat zonder zo goed als blind is. Het team van de Dienst Materiële Instandhouding (DMI) werkt dan ook Defensiebreed, niet alleen voor vloot en mariniers.
Nadruk op inspecties en klein onderhoud
Afghanistan 2004
Maar terug naar ‘Don’t come to us, we’ll come to you’. Deze werkwijze begon in 2004 in Afghanistan, vertelt Nico Woord (54). “Voor die tijd werden de spullen naar Nederland verstuurd; dat duurde dus weken vanwege de logistieke nachtmerrie.”
Ondertussen zaten de militairen zonder, of in ieder geval met minder, nachtkijkers en andere optieken. Een onwenselijke situatie, dus werd de werkwijze omgedraaid; de spullen gingen niet naar de Den Helder, maar de mannen reisden af naar het missiegebied. Veel efficiënter om inspecties en kleine reparaties uit te voeren.
Mali, Irak en Afghanistan
Sinds 2004 zijn er 25 van deze trips geweest naar uitzendgebieden, variërend van een week tot een maand. Hiervoor worden de mannen tijdelijk gemilitariseerd en MBV-opgeleid. Dit jaar is nu al uniek qua dienstreizen, want vanaf eind januari pakten 3 teams van telkens 2 experts het vliegtuig richting 1 van de 3 grote missies die Nederland draait.
Willem en René gingen naar Mali voor de nachtkijkers van de Chinookpiloten. Martin en Marco reisden in februari af naar Afghanistan, waarna Martin samen met Nico naar Irak vlogen.
Lekkende batterijen
“Stof is in de missiegebieden een veelvoorkomend probleem voor de apparatuur”, vertelt Marco Mosselman (33) die zijn eerste werkbezoek aan een missiegebied meemaakte. “Verder komen we lekkende batterijen tegen of bijvoorbeeld afgebroken hendeltjes.” Maar af en toe, merken de mannen, worden de apparaten als hamers gebruikt. Dan staan de afdrukken van spijkers of tentharingen in het metaal.
Soms is het improviseren
Klein onderhoud
Met minimale middelen voeren de mannen inspecties en kleine reparaties uit. “Vaak is er wel een mobiele werkruimte met airco en alles”, zegt Willem van Oosten (49). “Maar grote reparaties kunnen we niet doen, dan moet het spul terug naar Nederland.” Martin Oostenbrink (49): “In Den Helder hebben we stofkasten en specialistische apparatuur. In missiegebied doen we ons werk vaak in een ruimte die niet superschoon is. Dus blijft het bij klein onderhoud.”
‘Geen Center Parcs’
Soms is het behelpen, maar de dienstreizen maken dit werk interessant, vindt Marco. En hoewel ze niet in de frontlinie staan, beseffen ze dat het ‘geen Center Parcs’ is, zoals René de Vrij (34) het noemt. Maar van echt gevaar is onlangs niets gebleken. Dat was in Tarin Kowt en Kandahar wel anders, blikt Nico terug. “Toen hebben we veel raketaanvallen meegemaakt. Sommige projectielen hoorden we steeds dichterbij inslaan; dat is heftig.”
Kleine mankementen
Voorlopig is het klaar met de dienstreizen naar missiegebieden. Maar in een ideale wereld zou zo’n inspectietournee jaarlijks moeten gebeuren, vindt Nico ten slotte. “Dat hebben we ook teruggekoppeld aan de Dienst Operaties in Den Haag” “Want er sluipen toch kleine mankementen in de apparatuur”, vult René aan. “Precies”, zegt Nico. “Na een jaar is echt noodzakelijk om de spullen te controleren op defecten. Zo kunnen we kwaliteit waarborgen.”