Tekst Henny de Boer
Foto SGT-1 Eva Klijn | Video: SMJRBDAV Dave de Vaal

18 raketten de lucht in tijdens internationale oefening Mjoelner

Wel vaker lanceerden de luchtverdedigers van de Koninklijke Marine raketten van de types Evolved NATO Sea Sparrow (ESSM) en Standard Missile-2 (SM-2). Veel minder kwam het voor dat het anti-scheeps projectiel Harpoon een lanceerbuis verliet. Dat gebeurde onlangs wel tijdens de internationale oefening Mjoelner bij Noorwegen. Het beste nieuws: de wapens zijn succesvol ingezet in een tactische setting én in internationaal verband, met een veelheid aan bovenwater wapensystemen.

x
Technisch specialist KPLTD Brian van Wijk controleert een klep op het voordek voor de lancering van een raket.
Een schutter schiet met een .50-mitralleur op een ‘vijandig’ speedbootje.

In het noorden van Noorwegen trainde de Nederlandse oefenleiding onlangs luchtverdedigers uit Denemarken, Noorwegen, België en Nederland zelf. Dat gebeurde vanaf het Luchtverdedigings- en Commandofregat Zr. Ms. De Ruyter. Doelen werden niet alleen met raketten uitgeschakeld, maar ook met mitrailleurs, zoals in het geval van ‘vijandige’ speedboten. Het Goalkeeper-snelvuurkanon schoot op zijn beurt vliegtuigjes in de vorm van drones uit de lucht. 

De oefening vond duidelijk plaats in het hoogste geweldsspectrum. “Het was ‘train as you fight’; de dichtst mogelijke benadering van de realiteit”, aldus luitenant ter zee 1 Geert van der Bij van het Maritime Warfare Centre (MWC) van CZSK. “Daarbij gebeurde alles op een veilige en gecontroleerde manier. Én we hebben alle data weten op te vangen voor analyse, overigens zonder dat de scheepsbemanningen daar hinder van ondervonden.”

‘Het was ‘train as you fight’; de dichtst mogelijke benadering van de realiteit’

Lieutenant-commander Krister Ploug (DK, links): “Nooit eerder meegemaakt dat je op de ‘fire button’ drukt in een fictief conflictscenario”.

Conflict ervaren

De Nederlandse oefenleiding had keihard gewerkt om een uitdagend scenario in elkaar te zetten voor 8 schepen, waaronder de De Ruyter en het zusterschip Tromp. En om de veiligheid voor iedereen te waarborgen, te midden van al het geweld. De investering was niet voor niets. “Als Denemarken gaan we zo meer richting dit ‘train as you fight’; we hebben een conflict nu daadwerkelijk erváren, dat was zó waardevol”, evalueert lieutenant-commander Krister Ploug van het Deense MWC namens zijn land.

Bemanningsleden liepen veelvuldig oorlogs- of gevechtswacht in het witte en brandwerende ‘anti-flash gear’.

24 uur per dag licht

De marine moest vooral ’s nachts aan de bak. Niet dat het dan donker werd, trouwens. In het noorden van Noorwegen is het in deze tijd van het jaar 24 uur per dag licht. Bemanningsleden liepen veelvuldig oorlogswacht of gevechtswacht in het witte en brandwerende ‘anti-flash gear’. Het schip kon immers elk moment doelwit zijn van een ‘aanval’. “We hebben 5 FIAC’s gezien; schutters op post!”, werd er ineens gepraaid door de scheepsomroepinstallatie. (De afkorting staat voor ‘Fast Inshore Attack Crafts’ - snelle aanvalsboten voor kust- en binnenwateren.)

Luchtverdedigingsofficier LTZ 2OC Gijsbert Krijger: “Zr. Ms. De Ruyter heeft een software-update gehad. Wij testen nu onze voortgang.”

Voortgang testen

Gedurende de oefenweek klonk meerdere malen het sein ‘vuren vrij’ vanuit de verschillende commandocentrales. Raketten stormen met donderend geraas richting het wolkendek. De schepen vuren samen maar liefst 18 raketten af, waarvan 9 door de 2 Nederlandse schepen. “We lanceren deze raketten om te controleren of ze bepaalde doelen kunnen uitschakelen”, licht luchtverdedigingsofficier luitenant ter zee 2OC Gijsbert Krijger toe. “Zr. Ms. De Ruyter heeft een software-update gehad en wij testen nu onze voortgang. De SM-2 werd bijvoorbeeld afgevuurd op een drone die een bepaald type antischeepsraket nabootst, een object dat snel en in een rechte lijn op ons afkomt. Het doelwit van de ESSM was een ‘low slow flyer’: een vliegend doel dat ons met een lage snelheid nadert, zoals een Cessna-sportvliegtuigje.”

Bij de lancering van de SM2 komt een flinke vuurbal vrij.
Doelwit van de ESSM was een ‘low slow flyer’; een vliegend doel dat met lage snelheid nadert.
De lancering van de Harpoon vanaf Zr. Ms. De Ruyter
Vanaf de brug zien bemanningsleden met eigen ogen hoe de ESSM vanuit een lanceerbuis op het voordek de lucht in schiet.

Doelen vinden met GPS

Een andere belangrijke test was de (succesvolle) lancering van een nieuwe uitvoering van de Harpoon vanaf Zr. Ms. De Ruyter, het zwaarste wapen van het fregat. Ook nieuw in de oefening was de inzet van Nederlandse mariniers. Een zogeheten ‘fire support team’ van 5 spotters was actief op Noorse bodem. Dit team zocht vijandige doelen op land en vroeg daarna vuursteun aan van de schepen. “De Noren, Denen en Belgen reageerden hierop met ‘naval gun fire’”, licht scenarioleider luitenant ter zee 2OC Ferdi Droste van het Nederlandse MWC toe. “Het bestrijden van doelen op land vanuit zee is actueel”, vertelt Droste. “Een paar jaar geleden hebben NAVO-partnerlanden dit veelvuldig toegepast in Libië.”

‘Deze lanceringen verbeteren de inzetbaarheid van de hele De Zeven Provinciën-klasse’

Grote tevredenheid

De internationale samenwerking heeft al met al een schat aan informatie en vaardigheden opgeleverd. Ook Duitsland heeft inmiddels interesse getoond voor toekomstige deelname aan Mjoelner. Mogelijk haakt het land al bij de volgende grootschalige oefening aan, over 2 jaar.

Namens Nederland blikt Droste met grote tevredenheid terug op de afgelopen periode. "We zijn erin geslaagd om al onze rakettypes te lanceren, dus de oefening is sowieso een succes. Zodra we alle data van de lanceringen binnen hebben, maken we nog een uitgebreide analyse. Deze lanceringen verbeteren hoe dan ook de inzetbaarheid van de hele De Zeven Provinciën-klasse.”

De nieuwe uitvoering van de Harpoon, Evolved NATO Sea Sparrow (ESSM) en Standard Missile-2 (SM-2) naast elkaar.