‘Alsof er een last van me afvalt, nu ik weer bij Defensie werk’

Léon van Hulst ging de dienst uit als eerste luitenant en kwam krap twintig jaar later terug als luitenant-kolonel. Een kans die hij zelf ook niet voor mogelijk had gehouden. De Patriot-specialist van weleer, die op zoek was naar avontuur, is nu de hoogste ‘rekenmeester’ van het Air Support Command. “Tegen mij werd gezegd: ‘Je bent niet aangenomen vanwege je Defensie-ervaring van vroeger, maar om wat je buiten hebt geleerd.’”
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: sergeant Gregory Fréni

Wie: luitenant-kolonel Léon van Hulst (49)
Eerste dienstperiode: november 1998 - februari 2005
Functie: Tactical Control Officer Patriot
Opnieuw in dienst: december 2024
Functie: Hoofd Business Control Staf Air Support Command (i.o.), Vliegbasis Woensdrecht

‘Wilde verhalen over oefeningen in het buitenland’
“Mijn wereld bestond uit school – na de havo ging ik verder op de MTS (Middelbare Technische School, red) – en sleutelen aan brommers. Ik kreeg verkering met mijn huidige vrouw en in haar vriendenkring zaten een paar mannen die bij Defensie werkten. Ik herinner me nog goed de wilde verhalen over oefeningen in het buitenland en de humor waarmee ze sommige dingen beleefden. Ik had tranen in m’n ogen van het lachen. Dat wereldje leek me ook wel wat. Ik ging naar open dagen en bekeek folders met raketsystemen. Dáármee wilde ik werken. Toch solliciteerde ik op de Orions bij de marine, dichterbij huis. Daar werd ik afgewezen, ik was te eigenwijs. Uiteindelijk solliciteerde ik bij de luchtmacht op een officiersfunctie. Ik werd aangenomen met een meteofunctie in het vooruitzicht, maar kon op de KMA switchen naar Patriot. Dat was geweldig natuurlijk.”

‘Melig van ellende’
Heel zielig
“Ik wilde avontuur en ik kréég avontuur. En humor. Ik heb nog nooit zoveel en hard gelachen als daar. Die dienstperiode had ik voor geen goud willen missen. Weet je, naarmate je ouder wordt, vergeet je de ellende. Alles wat mooi was, blijft hangen. Maar soms was het echt wel afzien. Tijdens de eindoefening van mijn opleiding moesten we veertien dagen lang verplaatsen. Zware bepakking, berg op, berg af, ’s nachts bevroren knieën. Ik vond mezelf geregeld heel zielig. Ik was altijd een stoer macho-mannetje met een grote bek, maar liep daar tegen mijn beperkingen aan. Toch trokken mijn maten en de humor me er uiteindelijk doorheen. Melig van ellende, dat was het. En je hielp elkaar, ongevraagd en zonder er iets voor terug te hoeven. De kameraadschap bij Defensie is puur.”
“In 2003 ging ik op uitzending naar het zuidoosten van Turkije voor de missie tegen Irak en Syrië. Het zou voor minimaal een half jaar zijn met een mogelijke verlening tot een jaar. Het werden drie maanden, toen werd Saddam Hoessein gevonden en viel het regime. Die uitzending was geen feestje, maar ik had het niet willen missen. Na al die oefeningen was ik blij het geleerde eindelijk te kunnen inzetten. We stonden 24/7 paraat met live missiles. Van een inzet is het nooit gekomen.”


Bezuinigingen
“Na zeven jaar wilde ik mijn contract graag verlengen en beroeps worden, maar door bezuinigingen kon dat niet. Wel kon ik terugvallen op de meteo op Woensdrecht. Maar dan moest ik opnieuw als broekie een aantal jaar de opleiding in. Dat zag ik niet zitten. Ook omdat ik dan weer een weekendrelatie zou krijgen en we op het punt stonden te trouwen en voor kinderen wilden gaan. Bovendien was mijn van oorsprong Haagse vrouw net geaard in Brabant, die wilde ik niet in de steek laten.”


‘Vaker was ik het financiële geweten van een organisatie’
Niet gepland
“Ik moest op zoek naar een nieuwe baan en dacht aan de zorgsector. Mijn buurvrouw werkte in de gehandicaptenzorg en ik vond het altijd mooi als ze daarover vertelde. In de zorg kan ik net als bij Defensie ook iets betekenen voor mensen, was mijn verwachting. Ik heb bij verschillende zorgorganisaties gewerkt. Begonnen als teamleider klom ik al snel op naar staf- en beleidsniveau, na verloop van tijd verschoof dat naar de financiële en bedrijfsvoeringshoek. Dat was niet gepland, maar ik kon een organisatie relatief snel overzien. Net als een motorblok trok ik het uit elkaar, onderzocht het, stelde vragen en zette het dan weer in elkaar. Ik had een open blik en was leergierig. Vaker was ik het financiële geweten van een organisatie; daardoor zat ik weleens in moeilijke situaties. Ik was altijd goudeerlijk. Zo ben ik opgevoed en die waarde is door Defensie versterkt. Ik probeerde altijd het goede te doen, zowel voor de cliënten als voor de organisatie. Ik heb daardoor nooit de makkelijke weg gekozen, maar wel de eerlijke naar eer en geweten. Ook als dat betekende dat mijn functie in een reorganisatie kwam te vervallen.”
Is dit het nou?
“Als ik erop terugkijk, besef ik dat al die jaren in de zorg echt als ‘baan’ hebben gevoeld. Hoewel ik ook een maatschappelijke bijdrage leverde, dacht ik vaak: ‘is dit het nou?’. Alleen in coronatijd kreeg ik even het gevoel van 'Eén team, één taak’. Als tweede man van de organisatie haalde ik in het weekend de pleerollen, omdat het hoofd facilitaire dienst ziek was. Het voelde als samenwerken voor het hogere doel. Maar over het algemeen was het vooral in het weekend: werkkleding uit en weer even mezelf zijn. Dat was bij Defensie wel anders, dat voelde niet als baan. Militair zijn was mijn identiteit, dat plaatste ik boven mezelf. Hoewel ik het na mijn tijd bij Defensie ook niet anders had willen doen. Ik heb altijd relatief in de buurt gewerkt, vanuit huis werken kon ook. Daardoor heb ik geen zwemdiploma of sportwedstrijd van de kinderen gemist. Ook kon ik ze vaak uit school halen. Ik denk dat dit in militaire dienst wel anders was geweest.”

‘Voor mijn oude functie was ik er al te lang uit’
Geen grap
“Uiteindelijk vond ik geen uitdaging meer in de zorg, ik had het allemaal wel eens gezien. Toen ik dat begin 2024 tijdens een wandeling in de Loonse en Drunense Duinen aan mijn opleidingsmaatje van de KMA vertelde, zei hij dat er zoiets bestond als herintreden. Ik dacht eerst dat hij een geintje maakte, dat ik dan een of ander nummer zou bellen en het een grap zou blijken. Ik wist dat je na een bepaalde leeftijd de dienst niet meer in kon, maar blijkbaar geldt dat niet in alle gevallen. Hij bracht me in contact met Bureau Bijzondere Instroom en zo is het balletje gaan rollen. Eerst checken ze of je terug kunt komen in je oude functie, maar daarvoor was ik er al te lang uit. Uiteindelijk ben ik het in de financiële hoek gaan zoeken. Er bleek een mogelijkheid op Woensdrecht te zijn, ‘maar dat zal voor jou niet haalbaar zijn, want je woont onder Eindhoven’ werd er gezegd. Het maakte me niet uit, ik wilde inmiddels zo graag terug.”

Sporttest
“Ik kreeg een functie op het niveau van luitenant-kolonel aangeboden. Dat ga je niet menen, dacht ik. Vroeger leek zo’n functie onbereikbaar. De kolonel die me aannam zei: “Je bent niet aangenomen vanwege je Defensie-ervaring van vroeger, maar om wat je buiten hebt geleerd.” Ik mocht kiezen of ik de functie wilde doen als burger of als militair. Daar was geen twijfel over: in het groen. Ik moest dan wel in september de sporttest halen, dezelfde als die voor achttienjarigen. De drie maanden die ik nog had, gebruikte ik om op te werken. Ik was de oudste van de groep, ook de enige die met ‘u’ aangesproken werd, maar die test heb ik gehaald. Dat kon niet iedereen na afloop zeggen.”

‘Mijn gezin staat op de gedeelde eerste plaats met het militair-zijn’
Mezelf zijn
“Het aparte is: het voelt alsof er een last van me afvalt, nu ik weer bij Defensie werk. Ook al is de druk en de verantwoordelijkheid hier hoger en ben ik voor drie nachten per week weer binnenslaper. Toch heb ik na een dag drie keer zoveel energie over als voorheen. Het is de cultuur hier, die collectieve mindset, het gevoel van mezelf – weer – kunnen zijn. Mijn gezin staat nu op de gedeelde eerste plaats met het militair-zijn. Als Sectiehoofd Finance & Control van het Air Support Command kan ik als rekenmeester in mijn kracht staan. Ik heb hier een klus en heb er mijn klauwen vol aan. Vanaf dag één voel ik me thuis. Alsof ik een jas aantrek die lang in de kast heeft gehangen en als gegoten zit. Ik kan me hier heel direct uitspreken, zonder dat iemand het persoonlijk opvat of het onbeschoft vindt. Dat is een verademing. Om de typische defensieterminologie heb ik regelmatig binnenpretjes. Heerlijk! Onlangs kwam ik een collega tegen die ik twintig jaar niet had gezien. Hij gaf me een hand en gelijk een knuffel. Nou, in de zorg is er niemand die mij ooit zo heeft vastgepakt. Heel bijzonder. Het is lastig omschrijven, maar het voelt alsof ik weer bij ‘de clan’ hoor.”
Wil jij ook herintreden bij de luchtmacht?
Oud-collega’s kunnen tot een leeftijd van 52 jaar en drie maanden herintreden bij de luchtmacht. Het maakt niet uit in welk vakgebied of voor welk krijgsmachtdeel je eerder gewerkt hebt. Wel is een vereiste dat je in het verleden je initiële opleiding hebt afgerond. Solliciteren kan door het sturen van je CV naar bijzondere.instroom.luchtmacht@mindef.nl of kijk op werkenbijdefensie.nl, zoekterm herintreder luchtmacht (alleen via internet te bereiken).