Stafadjudant Vakgebied CLSK Dick van Willigen

‘Een vakgebied is vaak command overstijgend’
In een tijd waarin veel militaire veranderingen plaatsvinden, staat uiteraard ook het CLSK bol van de uitdagingen. Daarom kijken we in iedere uitgave van de Vliegende Hollander hoe het ‘ergens’ in de organisatie gaat. Even oplijnen dus, deze keer met Stafadjudant Vakgebied CLSK adjudant Dick van Willigen.
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Louis Meulstee
“Eigenlijk ben ik stafadjudant vakgebiedén. Want binnen het CLSK zijn dat er veel; liefst 89. Momenteel is dit een functie op projectbasis. We zijn opnieuw aan het bekijken wat we hiermee willen en hoe we de functie kunnen inrichten. Opnieuw, omdat in 2018 dit al eerder is geprobeerd. Alleen de invulling en uitvoering daarvan kwamen toen niet tot stand.
In deze tijd ben ik met alle vakgebieden en commandanten in gesprek. HIerin kijken we hoe ver we klaar zijn voor wat we moeten kunnen en hoe we kennis en ervaring van de werkvloer kunnen gebruiken om te delen. Een vakgebied is namelijk vaak command overstijgend. Neem als voorbeeld Communicatie en Informatiesystemen (CIS); dat is op elk onderdeel aanwezig. Maar CIS doet ook op elke locatie zijn werkzaamheden deels op een eigen manier. Het delen van kennis en ervaring met andere locaties wordt soms wel gedaan, maar vaak ook niet. En dat zie je evenzo bij de andere vakgebieden. Al die specialismen kennen vakgroepoudsten en vakgroepadviseurs. Die zijn uiteraard met het vakgebied bezig om de kennis en ervaring te beheren en om de doelstellingen te halen die de luchtmacht stelt. Maar wat je daarin ziet, is dat dit eigenlijk altijd als neventaak wordt gedaan. En de beschikbare ruimte is afhankelijk van de werklast van de mensen op de werkvloer.”

Iets betekenen
“Onze insteek is dat we nu posities proberen aan te maken binnen de vakgebieden, vooral voor onderofficieren. Collega’s moeten die nieuwe functionaris kunnen benaderen als er zaken zijn die ze willen opbrengen; positief of negatief. Hebben ze ideeën op het gebied van vernieuwingen, over opleidingen of zaken waar ze tegenaan lopen? Kom er – in de toekomst – mee naar die nieuwe functionaris.
Daarvoor zijn we op zoek naar de oudere adjudanten die zeggen ‘ik wil graag iets command overstijgends voor mijn vakgebied betekenen’. Zij moeten een vakoudste en vakgroepadviseur gaan ondersteunen en een commandant adviseren. Het gaat dus niet alleen maar om het signaleren van dingen die niet goed gaan, maar zeker ook wat wél goed gaat. We hebben nu een aantal posities die we mogen vullen. Daarmee kunnen we zéker niet alle vakgebieden bereiken. We willen vooral de vakgebieden bereiken waar de meeste onderofficieren zitten, het meest in het techlog-domein.”
‘Percentages op papier blijken in de praktijk weerbarstiger’
Getallen
“Een van de zaken waar ik tegenaan loop, is de waarde van getallen. Je merkt dat je aan percentages op papier niet altijd alles kunt afleiden. Als een eenheid voor 80% gevuld is met personeel en voor 90% met materiaal, denken commandanten al snel dat ze een bepaald percentage aan werk kunnen bereiken. In de praktijk blijkt dat weerbarstiger. En dan moet je dus in gesprek gaan voor de context. Zo was er een kwestie op het Defensie Grondgebonden en Luchtverdedigingscommando waar een voor 80% gevulde organisatie de werkzaamheden niet voor elkaar kreeg. En daarop kwam spanning te staan. Toen bleek dat slechts 20% van dat personeel ervaren was. De rest was jong, net nieuw binnen. Die moesten allemaal nog aan de hand meegenomen worden. Dat betekende een hele zware last voor de ervaren krachten. Dat zag je niet één twee drie op papier.
‘Wij zoeken functionarissen die dát gaan doen’
‘Ja, ik wil’
Als je dat soort informatie goed naar boven weet te halen en in gesprek gaat met vakgroep, vakoudste en vakgroepadviseur, en als je daarbij de werkvloer betrekt en ook naar hun ideeën luistert, dán ga je elkaar helpen om beter te worden. Dan kun je ook met een duidelijke boodschap over het verschil tussen papier en praktijk naar een commandant stappen. En wij zoeken functionarissen die dát gaan doen.”
Het is de insteek dat ik in mijn functie in gesprek ben met al die posities, zodat ik weet wat er speelt. En dat betekent dat je dan samen met de Luchtmachtadjudant en de Stafadjudant Opleidingen een helder en gedegen advies vanuit het onderofficiersdomein kan geven aan de Commandant Luchtstrijdkrachten. Dan heb je eigenlijk een drie-eenheid.
Mijn project stopt eind van dit jaar. We zijn nu al op het punt dat commandanten zeggen ‘ja, ik wil graag zo’n functionaris’. Op basis van die informatie die nu hebben, gaan we kijken waar we de posities kunnen gaan aanmaken. Wij hopen dat we daarmee voor het eind van het jaar dus al een aantal vakgroepen kunnen bedienen.”