Chinooks herstellen dam door stenen in Maas te droppen
Het was een spectaculair gezicht, in het eerste weekend van januari 2024 in Maastricht. Door grote netten vol stenen in een vertakking van de Maas te droppen, herstelden twee Chinooks van het Defensie Helikopter Commando een dam. Die was door snelstromend water doorgebroken. “Deze hulp was uniek en broodnodig”, zegt projectleider Dirk Jan Kiljan van Rijkswaterstaat. “Niemand anders kon ons beter helpen dan de luchtmacht. We zijn hier heel blij mee.” Een terugblik op een enerverend weekend.
Tekst: kapitein Joris van Duin | Foto’s: sergeant-majoor Cristian Schrik | Video: sergeant-majoor Max Baars
‘Zo dan, wat is dit vet!’
Terwijl genisten van de landmacht zwaar materieel van een civiele aannemer op een zelfgebouwde ponton-veerverbinding de Maas overbrengen, doemen in de verte twee donkere silhouetten op. Het zijn Chinooks die Rijkswaterstaat komen helpen bij het dichten van een gat in een dam.
Enigszins geïmponeerd kijken de genisten omhoog, als ze in de ijskoude wind over de Maas varen. Met hun telefooncamera’s in de aanslag, want deze spectaculaire aanblik is er een voor in de boeken. “Zo dan”, schalt het vanuit een van de bootjes. “Wat is dit vet!”
Genietroepen
Het is zaterdagochtend rond een uur of 10 als de laagvliegende Chinooks hun opzienbarende entree maken. Op dat moment zijn 25 militairen van 105 Genietroepen Waterbouw al bijna een dag in touw om Rijkswaterstaat uit de brand te helpen. Ook de hulp van de luchtmacht komt als geroepen.
Een paar dagen eerder is een inlaatdam in een vertakking van de Maas doorgebroken. Een woonboot raakte op drift en beschadigde even verderop een brug. En dus zit Rijkswaterstaat met de handen in het haar. Door stroomopwaarts een nooddam te bouwen en het gat in de inlaatdam te dichten, moet de situatie worden hersteld. En alleen Defensie kan daar volgens projectleider Kiljan van Rijkswaterstaat zo snel, zo goed bij helpen.
‘Een van de grootste uitdagingen is het uitstippelen van de vliegroute’
Vanaf de grond
Direct gaan de Chinook-bemanningen aan het werk. Er is geen tijd te verliezen. Eerst cirkelen ze boven het wassende water, daarna zakken de heli’s en stijgen ze weer op. Dan vliegen ze door, om weer snel terug te komen. “Een van de grootste uitdagingen is het uitstippelen van de vliegroute”, zegt sergeant Bas van het Mobile Air Operations Team (MAOT). Deze eenheid assisteert de crew in de Chinooks vanaf de grond. “We proberen verschillende vliegroutes. Nu kijken we welke de minste schade veroorzaakt aan de woonboten die hier nog liggen. Je wilt natuurlijk niet dat er een loslaat door de downwash”, legt hij uit.
Urenlang
Na een paar keer op en neer vliegen, is de keuze van de vliegers gemaakt. Daarna leggen de Chinooks, urenlang, twee dagen achter elkaar, hetzelfde circuit af: van ‘laadplaats’ waar netten met stenen aan de heli’s worden gehangen, naar de ‘dropplaats’ waar de lading langzaam in het water wordt gelaten. Op papier is de operatie dan ook simpel. Maar de praktijk is, zoals zo vaak, een stuk weerbarstiger.
‘We hadden op dat moment nog vooral veel vragen’
Eerste plannen
Hoofd Operatiën van 298 Squadron, majoor Ben, en Commandant 298 Squadron, luitenant-kolonel Jeroen, weten daar alles van. Als eersten zijn zij vrijdagmiddag op Vliegbasis Gilze-Rijen in touw om te inventariseren wat zij kunnen betekenen voor Rijkswaterstaat.
“Veel collega's waren nog met verlof, dus we hadden snel digitaal overleg. We hadden op dat moment nog vooral veel vragen”, zegt Ben. “Hoe is de situatie ter plaatse? Zijn de netten waarin de stenen zitten geschikt voor de Chinooks? Wat kunnen we leveren aan materieel en personeel? Wat is een goede vliegroute? En waar kunnen we de heli’s voorzien van brandstof?” Jeroen: “Twintig minuten later stonden de eerste plannen op papier en kon het personeel alvast worden voorbereid. Daar zijn hier dan zo’n veertig mensen mee bezig.”
Zien hoe de samenwerking van landmacht en luchtmacht in zijn werk ging? Bekijk dan deze video.
'Met netten stenen de lucht in gaan, dat was nieuw voor ons'
Getest
Na de briefing zaterdagochtend op Gilze-Rijen en de verkenningen in Maastricht, is het tijd voor de volgende fase: het vliegen met netten vol stenen. Breuksteen tot wel vierduizend kilo om precies te zijn. “Dat was nieuw voor ons”, zegt H-Ops Ben. “Kijk, we zijn gewend om ladingen van A naar B te verplaatsen of met een Bambi Bucket te vliegen. Maar met netten stenen de lucht in gaan, dat was nieuw voor ons. De netten hebben we getest, want die moeten wel sterk genoeg zijn. Je wilt natuurlijk niet dat die scheuren en een lading stenen naar beneden valt.”
Ben vervolgt: “Je moet goed nadenken over dat soort risico’s en die minimaliseer je. Zo vlieg je eerst zonder lading boven het water om te zien hoe de woonboten reageren op de downwash. Maar ook hoe het water zelf daarop reageert. Ook zorg je dat de vliegroute vrij is. Er ligt bijvoorbeeld een roeischool en daarmee hebben we contact gezocht. We hebben aangegeven dat alle losliggende bootjes naar binnen moeten, omdat die anders gaan vliegen als wij daar zijn.”
‘Normaal gesproken kabbelt het Maaswater, nu is het een kolkende rivier’
Doorgebroken
Terug naar de situatie op de grond in Maastricht. Met de losgeslagen woonboot en op instorten staande brug op de achtergrond, vliegen de Chinooks af en aan. Vijftig meter van de dropplaats in de Maas-vertakking heeft sergeant Bas van het MAOT goed zicht op de plek waar de inlaatdam is doorgebroken. Normaal gesproken kabbelt het Maaswater hier rustig door een gebied van bomen en struiken. Nu is het een kolkende rivier.
Bas en zijn MAOT-collega Joep turen verkleumd naar een Chinook die langzaam een net in de Maas-vertakking laat zakken. Door de downwash is een nat pak gegarandeerd: een hoosbui aan water stijgt op. Ter hoogte van de kapotte dam wijst iemand van Rijkswaterstaat naar rechts. “De Chinook moet iets verder die kant op”, vertaalt zijn collega. Het MAOT geeft dat via een radioverbinding door aan de vlieger, die op zijn beurt twee meter stroomopwaarts vliegt. Dan laat hij de lading los. “Perfect!”, roept de man van Rijkswaterstaat.
‘Risico’s in het donker te groot’
115 netten
Zo gaan ze door tot het begint te schemeren. Het is dan een uur of vier ’s middags en er liggen vijftig netten stenen in het water. Omdat de risico’s in het donker te groot zijn, gaan de Chinooks terug naar Gilze-Rijen. Een dag later verplaatsen ze nog eens 65 netten en is de stroming van de Maas-aftakking genoeg afgenomen: missie geslaagd. Vanaf dat moment is het aan civiele partijen om de problemen verder te verhelpen.
Commandant 298 Squadron Jeroen blikt tevreden terug. “We zijn hiervoor gevraagd omdat wij als enige in staat waren om de situatie te verbeteren”, zegt hij. “Het is mooi dat het dan ook echt lukt.”
Inzet van helikopters bij overstromingen vindt zeker niet voor het eerst plaats. Wil je weten hoe de Koninklijke Luchtmacht en Marineluchtvaartdienst in 1995 het overstroomde Limburg te hulp schoot, bekijk dan dit verhaal.