07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2019

Laatste actie ‘Prins Bernhard’

x
Als laatste in de zogenoemde elephant walk sluit de KDC-10 aan. Op de kop van de baan staan al 7 C-130’s klaar. Foto: 334 Squadron

KDC-10 detachement neemt deel aan Amerikaanse airlift-oefening 

Scroll naar beneden voor de video

Inmiddels is de KDC-10 T-264 al vertrokken naar de Verenigde Staten om daar een nieuwe carrière te beginnen bij Omega Aerial Refueling Services Inc.. Maar ‘Prins Bernhard’ zoals het toestel op 29 september 1995 gedoopt werd, deed vorige maand nog mee met dé luchttransportoefening van de Amerikaanse luchtmacht. Tijdens Mobility Guardian 19 liet de KDC-10 zich nog 1 keer van zijn beste kant zien.

Een Amerikaanse C-17 stijgt op van Fairchild AFB, het thuis voor 2 wings met 4 squadrons en 59 KC-135 tanker- en transportvliegtuigen, al ligt de nadruk duidelijk op de eerste functie van de toestellen.
Internationaal lijntje met een KC-130 uit Chili, C-17 uit de Verenigde Arabische Emiraten, Nederlandse KDC-10 en Australische C-17.

‘Tanker Pride’ staat er op 2 aan elkaar grenzende hangars. Treffend aangezien Fairchild Air Force Base (AFB) hét Amerikaanse tankersteunpunt aan de westkust is. Deze basis vormt het centrum van de oefening, maar is niet de enige daarvoor gebruikt. Ook McChord AFB in dezelfde staat, Travis in Californië en diverse oefengebieden en kleinere vliegvelden zijn beschikbaar. Niet overbodig met deelname van grote kisten als de C-5 en C-17. Die moet je ook maar even kwijt kunnen en er zijn nogal wat deelnemers.

Mobility Guardian 2019

Mobility Guardian is een oefening die door het US Air Mobility Command (AMC) iedere 2 jaar wordt gehouden. Het is de opvolger van de AMC (en daarvoor Airlift) Rodeo die een competitief karakter had en werd wegbezuinigd. MG is juist gericht op een realistische en complexe training en het ‘joint’ – dus US Air Force, Army en Navy – en internationaal opereren. Doel is om voorbereid te zijn op snelle en mondiale inzet.

Cijfers:
Ruim 60 vliegtuigen;
10 types: A400M, C-5M, KC-10A, KDC-10, C-17A, KC-30A, KC-46A, C-130H/J, KC-130H, KC-135R/T;
2.400 man en vrouw personeel, deelnemers en observers (1.800 US Air Force, Army en Navy en 600 van 26 geallieerde en partnerlanden);
47 Wings van 33 bases;
388 gevlogen missies;
987 passagiers vervoerd;
46.074 pound (20.899 kilo) vracht vervoerd;
644.000 pound (292.113 kilo) brandstof getankt.

Het Nederlandse detachement bestond uit 29 personen waarbij naast de flight crews en technische dienst, ook planners, logistieke, Intell- en IT-functionarissen in zogenaamde out-of-area operaties werden geoefend.
Receivers zijn er – relatief – klein zoals deze EA-18G van de US Navy.

Daaronder dus het detachement vanaf Eindhoven bestaande uit personeel van – uiteraard – het 334 Squadron, maar ook 940 en 942 en de Amerikaanse ‘contractor’ voor het onderhoud aan de tankboom en het RARO-bedieningsstation ervan. Deelname aan Mobility Guardian (MG) werd een jaar geleden concreet, geeft gezagvoerder KDC-10 en detachementscommandant majoor Mark Wasser aan. “We willen als 334 meer gestructureerd oefenen, verdeeld over het jaar." Op uitnodiging van de USAF ging hij op verkenning bij de Initial Planning Conference om te zien of deze oefening wat voor de KDC-10 van het 334 Squadron was.

Onderkomens waren deze keer tenten, zoals deze grenzend aan de platformen. Even wennen aangezien het geluid ook ’s avonds doorging met oefenvluchten in het donker.

Alles

De insteek van MG19 is namelijk niet wat 334 gewend is. “Normaliter is een fighter-oefening leidend en ondersteunen wij met tankervliegtuigen”, vervolgt Wasser. “Maar deze oefening draait om mobiliteit in ál zijn facetten. We kregen daar dan ook te horen: ‘We kunnen álles faciliteren wat jullie willen’. Daaronder dus air-to-air refueling (AAR, red.), maar er was bijvoorbeeld ook een humanitair scenario. Wij zouden dan aeromedevac missies vliegen.” Maar dat zou alleen interessant zijn als de Aadeling Operationele Gezondheidszorg meedoet. En die heeft net daarvoor in augustus een oefening met de Nederlandse helikopters op Fort Hood gedaan. Dat deel vervalt dus en blijft alleen AAR als hoofdtaak over.

Tanken van Amerikaanse C-17’s, overdag en ‘s nachts.
Zo zien de vliegers vanuit de Amerikaanse KC-10 de Nederlandse KDC-10. Foto: 334 Squadron

KC-10

Van de organisatie krijgt de KDC-10 daarvoor 3 types toegewezen. “F-15’s – die kennen we natuurlijk. Ook C-17’s. Daar oefenen we regelmatig mee, met die van de Heavy Airlift Wing op Pápa.” Tijdens deze oefening is die eenheid er ook, maar 334 oefent deze keer niet met hen, maar met de Amerikaanse Globemasters. Wasser: “De klaring daarvoor kwam overigens pas op de eerste dag van de oefening… Ook tankten we Amerikaanse KC-10’en. Dat is wel bijzonder, want wanneer kom je die nou tegen?”
Als vlieger heb je voor in de cockpit geen zicht op wat er achter en onder het toestel gebeurd. “Maar je voelt het wel,” zegt Wasser, “heel goed zelfs. De zogenoemde ‘bow wave’, de lucht die een groot vliegtuig vooruitduwt, tilt jouw staart op. Dat is beduidend anders dan bij fighters. Maar er is geen verschil tussen een KC-10 of een C-17. Je merkt dat de autopilot dan wel flink moet trimmen om de kist straight and level te houden.”

Mobility Guardian 19 nog een stukje meebeleven en zien hoe een zogenoemde ‘elephant walk’ eruit ziet? Bekijk dan deze video.

De KDC-10 draaide niet mee in het humanitaire scenario, maar Nederlands personeel wel als oefengewonden zoals hier samen met een Chileense collega tussen de C-5’en KC-10’en en C-17’s op Travis AFB.

Plannen

Volgens Wasser zijn er meerdere leerdoelen. “Natuurlijk is er de training voor de flight crew en boom operators, net zoals voor de technische dienst, intell en navigatieplanners. Maar vooral ook voor 2 planners op Travis AFB.” In het Combined Air Operations Centre is het duo namelijk mede verantwoordelijk voor het plannen en samenstellen van de Air Tasking Order, kortweg ATO. Daarin staat het grotere dagelijks plan voor de Integrated Mission Planning Cell op Fairchild. Daar gaat bijvoorbeeld de Nederlandse vertegenwoordiger ermee aan de slag en via de internationale samenwerking ontstaat dan het product voor die dag: de missie. Nederlandse nav-planners ronden deze verder in detail af, waarna de bemanning haar missie kan voorbereiden.

De lokale 92nd Air Refueling Wing (ARW) ontstond op 1 juli 1994 toen de bommenwerpertaak van de 92nd Bomb Wing werd afgestoten en de B-52’s buiten dienst werden gesteld. De zusterwing 141 ARW is van de Washington Air National Guard. De wings gebruiken elkaars toestellen.

Mass take off

Iets wat in Nederland nooit gebeurt, simpelweg omdat daarvoor niet voldoende vliegtuigen zijn, is een formatie take off. Wasser: “Het is dan niet zo dat we met meerdere tankers op de kop van de baan staan zoals bij de C-130, maar we gaan met 60 seconden tussenruimte airborne. Voordeel daarvan is dat we in de lucht niet meer hoeven te ‘joinen’, want je hebt al voldoende spacing tussen de kisten. Als we op level zijn, hoeven we alleen maar 500 voet hoogteverschil aan te houden. Nu deden we dat met 2 KC-135’s. Wij waren lead dus moet je van tevoren goed briefen." De 2e tanker vliegt dan op 2 mijl echelon right, en de 3e idem ten opzichte van nummer 2. Vervolgens komt een USAF C-17 bij alle 3 de toestellen tanken. Wasser: “Dit was een specifieke tanker cell AAR-operatie waarvan we nog veel kunnen leren.” Ongetwijfeld is dat, met 3 tot 4 tankers, iets wat we in de toekomst met de MRTT’s gaan doen. Het voordeel is dat je heel snel een complete groep vliegtuigen kunt bijtanken die dan terug het gevecht in kan.”

Uiterst recht de KDC-10 in de elephant walk. Het toestel maakte in 5 dagen evenzoveel vluchten van 4 à 5 uur. Foto: 334 Squadron
Het werk van Prins Bernhard zit erop.

Olifanten

Fairchild is tijdens MG19 een wereld op zich. Alsof je op een drukke dag op Schiphol staat wanneer tientallen transportvliegtuigen met – gemiddeld – 4 keer zoveel motoren gelijktijdig draaien. Met het bijbehorende geluid natuurlijk. Dat wordt vooral duidelijk tijdens de afsluitende oefening, de elephant walk. Eigenlijk heet het ‘close formation taxi’, maar olifantenwandeling is de meest gebruikte naam. Daar lijkt het dan ook wel wat op als tientallen vliegtuigen, inclusief de Nederlandse KDC-10, achter elkaar aan taxiën en aansluitend de lucht ingaan. 

En dit was dus het laatste grote kunstje voor de T-264. Wasser: “Persoonlijk vind ik het heel jammer dat een goed werkend vliegtuig weggaat. We hebben er nu nog maar 1 over. En 1 is eigenlijk…”

Kleinere transportvliegtuigen als de C-130 kunnen wel op de kop van de baan naast elkaar oplijnen en daarna met korte tussenpozen take off.

Zwarte week

Maandag 20 juni is de eerste van 2 zwarte dagen voor Fairchild AFB in 1994. In de ochtend vindt in het air force ziekenhuis een schietpartij plaats waarbij 5 doden en 22 gewonden vallen. Die week is er ook een airshow gepland. De wingcommandant besluit na beraad dat deze doorgaat als middel voor rouwverwerking. Daarvoor moet ook geoefend worden. Op 24 juni stijgt de laatste B-52 van de 92nd Bomb Wing op met als gezagvoerder luitenant-kolonel Arthur Holland. Hij is berucht, want al vaker voerde hij halsbrekende toeren met een B-52 uit, onder andere boven de school van zijn dochter. Daarom vliegen de commandant en ops officier van het 325 Bomb Squadron en de plaatsvervangend wingcommandant met hem mee. Het plan voor de demonstratie gaat ver over de limieten van de B-52. Toch geeft de wingcommandant er van tevoren toestemming voor. Tijdens de oefenvlucht stuurt Holland de B-52 in een te scherpe bocht op 75 meter hoogte waarbij de kist meer dan 90 graden overhelt. Het toestel ‘stallt’, verliest alle draagvermogen onder de (dan verticaal staande) vleugels en stort neer. Nog 1 van de 4 bemanningsleden probeert zijn schietstoel te gebruiken maar allen komen om. Zo eindigt 25 jaar geleden een zwarte week.

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: United States Air Force
Video: United States Air Force
Montage: Werner Prost