05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04 | 2018

Welke vlucht neemt 300 Squadron?

Doorstart tot 2030 is een feit, maar hoe wordt deze ingevuld?

Opgeheven worden, dan toch weer niet, maar het voortbestaan van het 300 Squadron is sinds 2011 allerminst een zekere factor. 17 Cougars telde de eenheid ooit. Nu zijn het er 12. Wat ligt er voor deze middelzware helikopters en vooral hun personeel in het verschiet? Aankondigingen zijn gedaan, maar de onlangs verschenen Defensienota gaf nog geen uitsluitsel. Dit is hoe de Commandant 300 Squadron Jorik ter Veer naar de situatie kijkt.

Ter Veer: “Als ik niet vlieg, loop ik standaard in Woodland. Ik merk dat het een brug slaat naar het niet-vliegend personeel. Bovendien ben ik ook gewoon militair.” Foto: collectie Ter Veer

Het turbulente verhaal van het 300 Squadron begint in 2011 als tijdens 1 van de grootste bezuinigingsoperaties van Defensie deze eenheid wordt opgeheven en de Cougars buiten dienst worden gesteld. Of toch weer niet? Onder grote druk – want helikopters zijn immers een zeer schaars goed – wordt het besluit al daags erna deels teruggedraaid. Niettemin slaat het bericht in als een bom. “Het voelde vreemd en onterecht, vooral omdat het squadron continue wordt ingezet voor nationale en internationale taken”, geeft luitenant-kolonel Jorik ter Veer aan, de huidige commandant 300 en sinds 2001 Cougar-vlieger.

Jarenlang levert 300, meestal afwisselend met de Chinooks van het 298 Squadron, een deel van de helikopterondersteuning aan de internationale strijdkrachten in Afghanistan en Irak.

Uitstel van executie

Initieel blijft een handvol Cougars behouden en later 8. Daarbij nemen de helikopters taken over van de NH90’s – waarvan de introductie ernstige vertraging oploopt – en later ook de buitendienst gestelde AB412’s. 2015 zou het laatste jaar voor 300 en de Cougar zijn. Maar nog steeds is helicapaciteit nijpend. Dus toch weer langer in dienst: in 2014 wordt al besloten dat de transporthelikopter tot 2020 vliegt – nu met 12 exemplaren – en in 2016 klinkt 2023 als slot. 300 past zich ‘gewoon’ aan, zonder dat het personeel echt weet waar het aan toe is. “Steeds weer is er uitstel van executie. Dat we doorgaan, toont tegelijkertijd de veerkracht en veelzijdigheid van het squadron.”

Een belangrijke nationale taak is voor de Cougar (en Chinook) weggelegd: brandbestrijding vanuit de lucht. Die ‘missie’ wordt zelfs tot in Portugal (2005) en Griekenland (2007) uitgevoerd.
‘In mobilitate vis nostra’, in beweeglijkheid ligt onze kracht. Qua flexibiliteit van het personeel van de eenheid, kan de squadronslogan niet méér op zijn plek zijn.

Doorstart

Een heftige tijd met volop inzet en veel onzekerheden, zo omschrijft Ter Veer de afgelopen jaren. Tot uiteindelijk afgelopen november. C-LSK luitenant-generaal Dennis Luyt komt met goed nieuws naar de ‘Wildcats’ op Gilze-Rijen: ‘het 300 Squadron krijgt een doorstart. De eenheid blijft tot (minimaal) 2030 in stand, zo heeft de Commandant der Strijdkrachten bekendgemaakt.’ Luyt vertelt het personeel dat de afbouw van het squadron richting 2023 definitief van de baan is. ‘En er komt een taakopdracht voor de doorstart: het 300 Squadron gaat zich de komende jaren specialiseren in de Special Operations Forces (SOF) Air-taakstelling. De C-LSK beschrijft het als een 2-traps raket: eerst doorstarten met de huidige organisatie en daarna uitbouwen naar een gespecialiseerd SOF Air-squadron. Hoe precies moet in de komende periode nog duidelijk worden, zeker omdat voor de uitbouw nog financiële dekking moet worden gevonden.’

Zijn het vanaf 2011 eerst alleen nationale taken, komen daar datzelfde jaar ook weer uitzendingen bij. De Cougar gaat maritiem.

Teleurstelling

Vol goede moed kijkt 300 dan ook naar de Defensienota, afgelopen maart. “Maar ‘control-f Cougar’ leverde niets op. Het squadron hoopte eindelijk de open einden ingevuld te krijgen. Het was echt een teleurstelling. ‘Wat gaan we dan doen?’ was een veel gehoorde vraag. Het houdt ons al echt lang bezig. Bijna iedere maand ontvang ik hier wel gastsprekers vanuit Defensie met als doel het personeel te blijven motiveren, informatie inwinnen maar ook enthousiasmeren. Dat laatste was ook mijn vraag aan het eigen personeel. ‘Denk mee hoe we het moreel kunnen blijven boosten.’”

Niet alleen op het stationsschip in de West is de Cougar te vinden, maar ook vanaf Hato militair op Curaçao. Vanaf 2014 vliegt een klein detachement met 1 Cougar 2 jaar lang vanaf het militaire deel van de nationale luchthaven.

Veerkracht

Dat verzoek was niet aan dovemans oren gericht. “Een jongere collega vlieger, eerste luitenant Flip, bedacht tussentijds een oplossing voor de doppen van nightvision goggles die de fabrikant niet levert (…). Zelf ging hij op zoek naar mogelijkheden voor verbetering. En dat lukte! We hebben ze nu perfect passend én luchtwaardig, via 3D-printers in Dongen. En ook regelde hij binnen een korte tijd een poortwachter voor het squadrongebouw in de vorm van een levensgrote Cougar, van hout. Via crowdfunding. Deze mindset en handelswijze zijn al jaren kenmerkend voor het personeel van het 300 Squadron. Is er een probleem of willen we iets, dan zetten we samen de schouders eronder. Het kenmerkt de veerkracht van deze eenheid. Doorgaan waar anderen stoppen.”

Ondanks onduidelijkheid over de bestemming, oefent het 300 Squadron zoveel mogelijk, in buiten- en binnenland, onder andere in medische evacuaties en tijdens de Slingery op de Edese Heide in 2016.

NAVO

Die eigenschap is essentieel voor de nieuwe rol die voor 300 is weggelegd: oplossingen vinden voor lastige problemen: SOF Air. Dat is voor de NAVO een capaciteitsontwikkeling met een hoge prioriteit. De NAVO heeft hierin zowel kwalitatieve als kwantitatieve tekorten en sommige landen droegen de laatste jaren onevenredig veel bij. “Dit is tot op heden nog niet veel veranderd. Ook de Nederlandse SOF-eenheden onderschrijven al jaren de behoefte aan SOF Air-capaciteit en maken tot nu toe gebruik van conventionele steun. Tussen 2008 en 2013 ontplooide vlucht 5 van het 298 Squadron al initiatieven om meer ervaring op te doen met SOF, maar tot uiteindelijke bestendiging van deze capaciteit is het binnen Defensie nooit gekomen.”
In opdracht van SHAPE lanceert het NATO Special Operations Headquarters (NSHQ) in Mons in 2013 een speciaal programma om de capaciteitsopbouw van SOF Air binnen het bondgenootschap te versnellen. Voor dit programma en de uiteindelijke capaciteitsopbouw was toewijding van NAVO-landen wel noodzakelijk.

De 5 waarheden die de basis voor SOF vormen.

Met een nieuwe SOF Air-capaciteit zal Nederland in staat zijn voorop te lopen met internationale partners. Ook zal er door het karakter van speciale operaties een directe link zijn met de ontwikkelingen van de 5e generatie luchtmacht. Speciale eenheden worden veel en vaak ingezet en maken veelvuldig gebruik van hoogwaardige luchtsteun zoals de F-35 en de MALE UAV. Gespecialiseerde SOF Air is daarnaast een cruciale capaciteit, omdat het uiteindelijk, zoals de NAVO-doctrine voorschrijft, een integraal onderdeel uitmaakt van de SOF-organisatie. Daarbij is er specifieke focus op selectie, training, inrichting en uitrusting van de eenheid om de SOF-eenheden de steun te geven die ze nodig hebben. “Deze ervaringen heb ik zelf ook opgedaan in onder andere Afghanistan, waar de Cougar en andere CLSK-eenheden indertijd missies ondersteunden van SOF-eenheden. Ook nu staat de Cougar aan boord van Zr. Ms. Karel Doorman om MARSOF-eenheden te ondersteunen. Een taak die we als conventioneel squadron deden en doen, maar die veel effectiever en (potentieel) veiliger kan wanneer er beslissingen worden gemaakt om door te groeien naar een ‘dedicated’ SOF Air-squadron.”

SOF Air-studie en -advies

Nederland erkent die noodzaak en stuurt vanuit het CLSK Ter Veer – niet voor niets sinds een half jaar Commandant 300 Squadron – van 2013 tot 2016 naar het NSHQ in België. “Daar was ik de eerste Nederlandse luchtmachter op 200 anderen uit 29 landen. Later volgde er ook nog een loadmaster.” Ter Veer krijgt een plek binnen het Air Development Programme, waarmee het NSHQ de NAVO-opbouw van SOF Air-capaciteiten wil versnellen. “Een gave periode. Pionieren tot en met, maar daar zijn we bij de luchtmacht wel van.”
Vanuit België blijft Ter Veer de Luchtmachtstaf informeren over de voortgang en de Commandant NSHQ komt in 2015 op bezoek bij de Commandant der Strijdkrachten (CDS). Luitenant-generaal Hans Wehren, destijds Plaatsvervangend CDS, doet daarna zelf een studie naar SOF Air, adviseert de CDS en noemt de opties, waaronder de noodzaak voor een gespecialiseerd SOF Air-squadron. Als meest voor de hand liggende optie beschrijft Wehren om deze taak bij het 300 Squadron te beleggen. “De keuze moet echter niet alleen over een platform gaan, maar in de kern om de eenheid en de mensen erin. Die moeten getraind en uitgerust en organiek ondersteund zijn voor deze specialistische taak.”

Ook het op het niveau van wapeninstructeur brengen gaat gewoon door tijdens de verschillende fases van de Helicopter Weapons Instructor Course, onder andere bij de Gunnery.

Willen rennen

Eind vorig jaar ziet het Nederlandse Special Operations Command het levenslicht, maar de SOF Air-eenheid dus nog niet. Die stip op de horizon voor het 300 Squadron is wel door de C-LSK gemarkeerd, maar moet nog verder ingevuld worden. “De Defensiestaf is hiermee nog bezig. Uiteraard had ik de zekerheid voor het personeel dat al jaren op duidelijkheid wacht, al wel willen geven. De beslissing is echter nog niet gemaakt. Maar ik verwacht dus dat er in plaats van afbouw opbouw komt. De vraag is alleen wanneer en met welke intensiteit. Mijn mensen willen graag rennen, maar ze moeten wel weten waar naartoe. Het verzoek is dus om zo snel mogelijk bekend te maken wat de toekomst inhoudt. Het 300 Squadron heeft duidelijkheid en zekerheid nodig.”

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Ruurt Bastiaans, Peter Bijpost, Evert-Jan Daniels, Kees van der Mark, korporaal Zadrach Salampessy, sergeant Sjoerd Hilckman, sergant-majoors Gerben van Es, Eva Klijn, Arnoud Schoor en Eric Vorstenbosch