Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04 | 2018
Safety is beheersen van risico’s
Veiligheid: luchtmacht kent niet anders en kan niet zonder
Defensie was het laatste jaar een aantal keer negatief in het nieuws, onder andere met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Voor wat betreft het vervoer door de lucht, zou dat ook voor de luchtmacht gelden. Volgens het hoofd stafgroep Safety kolonel ir. Koos de Rooij een volkomen onterechte conclusie. “Waarmee de pers naar buiten kwam, is een onderzoek dat onze afdeling zelf 2 jaar geleden is gestart, in opdracht van de C-LSK. Wanneer zo’n rapport lekt, kan de media daar een geheel verkeerde draai aan geven. Wij hebben namelijk al diverse verbeteringen toegepast.”
De luchtmacht is van oudsher altijd al met safety bezig. “Vanuit de vliegveiligheid wordt tegenwoordig meer naar de luchtvaartveiligheid in de volle breedte gekeken”, geeft De Rooij aan. “Dus ook meer aandacht voor veiligheid voor monteurs, in onderhoudshangars en bij procedures, bij luchtverkeersleiding, brandbestrijding, op luchtvaartterreinen enzovoort.” De laatste decennia gaat dat nog verder richting arbo, milieu en bijvoorbeeld dus ‘vervoer gevaarlijke stoffen’. “De regels zijn vooral gericht op het borgen van je hele veiligheidssysteem, bij de luchtmacht het safety management systeem, kortweg SMS. Dat houdt het geheel aan processen, informatiesystemen, procedures en mensen bij elkaar. Gebouwd op 4 pijlers.”
Dit is waarom het draait
De Commissie Van der Veer komt begin dit jaar met een rapport over bedrijfsveiligheid binnen Defensie. Op 1 punt, de management commitment-pijler, leggen ze veel nadruk. “Onze commandant, de C-LSK, vindt het heel belangrijk dat de hele organisatie continu bezig is met fysieke en sociale veiligheid. Hij wil daar zelf bepaalde acties op nemen en verlangt dat van het personeel zelf ook.”
Pijler 2, het risicomanagement, is volgens De Rooij eigenlijk waarom het draait: je risico’s in kaart brengen. “Het gaat allemaal om het beheersen ervan; dát is omgaan met veiligheid. Wij opereren altijd met een bepaald risico, net als in het dagelijks leven gebeurt. Maar zorg dat dat beheerst is; teruggebracht naar een acceptabel niveau. In vredestijd is ieder slachtoffer dat valt er 1 te veel. Alles moet erop gericht zijn dat te voorkomen. En dat doen we bij de luchtmacht eigenlijk best wel goed.”
‘Omgaan met veiligheid: Zorg dat dat beheerst is; teruggebracht naar een acceptabel niveau.’
‘Can do’ is goed – maar niet altijd
Dat komt ook in het onderzoek van Van der Veer naar voren. Waaraan het met name ontbreekt is oog van de Defensiebrede top voor de risico’s binnen de organisatie. “Bij de luchtmacht heeft het altijd wel goed tussen de oren gezeten, maar natuurlijk laten wij ook wel eens een steek vallen. Door alle bezuinigingen van de afgelopen decennia is ook een deel van het safety-personeel afgeschaft. De ‘can do’-mentaliteit van de militair zorgt dat-ie continu doorgaat: de militair wil graag ‘doen’, koste wat het kost. Ze gaan tot het gaatje terwijl het dan niet altijd meer veilig is. De slag om weer écht volgens de regels te werken, hebben we de laatste 2 jaar moeten maken. Can do is goed, maar het mag voor een individu of de organisatie geen excuus zijn om de wet- of regelgeving te overtreden.”
Tot hier en niet verder
Een monteur pleegt bijvoorbeeld onderhoud aan een vliegtuig, maar door tekort aan personeel doet-ie er een 2e klus bij. Het controleren wordt dan vergeten en dan ontstaat er een potentieel gevaarlijke situatie. Heeft er iemand schuld? “Als je zoveel hebt moeten bezuinigen, is de omgeving voor fouten door de bezuinigingen gecreëerd. We hebben dat binnen de luchtmacht redelijk binnen de perken gehouden. Bij ons zijn er ook incidenten geweest, maar gelukkig niet met dodelijke slachtoffers. Ook al hebben we steeds minder middelen, dan nog hoort de top op een gegeven moment te zeggen: tot hier en niet verder. Dit is onverantwoord.”
‘Het wil niet zeggen dat niets misgaat, want net als in ieder bedrijf gebeurt dat ook bij ons’
Rode knop
De luchtmacht doet dat bijvoorbeeld door de helikopterinzet in Mali te stoppen en een jaar lang geen F-16’s naar het Midden-Oosten te sturen. “Maar Eindhoven heeft ook een paar dagen een stand down gehad om de neuzen weer dezelfde kant uit te krijgen. Daar zijn echt een paar goede bedrijfsveiligheidsstappen genomen om de zaak weer op orde te krijgen.
De praktijk is dat er niet of niet snel iemand van de werkvloer op de spreekwoordelijke rode knop drukt. 'Jij' wilt niet de persoon zijn die een proces stillegt en een vliegtuig misschien 2 dagen later de hangaar uitkomt. ‘Je’ wilt ook niet onder doen voor anderen die wel doorgaan, dus je zal echt iets moeten doen aan die cultuur.”
Cultuurverandering
Is dat dan – nu – het grootste probleem: wel willen maar niet durven? “Het heeft de afgelopen tijden zeker meegespeeld, maar juist het laatste jaar vragen we daarvoor meer aandacht. We worden daar beter in, mensen worden mondiger. Dat dóen, dragen we als luchtmacht ook zoveel mogelijk uit. Naast meer geld voor personeel, middelen en training – onder andere dus voor veiligheid – is dat de enige manier om de die cultuur te veranderen.”
‘Het wil niet zeggen dat niets misgaat, want net als in ieder bedrijf gebeurt dat ook bij ons’
“Als de pers schrijft dat we niet goed omgaan met gevaarlijke stoffen, kun je dat dus het best bestrijden met goede argumenten en onderbouwd duidelijk maken wat je hebt gedaan. Daar waar nodig, is de luchtmacht dus ook dit pad met verbeteringen ingeslagen. Het wil niet zeggen dat er geen dingen misgaan, want net als in ieder bedrijf gebeurt dat ook bij ons. Maar we zijn continu bezig een verbeterslag te maken. Een van de grote stappen die de het CLSK nu zet, is het verder doorontwikkelen van het SMS.”
In de komende Vliegende Hollanders leest u meer over safety en het SMS binnen het CLSK.
Tekst: Arno Marchand
Afbeeldingen: Stafgroep Safety