07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2018

Een dag in het zonnetje

x
Alle foto’s bij dit artikel zijn illustratief en hebben dus geen betrekking op de kinderen waarop OOV zich richt.

Op Onze Vleugels geeft kinderen onbezorgde dag op luchtmachtonderdeel

Een zusje van een chronisch zieke zoon van een luchtmachtmilitair weet al jaren dat de zorg van haar ouders zich grotendeels op hem richt. Ze klaagt niet, maar hoe fijn is het als juist zij eens alle aandacht krijgt? Of een kind waarvan de vader is overleden. Precies op zulke kinderen mikt het nieuwe welzijnsinitiatief van de luchtmacht. ‘Op Onze Vleugels’ geeft kinderen van personeel werkzaam bij de luchtmacht een dag een steuntje in de rug met een leuke, maar vooral ook onbezorgde dag bij of met de luchtmacht.

De Koninklijke Luchtmacht heeft een lange geschiedenis als het gaat om welfare; goed doen voor anderen. “Maar altijd was dit voor belanghebbenden buiten de luchtmacht zelf, zoals KIKA, Stichting Doe een Wens enzovoort”, geeft initiatiefnemer van Op Onze Vleugels (OOV) Lobke Degenaar aan. Het voormalig plaatsvervangend hoofd Luchtmachtcommunicatie weet uit eigen ervaring maar al te goed waarover ze het heeft. “Ik zag wat die organisaties deden, maar de luchtmacht op haar beurt deed op dit gebied niet iets vergelijkbaars voor haar eigen personeel. Tuurlijk, thuisfrontdagen waren en zijn er wel, maar die zijn gekoppeld aan uitzendingen en voor alle familieleden, net als een familiedag. Beide heel goed en belangrijk, maar dat is massaal. Ik wilde juist iets voor het individu; het kind in het middelpunt.”

Luchtmachtonderdelen krijgen veel verzoeken, onder meer van de Stichting Hoogvliegers. Maar wat doet de luchtmacht voor (kinderen van) het eigen personeel?

‘Wat kunnen we concreet doen voor de achterban van onze eigen mensen?’

Niet alleen Lobke loopt met dit idee rond. Nicole Luyt heeft dezelfde gedachte, opgedaan tijdens diverse ervaringen in het buitenland van haar man, C-LSK Dennis Luyt. “Daar is het veel gebruikelijker dat het krijgsmachtdeel op allerlei manieren niet alleen het eigen personeel, maar ook het thuisfront ondersteunt.”
De visie van de huidige C-LSK is onder andere herstel van de operationele inzetbaarheid, met goed functionerend personeel. Lobke: “Toen ontstond bij mij het idee: ‘Wat kunnen we concreet doen voor de achterban van onze eigen mensen?’ Als die namelijk happy is, steunt dat de luchtmachter in zijn dagelijks werk.” Nicole en Lobke zitten dus geheel op 1 lijn: het kind is de doelgroep. “Ik heb als vrijwilliger bij de Hoogvliegers ervaren hoe belangrijk een dag als deze is”, geeft Nicole aan.

Het kind in kwestie mag kiezen wie hij of zij meeneemt. Dat mag met een ziek broertje of zusje, maar kan dus ook met vriendjes en vriendinnetjes en dan zonder ouders. Dat heeft effect op iedereen, dus niet alleen op het kind dat in het zonnetje wordt gezet.

‘Als een kind met een lach thuiskomt na een dagje luchtmacht, kun je daar als gezin enorm op teren’

Kind bepaalt

“Maar ons gaat het nu juist niet alleen om het zieke kind dat al een ‘etiket’ heeft en waarvoor al veel wordt gedaan”, vervolgt Nicole. “Het gaat ons om de kinderen die dat niet hebben, uit gezinnen die een knauw hebben gekregen.” Het kind bepaalt dan ook wie er mee mag. Dat mag dus ook zonder ouders. Lobke: “Dat heeft dan ook op hen een positieve uitwerking, want zij hebben dan even tijd voor elkaar; even geen zorgen om ‘het’ kind. Als dat vervolgens met een lach thuiskomt na een dagje luchtmacht, kun je daar als gezin enorm op teren. Op die manier zorg je goed voor elkaar; ook dat is een deel van de luchtmacht die we willen zijn.”

Het kan best zijn dat diverse ‘gezinnen’ op één dag samen komen, als de activiteit zich daarvoor leent.

Niet naar binnen kieperen

Logische vraag is natuurlijk dan ‘hoe’? “We hebben heel goed gekeken naar draagvlak binnen de organisatie, dus niet zomaar extra werklast naar binnen kieperen”, zegt Lobke. “Alle commandanten zijn benaderd en met hen zijn afspraken gemaakt.” “We merkten in het begin wat wrijving op de velden”, vult Nicole aan. “‘Kunnen we onze eigen acties dan nog wel blijven doen?’ Zeker! Het is aan de CVB te beslissen wat wel en niet gebeurt. En dit mag nooit ten koste gaan van operationele inzet, dus alleen als er ruimte in de organisatie is.”

Nu eens alle aandacht voor een kind waarvan bijvoorbeeld de moeder of vader is overleden, of met een ziek broertje of zusje. Met een grote glimlach een dagje uit.

‘Eigenlijk wil iedereen meewerken – mensen doen graag iets voor een ander’

Moeilijk

Lobke en Nicole trekken de kar niet alleen. 5 tot 10 anderen personen zijn in totaal met de opzet van OOV bezig. "Maar", benadrukt Nicole, “het gaat zeker niet om ons.” Via haar is al een aantal partners van officieren benaderd. Er is een grote pool van vrijwilligers die wordt aangesproken. Stafadjudanten is gevraagd een coördinerende rol op zich te nemen. “Eigenlijk wil iedereen wel meewerken”, zegt Nicole. “Mensen doen graag iets voor een ander. Gezinnen vinden het vaak moeilijker om te ontvangen. Meestal komt een signaal dan ook van de werkvloer.” Lobke: “Een kennismakingsgesprek doen we nooit alleen. Altijd met één of meerdere personen erbij: de leidinggevende, een geestelijk verzorger of nog iemand anders. Door veel bekendheid te geven aan wat we doen, hopen we dat mensen zichzelf durven aan te melden.”

Geen dierentuin

Om niet overspoeld te worden, houdt OOV de mazen in het net nu nog heel klein. De omschrijving van de doelgroep staat heel precies op intranet. En wat kunnen kinderen dan allemaal doen? Voor de dagjes uit heeft OOV een aantal concepten klaarliggen. Dat kan een dag of een deel ervan zijn, afhankelijk van de leeftijd of het weer, bijvoorbeeld bij het varen met een luchtballon. Verder is er bijvoorbeeld een bezoekje luchtmachtbrandweer, koken bij Paresto, muziek maken bij en met de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht. Lobke: “Het gaat niet om 'hoe groter, hoe beter'. We bieden het kind en maximaal 3 anderen een dagje uit bij de KLu.” “We gaan dus niet een dagje naar de dierentuin,” vult Nicole aan, “maar juist naar een luchtmachtonderdeel of met de luchtmacht op locatie.”

De Commandant Luchtstrijdkrachten is beschermheer van OOV. De huidige, luitenant-generaal Dennis Luyt, levert bij zijn vertrek een opvolger aan.

‘Het gaat niet om 'hoe groter, hoe beter' – we bieden een dagje uit bij de KLu’

Nicole benadrukt dat het gaat om het bieden van een dagje positiviteit. “We leveren dus heel duidelijk géén therapie. Bewust daarom hebben we ons ook niet ‘onder onze vleugels’ genoemd. Dat doen we namelijk niet. We tillen je – een dagje – op. Elke mooie dag is er één.” Lobke: “Ik heb inderdaad geen oplossing voor de situatie. OOV komt jullie alleen wat steun bieden.” Nicole besluit: “Mijn drijfveer is onze mensen en middelen gebruiken om ‘kinderen van de luchtmacht’ die dat even nodig hebben, een onvergetelijk moment te bezorgen.”

Meer lezen over OOV? Kijk daarvoor op het intranet van de luchtmacht. OOV-folders staan bij het Sociaal Medisch Team en de Geestelijke Verzorging.

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: uit archief Mediacentrum Defensie