07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2016

Doorbraak C-130 Ops: tijdelijke naderingsprocedure

x
Foto boven: Soms is een airdrop de oplossing bij slecht-weer-omstandigheden. Maar bij het ophalen van mensen of materieel moet je het toestel toch aan de grond zetten.

Expertise uit eigen huis op nieuwe manier gekoppeld

Regen, mist en kleine zandstormen vormen sinds kort geen show stopper meer voor de vliegcrew van de C-130 Hercules. Tegenwoordig zet de bemanning ook bij slecht weer het toestel aan de grond op zandstroken, grasvelden of oude voormalige vliegveldjes. Hiervoor ontwikkelden een tweetal innovatieve luchtmachters samen met een landmachter een tijdelijke naderingsprocedure. De kosten? Een paar extra manuren.

Temporary Instrument Approach Charts staan niet in de standaard publicatie- en navigatiedatabase. Ze moeten met de hand worden ingevoerd. Dit gebeurt altijd door 1 van de vliegers, terwijl de ander zijn acties controleert. Foto’s: Rob Gieling (l.) en 336 Squadron.

Dat de oplossing zo dichtbij lag, is misschien best opmerkelijk. Zonder dure ontwikkelkosten en het creëren van extra bureaus of functies lossen drie heren relatief eenvoudig een groot operationeel probleem op. “Een Hercules die niet kan landen, vertraagt de operatie enorm”, weet initiatiefnemer landmachtmajoor Igor de Fretes, Ground Liason Officer van het 336 Squadron. “Je missiepartners raken gefrustreerd: hun materieel of mankracht komt later dan gepland of een eenheid wordt niet op dat kritische moment opgepikt uit een gevaarlijk gebied.”

Pathfinders moeten het terrein vooraf wel altijd controleren op veranderingen”, zegt Hercules-vlieger Darryl: “Zo kunnen er ‘opeens’ masten of windmolens staan of legt een boer plots een berg hooi precies voor de baandrempel van de landingszone neer.” Foto’s: Herman Zonderland (l.) en Evert-Jan Daniels

Lijstje

Als pathfinder ondervond De Fretes zelf hoe vervelend dit is. “Kunnen we hier nou niet iets op bedenken?”, vroeg hij zich af en stapte op Hercules-vlieger kapitein Darryl af om samen te zoeken naar een oplossing. “Hij heeft net zo’n innovatieve mindset als ik én kent de vliegtechnische kant van het probleem.” De twee beginnen simpel en maken een lijstje met wat er op een normaal werkend vliegveld voor handen is voor het geval je een ‘slecht-weer-landing’ moet maken: een luchtverkeersleider, gecertificeerde naderingsprocedures, navigatiebakens en diverse markeringen en lampen op de baan. Allemaal zaken die een tijdelijke landingszone in een afgelegen gebied niet heeft. De Fretes: “We hebben wel onze pathfinders met mobiele lampen en markeringen.” “Maar een navigatiebaken op de grond en een bestaande naderingsprocedure waarop we kunnen vertrouwen, ontbreken”, vult Darryl aan. “En dat laatste is essentieel. Pathfinders kunnen het landingsgebied en de obstakels in kaart brengen, maar geen naderingsprocedure ontwerpen. Die begint namelijk al ver voor aankomst op de landingszone.”

De Fretes (l.) vertaalt het grondplan van landmachteenheden voor luchtmachtpersoneel en is daarmee de schakel tussen de land- en luchtmacht. Schrijvers ontwerpt en beheert samen met een aantal collega’s de instrument vertrek- en naderings-procedures voor de KLu-vliegbases. Foto’s: Herman Zonderland (l.) en Hans Roggen

Nooit eerder gedaan

Maar wie ontwerpt zo’n procedure normaal eigenlijk, vragen de heren zich af. Wellicht kan die helpen? Ze komen uit bij een gespecialiseerd tak van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen: Bureau Procedures for Air Navigation Services and Operations. “Igor en Darryl vroegen of het mogelijk was om op ad hoc basis een naderingsprocedure te ontwerpen voor tijdelijke landingszones. Iets wat we nooit eerder gedaan hadden”, vertelt eerste luitenant Marcel Schrijvers. Hij is één van de Flight Procedure Designers en nam het project over van zijn voorganger Bas Smeulders (die naar Australië emigreerde). “Normaal is dit een proces van 50 tot 120 uur, afhankelijk van de complexiteit. Het hele proces van ontwerp tot publicatie neemt echter zo’n negen maanden tot een jaar in beslag. Er gaat veel tijd zitten in het verzamelen van omgevings-, obstakel en vliegveldconfiguratiegegevens, overleg met alle betrokkenen, testvluchten, evaluaties en controles door diverse instanties zoals de Militaire Luchtvaart Autoriteit.”

‘C-130 niet landen? Missiepartners raken gefrustreerd’

Nederland is wereldwijd één van de weinige landen met een Temporary Instrument Approach Chart. De Amerikanen en Fransen werken er ook al mee, maar doen dat net als Nederland alleen voor eigen vliegtuigen. Dergelijke tijdelijke procedures worden nooit gepubliceerd voor andere gebruikers. Foto: Frank Crébas

Stappen overslaan

Voor het maken van een tijdelijke naderingsprocedure, kunnen de ontwerpers veel stappen overslaan, zo bleek. Terreingegevens verzamelen hoeft bijvoorbeeld niet, want dat hebben de pathfinders die sowieso ter plaatse zijn dan al gedaan. Verder is het hele publicatieproces niet aan de orde, omdat de procedure nooit zal worden gepubliceerd en de approach chart slechts voor 1 type vliegtuig geldt, de C-130. Schrijvers: “Daardoor kunnen we de productietijd aanzienlijk verkorten. Al moeten we ons wel honderd procent op de opdracht kunnen focussen en andere taken even parkeren. Maar dat lukt, aangezien alle collega’s hier de operationele noodzaak inzien van de aanvraag.”

‘Approach chart gelden slechts voor 1 type vliegtuig’

Alleen extreem slecht weer zoals onweersbuien, dichte mist en flinke zandstormen kunnen het vliegverkeer belemmeren. Met de Temporary Instrument Approach Chart kan een C-130 tijdens 95% van alle weersomstandigheden landen en opstijgen. Foto: sergeant Sjoerd Hilckmann

Blindelings vertrouwen

De tijdelijke naderingsprocedure, ofwel de Temporary Instrument Approach Chart, moet in vredestijd eerst zorgvuldig getest worden door de vliegers. Dat doen ze met goed weer. “Maar tijdens operationele inzet is dat vaak niet haalbaar”, weet de Hercules-vlieger. Wordt een veiligheidsrisico in dat soort situaties dan maar op de koop toegenomen? “Nee hoor”, stelt Darryl gerust. “We hebben het werken met een Temporary Instrument Approach Chart natuurlijk eerst een aantal keer beoefend om te kijken of we er blindelings op kunnen vertrouwen. Dat hebben we op diverse plekken gedaan bij goed weer. Klopt er iets niet, dan zie je dat gelijk omdat je dan goed zicht hebt.” Maar de aanpak blijkt te werken: met gebruik van de juiste informatie ‘rollen’ er binnen 72 uur betrouwbare ‘approach charts’ uit voor twee aanvliegrichtingen. “Het oefenen draagt overigens ook heel sterk bij aan het onderling vertrouwen tussen de verschillende spelers”, weet Darryl. “Wat dat betreft is het wellicht meer iets psychisch. De vliegprocedure an sich is voor een vlieger immers niet anders.”

Binnenkort wordt het instrument ook opgenomen in de trainingsprogramma’s; zowel in echte oefeningen als op de vliegsimulator. Darryl: “Als het dan een keer echt nodig is, weet je dat het goed zit.”

Diverse Nederlandse inzetlocaties in het buitenland hebben inmiddels beproefde, dus gecertificeerde, tijdelijke naderingsprocedures die met slecht weer gebruikt kunnen worden. Foto: Arno Marchand

Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk