08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04-2016

Langzaam maar gestaag

Foto boven: Een Europese politieke verklaring van maart 2012 geeft aan dat AAR-capaciteit binnen Europa met prioriteit ontworpen moet worden. Foto: Joris van Boven

EART bouwt aan kennis, kunde en ervaring Europese tankercapaciteit 

“Dit kan zo niet langer”, was 4 jaar geleden de conclusie van de European Defence Agency na de inzet van tankvliegtuigen tijdens Operation Unified Protector (OUP) in 2011. Deze luchtoorlog boven Libië toonde aan wat al lang en breed bekend was, namelijk een schreeuwend tekort aan Europese air-to-air refueling-capaciteit, training en kennisopbouw. Aan die laatste 2 wordt sinds een paar jaar hard gewerkt, onder andere met de European Air Refueling Training (EART).

De eerste EART was in 2014 met 3 landen: Duitsland, Italië en Nederland. Vorig jaar sloot Frankrijk aan, net als dit jaar.
Binnen het EATC is Van der Biezen Head of Functional Division.

30 tankvliegtuigen voor 300 gevechtstoestellen. Da's niet genoeg, maar wel alles wat de geallieerde Europese luchtmachten op de mat kunnen brengen tijdens OUP. “Dat wordt in de toekomst wel beter,” zegt kolonel Jurgen van der Biezen, plaatsvervangend hoofd EART, “maar dat duurt nog even.” In 2025 heeft 'Europa' naar verwachting de beschikking over maximaal 69 vliegtuigen met mogelijkheden tot bijtanken. Van der Biezen: “Daarmee is het gat ten tijde van Libië redelijk gedicht en 1 van de 3 opdrachten van het Europese Defensie Agentschap (EDA, red.) ingelost.” Dat is dan overigens wel wel 14 jaar na dato.

Vanuit het Remote Aerial Refueling Operating Station bedient Loadmaster-boomoperator 'J-P' de flying boom met 2 handles: de boom flight control stick en de telescope stick. “Op 3 3D-monitoren kan ik precies zien wat er achter de kist en links en rechts gebeurt. Tanken gaat meestal met de minst mogelijke communicatie, meestal alleen een call sign check. De rest van de aanwijzingen gaat via lichten onder de romp. Ik probeer die boom in 1 keer goed in de kist te krijgen. Dat is het spel en voor mij het leukste om te doen. Voor mij is dit 1 van de mooiste jobs!” 

Nederland heeft al jaren met de 2 KDC-10'en schaarse strategische tankercapaciteit in huis. foto: Joris van Boven

Afstemmen en standaarden

Het eerder aangehaalde 'Europa' omvat dan de landen aangesloten bij het European Air Transport Command (EATC) op vliegbasis Eindhoven. Het aantal tankvliegtuigen binnen dit commando is nu nog slechts 19. Het EATC organiseert tevens de European Air Refueling Training (EART), dit jaar al voor de derde keer. Met deze gezamenlijke oefening – die niet toevallig samenvalt met Frisian Flag waar grote behoefte is aan tankercapaciteit – geeft het EATC invulling aan EDA-opdracht 2. Voordat deze tankertraining bestond, was er namelijk simpelweg geen oefening hier specifiek op gericht. Want hoe handig en belangrijk tankvliegtuigen ook zijn, zonder samenwerking doe je niet veel. Zo is de Specialized Heavy Air Refueling Course, kortweg SHARC, de opleiding om als AAR-planner te kunnen opereren op hoofdkwartieren. Tijdens de EART worden procedures op elkaar afgestemd en standaarden afgesproken. SHARC-cursisten fungeren nu bij de Frisian Flag-staf op Leeuwarden als tankplanner. Zij weten nu precies hoe, waar en wanneer je tankvliegtuigen op de juiste manier inzet.

Het tekort aan Europese tankvliegtuigen werd al pijnlijk duidelijk tijdens Allied Force in 1999. 12 jaar later tijdens OUP is het aantal nog steeds ver onder de maat. Ter vergelijking; in Europa zijn anno 2016 maximaal 42 tankvliegtuigen beschikbaar in 10 types, in de USA meer dan 550 van 3 types.
De Franse C-135 tankers kunnen door hun langere turn around-tijd op de grond meestal alleen 's ochtends of 's middags een missie vliegen. Foto: Joris van Boven

Gevorderden

Want andere toestellen bijtanken, daar draait het uiteraard bij een tankvliegtuig uiteindelijk om. De EART valt dan ook in 3 delen uiteen: een deel samenwerking met Frisian Flag fighters en een deel leren en opbouwen van kennis, de zogeheten academics. Deel 3 zijn specifieke AAR-procedures op de grond en in de lucht. De eerste EART in 2014 was vooral het samen werken en ervaren en een eerste uitwisseling van ervaringen. In 2015 is er ruimte ingepland voor een eerste theoretische onderbouwing. Dit jaars EART onderscheidt zich van de 2 voorgaande edities door vooral meer theorie voor gevorderden.

Adjudant Stephane is Flight Engineer en boomer op de Stratotanker van de Armee de l'Air, bouwjaar 1962. “De tankboom stuur ik – liggend op mijn buik – vanuit een kleine ruimte onder de romp. Het probe-and-droge-systeem (met tankslang vanuit een gondel onder de vleugeltip, red.) bedien ik vanuit de cockpit. Daarvoor moet ik een kwartslag draaien zodat ik op 2 monitors kan zien wat er aan iedere vleugel gebeurt. Sturen kun je die slangen niet. Het is aan de vlieger om zijn probe in onze drogue te mikken.”

De Italiaanse deelname (rechts de KC-767) aan EART editie 3 was beperkt tot week 1. Foto: Joris van Boven

Expertisecentrum

Blijft over EDA-opdracht 3: kennisopbouw. Die was onvoldoende aanwezig. Hoe gebruik je bijvoorbeeld tankers (nu en) in de toekomst effectief en efficiënt en hoe plan je hun inzet? Ook daaraan wordt gewerkt, in Poggio Renatico in Italië waar bijvoorbeeld de air-to-air refueling (AAR)-planner course draait. Op Eindhoven is bij het EATC eveneens capaciteit gecreëerd met de oprichting van de AAR Cell. Die vormt de tot dan toe ontbrekende link tussen het EATC en de tankercellen bij de diverse Europese luchtmachten. Van der Biezen: “Voor de komende jaren is het mijn streven die AAR cell om te vormen tot een AAR-expertisecentrum.”

Europa bouwt dus aan de toekomst van haar tankercapaciteit. Dat gaat langzaam, maar gestaag.

In 2025 heeft het EATC naar verwachting de beschikking over bijna 70 vliegtuigen met mogelijkheden tot bijtanken. Daarbij gerekend zijn dan 44 AAR-kits die de A400M vrachtvliegtuigen kunnen vervoeren. Foto: Joris van Boven

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Paul Tolenaar