02

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 02

Met COP heeft meldkamer Marechaussee goud in handen

Tekst Kapitein Nico Schinkelshoek
Foto Foto’s: Rob Gieling

‘Versie 2.0 is compleet anders dan 1.0’

Uitgebreider, sneller en toegankelijker. Het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) overhandigde afgelopen december de Common Operational Picture (COP) 2.0 aan de collega’s van de Koninklijke Marechaussee. Met deze vernieuwde, realtime plattegrond van Nederland kunnen de centralisten in de meldkamer de eenheden in het land nog beter aansturen. “Ik kan er kort over zijn: ik ben hier retetrots op”, zegt projectleider Erik Trapman van het IT-bedrijf van Defensie.

Het embleem van de meldkamer op de lichtblauwe mouw van adjudant Sipke.
Het is nu ook mogelijk om speciale operaties aan te maken waarmee slechts een beperkt aantal collega’s kan zien welke eenheden bij een incident betrokken zijn.

Voor de centralisten geldt deze kaart als ‘hoofdgereedschap’. Sinds de eerste versie ervan in 2018 verscheen, ontwikkelde het zich tot een onmisbaar platform binnen de meldkamer. Zowel statische als operationele informatie is erin terug te vinden. Denk daarbij aan het volledige wegennet en bijvoorbeeld de spoorlijnen in ons land, maar ook de live locatiegegevens van de operationele eenheden en incidenten. Gebruikers kunnen al deze verschillende kaartlagen zelf (on)zichtbaar maken.

De centralist stuurt collega’s aan met de COP

Drie jaar na de oplevering van versie 1.0 speelt ook deze nieuwste variant een grote rol in het informatiegestuurde optreden (IGO) van de Marechaussee. Binnen IGO worden besluiten genomen op basis van beschikbare informatie. Om die informatie snel te verzamelen en analyseren is situational awareness (SA) nodig. ”Dat betekent dat je een beeld hebt van hoe de situatie realtime is. Door allerlei informatie op de COP te tonen, kan de centralist aansturen”, aldus Erik.

Ja, voor het tijdperk COP kreeg de Marechaussee veel van deze informatie ook wel binnen, maar niet op de grafische en overzichtelijke wijze zoals dat nu het geval is. Met het systeem worden de collega’s in het land aangestuurd. “We hebben dit nodig. Punt. Wij zijn de lifeline voor de mensen op straat en moeten dat ook waar kunnen maken”, benadrukt 2e teamleider meldkamer adjudant Sipke. Volgens hem is het dan wel noodzakelijk om te weten waar iedereen zich bevindt.

Adjudant Sipke en Erik geven uitleg over de COP. Daarbij maken ze gebruik van hun handen om informatie over te brengen. De twee zijn vanaf verschillende posities zichtbaar.
Adjudant Sipke en Erik geven uitleg over de COP. Daarbij maken ze gebruik van hun handen om informatie over te brengen. De twee zijn vanaf verschillende posities zichtbaar.

Volgen van eenheden

Daarmee komen we gelijk bij een eerste grote verandering van dit ‘capaciteitsmanagementsysteem’ ten opzichte van versie 1.0. Want waar de collega’s voorheen op de kaart te volgen waren via de C2000-apparatuur in de dienstauto (een gesloten communicatienetwerk) die elke dertig seconden een locatie-update gaf, zorgden de ontwikkelaars er met nieuwe trackers in de dienstvoertuigen voor dat hun locaties nu veel vaker een update krijgen in de COP, afhankelijk van de snelheid van de auto en de afstand die het voertuig aflegt. “Zo kan de OPS-room (meldkamer) bij een achtervolging bijvoorbeeld zien waar de collega’s exact rijden”, noemt Sipke als voorbeeld van deze verbetering.

Een computerscherm waarop de COP in werking te zien is. Te zien is een kaart van Nederland met daarop verschillende icoontjes die het type melding aangeven dat binnenkomt.
Gebruikers hebben verschillende rechten voor het systeem, afhankelijk van hun werkzaamheden. Zo kan een centralist veel uitgebreider in de kaart kijken dan andere collega’s.
Een computerscherm met daarop de COP in werking. Te zien is een deel van Nederland waarop is ingezoomd. Een straat is in de plattegrond gemarkeerd met een rode lijn.
Er zitten ook uitlegvideo’s in versie 2.0. Je kunt daarnaast nu bijvoorbeeld ook afstanden meten binnen de COP.

Bovendien is in de realtime plattegrond nu zichtbaar waar alle incidenten in het land zijn. Op het moment dat er ergens een aanrijding is die ook relevant is voor de Marechaussee, volgt er een melding in het geïntegreerde meldkamer systeem (GMS). De vernieuwde COP toont al die GMS-incidenten. “We kunnen vervolgens zien wie van ons binnen vijftien minuten bij zo’n incident kan zijn. Ook zijn in de COP de snelste aanrijroutes zichtbaar”, legt Erik uit. Omdat de COP volledig met het GMS gekoppeld is, kan de Marechaussee hier dus ook meldingen inzetten die andere hulpdiensten weer kunnen inzien.

Een telefoonscherm waarop de applicatie te zien is. Op een kaart van Nederland staan icoontjes met daarop het type melding dat binnenkomt.
COP is tegenwoordig ook beschikbaar op de defensietelefoon.
Een telefoonscherm waarop de applicatie te zien is. Een klein gebied op de landkaart is gemarkeerd met een rood vlak.
Het systeem onthoudt de persoonlijke voorkeuren.

Levens redden

In totaal zijn er dertien van dit soort beveiligde, externe verbindingen. Zo komen in de meldkamer op Camp New Amsterdam bijvoorbeeld ook alle ‘prio 1-meldingen’ van de politie binnen. Daarbij is sprake van levensbedreigende situaties. De meldingen blijven tien minuten in beeld. “Als er binnen vijf kilometer een Marechausseemedewerker is, zien we dat op de kaart. Onze meldkamer heeft dan contact met die van de politie om te bespreken of we kunnen helpen”, legt Sipke uit. Sinds deze koppeling er is, werden naar alle waarschijnlijkheid meerdere mensenlevens gered. Want zij ontvingen daardoor sneller medische hulp. “Je kunt zo het verschil maken.”

Adjudant Sipke in gesprek met een collega in de meldkamer. Hij staat naast haar bureau en houdt één hand op het beeldscherm, terwijl zij op haar stoel zit.
In versie 2.0 kan je favorieten aanmaken (bijvoorbeeld kaartlagen) en filteren op de prioriteit van een incident.

Door een nieuwe koppeling in versie 2.0 werden waarschijnlijk meerdere levens gered

Pittige discussies

Volgens de adjudant is het contrast qua gebruiksvriendelijkheid met de eerste versie ook enorm. “Versie 2.0 is compleet anders en veel mooier dan 1.0.” Om tot het eindproduct te komen, voerden de teams van Erik en Sipke soms ‘pittige discussies’ met elkaar. Toch blikken ze terug op een goede samenwerking tussen het JIVC en de Marechaussee. “In korte cycli is telkens een stukje functionaliteit toegevoegd”, vertelt Erik. “Soms maanden niets, soms waren er meermaals per maand veranderingen, afhankelijk van de prioriteit ervan.” De centralisten mochten zelf actief meedenken over de ontwikkelingen. Het systeem is dus mét en vóór de Marechaussee gemaakt.

Video Player

Media error: Format(s) not supported or source(s) not found

Download File: https://www.rovid.nl/def/kmar/2025/def-kmar-20250314-idqm53wye-bron.mp4
00:00
00:00
00:00

Voor alle operationele medewerkers

Een van de meest recente belangrijke veranderingen die werd doorgevoerd was de toevoeging van een mobiele versie. De meldkamer is dan wel de belangrijkste en grootste gebruiker, alle operationele medewerkers hebben toegang tot het product. In totaal gaat het om zo’n 4.500 mensen. Onder meer op hun defensietelefoons kunnen zij de iets versimpelde variant ook zelf raadplegen. “Daar wordt steeds meer gebruik van gemaakt”, aldus Sipke. In totaal gaat het om honderden gebruikers die de COP dagelijks openen.

Na negen jaar is de COP helemaal klaar

Als het aan de twee heren ligt, kunnen die duizenden personen in de toekomst nóg meer toepassingen verwachten, zoals de zichtbaarheid van drones in daarvoor verboden gebieden. Denk aan de omgeving rond Schiphol of Rotterdam The Hague Airport. “Vanuit de meldkamer kunnen we dan aan de collega’s ter plaatse vragen of ze de drone zien, met als doel de piloot staande te houden”, zegt Sipke. “Het zou een mooie toevoeging zijn.”

EODD en DBBO

Niet alleen de Marechaussee, ook de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en de Defensie Bewaking en Beveiligingsorganisatie (DBBO) kunnen het systeem gebruiken. Daarmee wordt het veel breder ingezet dan alleen de meldkamer van de Marechaussee.

Van alle defensielocaties is zeer uitgebreide informatie in de COP te zien. Op het moment dat er brand is, kan de DBBO daarmee bijvoorbeeld duidelijk zien waar dat is en waar eventuele aansluitpunten voor brandslangen zijn.

Portretfoto’s van Erik, leunend op een houten bordje met daarop de tekst ‘OPSCENT’ en Sipke, die zijn gezicht richting de camera draait terwijl hij aan zijn bureau zit.
“Het is lastig om iets te realiseren met de beperkingen op het gebied van bijvoorbeeld beveiliging en infrastructuur. Hiermee laten we zien dat dat binnen de kaders van dit project is gelukt.”

Maar, op de korte termijn zullen alleen kleine aanpassingen en verbeteringen volgen, want “na negen jaren van toewijding aan dit ‘ingewikkelde product’, is het nu écht af”, zegt een trotse Erik. “Inmiddels is de COP een complete applicatie en is de dienst overgedragen aan beheer, zoals we dat bij JIVC noemen”, legt hij uit. “De eerste versie hebben we ontwikkeld met de beste bedoelingen van de ontwikkelaars, maar we hebben inmiddels veel verbeterd. Ik ben trots om dit gereedschap aan de collega’s te geven zodat zij ermee kunnen werken.”

Adjudant Sipke van achteren gefotografeerd aan zijn bureau. Op zijn rug is de tekst ‘Koninklijke Marechaussee’ zichtbaar.
Adjudant Sipke zit achter zijn bureau in de meldkamer. Voor hem grote computerschermen die zijn opgedeeld in kaders, op de achtergrond een muur met daarop led-schermen die verschillende camerabeelden tonen.