Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Nieuwe tijdelijke radar Nieuw Milligen
Een nieuwe radar in Nieuw Milligen bewaakt sinds deze maand het luchtruim in Nederland. Het gaat om de Ground Master 400a van fabrikant Thales. Deze vervult de taken tot het nieuwe SMART-L-radarstation in Herwijnen operationeel is.
Net als de mobiele NAVO-radar die de afgelopen 4 maanden dienst deed, is de Ground Master een interim oplossing voor de Medium Power Radar. Deze werd eind maart na 52 jaar voorgoed uitgezet.
SMART-L-radarstation
De SMART-L is een moderne radar voor militair gebruik. In het Friese Wier is dit type al sinds 2021 operationeel. De Ground Master 400a is qua techniek vergelijkbaar met de SMART-L, alleen compacter en transporteerbaar. Daarnaast is de SMART-L breder inzetbaar. Deze kan op langere afstanden ook ballistische raketten detecteren en volgen.
De GM400a wordt met name ingezet bij conventionele luchtdreiging op een willekeurige locatie. Dat maakt deze radar uitermate geschikt om de noodzakelijke radardekking boven Nederland te versterken.
Met beide radars bewaakt Defensie het Nederlandse deel van het NAVO-luchtruim en begeleidt militaire luchtoperaties. Ook ondersteunt de krijgsmacht er civiele partijen mee. Denk aan de politie en andere opsporingsdiensten.
Toegezegde Leopard 2-tanks naar Oekraïne
De veertien Leopard 2A4-tanks die Nederland en Denemarken voor Oekraïne hebben gekocht, gaan deze zomer naar het door oorlog geteisterde land. De gevechtstanks zijn de afgelopen maanden opgeknapt en getest.
Nederland kocht vorig jaar samen met Denemarken veertien Leopard 2A4-tanks. Het ging om al gebruikte exemplaren die door de Duitse firma Rheinmetall zijn gereviseerd. Oekraïne kan de tanks inzetten in de strijd tegen de Russische agressor.
Eind juli ondergingen de laatste twee Leopard 2’s hun verificatietesten als onderdeel van de oplevering. Alle veertien tanks worden tegelijkertijd geleverd voor het einde van de zomer.
Minister Brekelmans: “Oekraïne heeft dringend meer militaire steun nodig, gezien de zware gevechten op het slagveld. Deze tanks kunnen een belangrijke rol spelen voor het Oekraïense leger om zich te verdedigen tegen de Russische troepen. Nederland blijft samen met bondgenoten en partners Oekraïne onverminderd steunen, zo lang als dat nodig is. Dat is cruciaal om Oekraïne te beschermen en de agressie van Poetin op afstand te houden.”
De Leopard 2A4 kan bijdragen aan het krijgen van een overwicht op het slagveld voor Oekraïne. De tanks beschikken over grote vuurkracht, bieden goede bescherming voor de bemanning en zijn snel.
Leopard 1-tanks
Nederland maakt deel uit van de internationale tankcoalitie die Oekraïne voorziet van moderne gevechtstanks.
In dit kader worden ook al Leopard 1-tanks geleverd. Bij dat project zijn Denemarken en Duitsland betrokken.
Nederland en Oostenrijk schaffen in totaal negen nieuwe militaire transportvliegtuigen aan van de Braziliaanse fabrikant Embraer. Het gaat om de C-390 Millennium. Daarvan zijn er vijf voor de Koninklijke Luchtmacht en vier voor Oostenrijk. De vijf toestellen voor Nederland vervangen de vier verouderde C-130 Hercules-transportvliegtuigen. Het contract voor de levering aan beide landen is op 22 juli in het Verenigd Koninkrijk ondertekend.
De samenwerking met Oostenrijk kwam vorig jaar tot stand. Die biedt grote schaalvoordelen voor zowel de aankoop als de toekomstige instandhouding van de toestellen. De gezamenlijke aankoop stelt beide landen bovendien in staat ervaringen en onderdelen uit te wisselen.
De ondertekende overeenkomst voorziet naast de vliegtuigen ook in trainingen, reservedelen en ondersteunend materieel. Nederland is verder voornemens een simulator te kopen.
Minder onderhoud
Met de nieuwe vliegtuigen vernieuwt en vergroot Defensie de luchttransportcapaciteit. Dat is hard nodig, want het einde van de levensduur van de oude toestellen nadert. Daarnaast wordt er vaker een beroep op luchttransport gedaan vanwege alle brandhaarden in de wereld. Dat is ook de reden voor de aanschaf van een extra toestel. De multifunctionele C-390 vergt daarnaast aanzienlijk minder onderhoud dan zijn voorganger.
Defensie meldde eerder al dat ze de C-390’s ging aanschaffen. Naar verwachting worden de eerste 3 vliegtuigen voor de Koninklijke Luchtmacht eind 2027 geleverd. Het Nederlandse Fokker Techniek voorziet de toestellen daarvoor al van speciale apparatuur. Die stelt Defensie in staat om de toestellen volledig geïntegreerd in NAVO-verband in te zetten.
Marine en industrie bundelen hun krachten voor maritieme veiligheid
De marine en de industrie slaan de handen ineen om te zorgen dat de schepen en hun wapenarsenaal op orde blijven. Dat is op 17 juli met handtekeningen bezegeld. Het akkoord vormt de eerste stap naar een langdurige samenwerking die voor maritieme veiligheid moet zorgen.
Defensie groeit. Dat is nodig omdat de veiligheidssituatie in de wereld verslechtert. Zowel de organisatie als de samenleving moet zich voorbereiden op de verdediging van het NAVO-verdragsgebied, dus ook van Nederland.
Voor de marine betekent dit de komende jaren een ingrijpende vernieuwing. De vloot wordt bijna volledig vervangen. Tegelijkertijd gaat ook het onderhoud aan het bestaande materieel door.
Met de ondertekende overeenkomst worden stappen gezet om zowel bij de vervanging als het onderhoud meer en anders samen te werken. Defensie gaat voor langere periodes relaties aan met bedrijven. Dat maakt het ook voor andere partijen interessant om aan te sluiten. Zo ontstaat er een zogeheten ‘Maritime Maintenance Valley’, met als insteek: samen voor veiligheid op én vanuit zee.
Hoe het werk wordt uitgevoerd laat defensie over aan de industrie. Zo worden de innovatiekracht en slagvaardigheid van de bedrijven optimaal benut.
Kennis en ervaring
Defensiemedewerkers krijgen door de langdurige samenwerking relevante kennis over nieuwe systemen. Ook doen ze er ervaring mee op.
Het uiteindelijke doel is om meer synergie, efficiëntie en effectiviteit te bereiken. Dit niet alleen bij het onderhoud, maar ook bij de instandhouding van de wapensystemen van de marine. Daarmee wordt wereldwijd de ondersteuning zeker gesteld voor schepen die in de problemen komen.
Naast de handtekening van de marine tekenden ook de bedrijven Damen Shiprepair, RH Marine, Royal IHC en Thales Nederland.
Nederland draagt € 20 miljoen bij aan 1 miljoen First Person View drones voor Oekraïne
Nederland doneert €20 miljoen aan een gezamenlijk fonds van de nieuwe dronecoalitie. Dit moet leiden tot de levering van 1 miljoen zogenaamde First Person View (aanvals-)drones aan Oekraïne. Bij deze drones kijkt de 'piloot' op afstand mee. De Oekraïense president Zelensky vroeg vrienden en bondgenoten eerder veel drones te leveren.
De ontwikkeling en inzet van drones wordt steeds bepalender bij militair optreden. Oekraïne heeft een tekort aan drones, Rusland niet. Om het tekort terug te dringen begonnen Letland en Oekraïne begin dit jaar met de dronecoalitie, waar Nederland bij aansloot. In februari werd een intentie-overeenkomst getekend.
Het doel van de coalitie is om dit jaar 1 miljoen drones aan Oekraïne te doneren en later het aanbod te verbreden naar andere soorten, zoals voor verkenning. Inmiddels hebben meer dan 265 bedrijven, waaronder 9 Nederlandse, zich gemeld om FPV-drones aan Oekraïne te leveren.
"Oekraïne heeft snel veel aanvalsdrones nodig. Deze zijn heel succesvol gebleken op het slagveld. Samen met 11 andere landen gaan we hiervoor zorgen, bevestigden we vandaag tijdens de NAVO-top", aldus minister van Defensie Ruben Brekelmans.
Industrie en innovatie
Met de coalitie wil de regering het innovatiepotentieel van de Nederlandse industrie inzetten voor de militaire steun aan Oekraïne, maar ook de eigen krijgsmacht versterken. Bovendien kan Nederland zo geleerde lessen over drones in de praktijk brengen op het gebied van (counter-)dronetactiek, strategie en industriële productie.
Kennis en expertise
Op termijn wil Nederland de dronecoalitie breder trekken naar andere initiatieven met drones. Kennis en expertise op dit gebied wordt immers het meest efficiënt en effectief ingezet als deze gebundeld is. In Letland wordt een test- en trainingscentrum ingericht.
€ 300 miljoen extra om voor Oekraïne bestemde F-16’s te bewapenen
Nederland maakt € 300 miljoen extra vrij voor de aankoop van munitie voor F-16’s die onder meer Nederland binnenkort aan Oekraïne levert. Dit komt bovenop de € 150 miljoen die al eerder is gereserveerd voor dit doel. Het gaat om F-16-bewapening die rechtstreeks bij de industrie wordt aangekocht. Minister Ruben Brekelmans meldde dit op 10 juli tijdens de NAVO-top in Washington.
“De Oekraïners moeten niet alleen kunnen vliegen met de F-16’s. Ze moeten ook in staat zijn de toestellen in te zetten”, zei Brekelmans. “Bewapening is daarom cruciaal. Met de munitie die we aanschaffen kunnen de F-16’s helpen om Russische aanvallen af te slaan. De agressie van Poetin kent geen grenzen, onze steun moet daarom in volle vaart door blijven gaan. Met het kopen van deze extra F-16-munitie willen we dan ook de boodschap afgeven aan Moskou dat de NAVO-bondgenoten Oekraïne onverminderd blijven steunen. Rusland mag deze oorlog niet winnen, dit is ook in het belang van onze veiligheid.”
Air Force Capability Coalition
Nederland geeft samen met Denemarken en de Verenigde Staten leiding aan de zogeheten Air Force Capability Coalition (AFCC).
Nederland stelt achttien F-16’s beschikbaar voor het Europese F-16-trainingscentrum in Roemenië. Daarnaast worden 24 Nederlandse F-16’s overgedragen aan Oekraïne.
Operationele veiligheid
De overdracht van de eerste F-16’s door de AFCC aan Oekraïne nadert snel, vanuit het oogpunt van operationele veiligheid wordt terughoudend gecommuniceerd over de details. Dit is ook op uitdrukkelijk verzoek van Oekraïne.
NAVO bundelt krachten voor het versterken van satellietcapaciteiten
De NAVO gaat gebruik maken van data, producten en diensten van nationale en commerciële satellieten van de lidstaten. Het bondgenootschap wil op die manier een beter beeld krijgen van de situatie in conflictgebieden en effectief optreden in tijden van conflict.
Minister van Defensie Ruben Brekelmans tekende op 9 juli op de NAVO-top in Washington een intentieverklaring voor de zogenoemde Alliance Persistent Surveillance from Space (APSS). De NAVO heeft geen eigen satellieten en is voor de informatievoorziening afhankelijk van bondgenoten die satellietcapaciteit beschikbaar stellen. De APSS Memorandum of Understanding (MoU) zorgt ervoor dat met de toevoeging van commerciële data beter aan de informatiebehoefte van de NAVO wordt voldaan.
Minister van Defensie Ruben Brekelmans: “De verslechterde veiligheidssituatie in de wereld maakt het noodzakelijk dat snelle stappen worden gezet in het versterken van de satellietcapaciteiten van de NAVO. Voor geloofwaardige afschrikking en verdediging is het essentieel dat het bondgenootschap beschikt over een sterke informatiepositie. Dat is onmisbaar voor de huidige oorlogsvoering, de veiligheid van onze militairen én van de maatschappij.”
Onvoldoende capaciteit
Tijdens de oorlog in Oekraïne bleek de huidige satellietcapaciteit van de NAVO onvoldoende te zijn. De bondgenoten konden op eigen kracht slechts een klein gedeelte van de benodigde gegevens uit de ruimte verzamelen over de situatie op het slagveld. Technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat commerciële satellieten data kunnen leveren die geschikt is voor de militaire informatiebehoefte. Ook vanwege de verslechterde internationale veiligheidssituatie vindt de NAVO het gebruik van commerciële satellieten noodzakelijk om effectief en efficiënt informatie te verzamelen.
Sneller beslissen
De NAVO gaat de satellietcapaciteiten vanuit Nederland combineren met die van de lidstaten. Op die manier kan het bondgenootschap efficiënter informatie verzamelen en sneller beslissingen nemen in conflictsituaties. Het is de bedoeling dat ook satellietcapaciteiten van Nederlandse bedrijven voor de NAVO beschikbaar komen.
Naast Nederland zetten Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Noorwegen, de Verenigde Staten en Zweden een handtekening onder de MoU.
Brekelmans in Oekraïne: Patriot-lanceerinrichtingen en F-16’s komen eraan
Minister van Defensie Ruben Brekelmans heeft zijn eerste officiële werkbezoek achter de rug. Dit was een tweedaags bezoek aan Oekraïne, samen met zijn collega Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken. Zij brachten daar onder andere de boodschap over dat Nederland Oekraïne blijft steunen.
Brekelmans: “Ik vond het belangrijk persoonlijk de boodschap af te geven dat Oekraïne onze onverminderde steun heeft, nu en in de toekomst. Dit kabinet zal de voortrekkersrol van Nederland voortzetten. Nederland blijft zich bijvoorbeeld inspannen om nieuwe Oekraïense militairen te trainen en Oekraïne te voorzien van wapensystemen, munitie en uitrustingen. Ook de toegezegde F-16’s laten niet lang meer op zich wachten.”
Brekelmans had op 7 juli in Odesa een onderhoud met president Zelensky en zijn Oekraïense collega Umerov. Hij zag met eigen ogen welke verwoestingen er in de stad zijn aangericht. Zo zijn er onder meer Russische raketaanvallen geweest op graan- en energiecentrales. Samen met de president nam hij deel aan een ceremonie voor de Day of the Workers of the Ukrainian Navy.
“Deze verwoestingen tonen opnieuw de noodzaak van goede luchtverdediging aan”, zei de minister. “Het is cruciaal om Oekraïne hierbij te helpen, zowel bilateraal als in verschillende coalities. De roep om aanvullende systemen heeft inmiddels gelukkig tot resultaten geleid. Ook blijven we Oekraïne steunen om hun eigen krijgsmacht voor de lange termijn vorm te geven. Tegelijkertijd kan Nederland ook veel leren van de enorme innovatieve en creatieve kracht van de Oekraïense krijgsmacht”.
Donatie Patriot-lanceerinrichtingen
De minister maakte meteen bekend dat Oekraïne op korte termijn de eerder toegezegde Nederlandse Patriot-radar en drie Patriot-lanceerinrichtingen ontvangt. Om operationele redenen kan het precieze moment niet worden aangegeven. Ook doet Nederland een donatie van €10 miljoen aan de IT Capability Coalitie, bovenop de al eerdere toegezegde €10 miljoen. Dit geld wordt besteed aan de aanschaf van aanvullende IT-middelen voor de Oekraïense krijgsmacht.
Kennismakingsgesprekken
Brekelmans had een dag eerder in Kyiv ook al de nodige kennismakingsgesprekken, zoals met de onderminister van Defensie Balanutsa en de onderminister voor Strategische Industrie Sergei Boyev. De minister gaf een update over de levering van de F-16’s. “De operationele inzet van de F-16’s is een belangrijke verbetering van de huidige Oekraïense capaciteiten in de strijd tegen de Russische agressie. Het is noodzakelijk om personeel op te leiden en de infrastructuur op orde te hebben. Daar wordt nu keihard aan gewerkt”. Vanwege de operationele veiligheid worden geen uitspraken gedaan over de levering van de 24 Nederlandse F-16 toestellen.
De minister legde met minister Veldkamp, onderminister Balanutsa en minister van Buitenlandse Zaken Kuleba, een krans bij de Blue Wall of Remembrance, een gedenkteken voor oorlogsslachtoffers.
Samen met Duitsland trainen en opleiden in Elektromagnetische Oorlogvoering (EOV) met Sawfish
In juli ondertekende commandant Operationeel Ondersteuningscommando Land brigadegeneraal de Wolf een belangrijke overeenkomst voor project Sawfish met haar Duitse collega van het Kommando Aufklärung und Wirkung brigadegeneraal Peter Richert. Hiermee zijn afspraken voor het gezamenlijke opleiden en trainen van Duitse en Nederlandse eindgebruikers van EOV-systemen vastgelegd. In Nederland wordt de kennis en kunde van Duitse en Nederlandse instructeurs gebundeld en worden lessen en trainingen verzorgd op het gebied van Electromagnetic Surveillance (ES).
Het project Sawfish vernieuwt de ES-capaciteiten voor het landgebonden optreden. Deze bestaan uit verschillende configuraties: de Armoured Personnel Carrier (de Bushmaster), systemen in draagbare koffers, civiele voertuigen en simulatiesoftware. Als lead nation is Nederland verantwoordelijk voor de aanschaf van de ES-capaciteiten voor beide landen.
Het projectteam Sawfish verzorgt, in samenwerking met de leverancier, de zogenaamde train the trainer-opleidingen. Vervolgens zijn de Duitse en Nederlandse instructeurs binnen het C2OstCo/SchVBDD (School Verbindingsdienst) verantwoordelijk voor de scholing van de eindgebruikers. Zo werken de partijen efficiënt en effectief samen om beide krijgsmachten te voorzien van de beste IT. Voor de Nederlandse krijgsmacht is 102 EOV Compagnie van de Landmacht de eindgebruiker.
Slagkracht voor Electromagnetic Attack
De vernieuwde ES-capaciteiten zijn is in staat om data uit het Elektromagnetisch Spectrum (EMS) te verzamelen, analyseren en verwerken. Met de data wordt omgevingsbewustzijn verkregen en ondersteuning geleverd aan de vuursteunketen, inlichtingenketen en manoeuvre. Daarnaast is de data benodigd om slagkracht te kunnen leveren in het EMS, dit staat bekend als Electromagnetic Attack (EA). De capaciteit draagt daarmee bij aan een informatiegestuurde krijgsmacht.
Projectleider Niels Smit van JIVC/COC2 en I&V: “Een prachtige mijlpaal in de intensivering van onze samenwerking met Duitsland. En een solide basis voor het delen van onze kennis en expertise. Dankzij alle inspanningen van ons zeer betrokken team zijn we een stap verder in het leveren van state-of-the-art ES capaciteit aan onze Nederlandse en Duitse eindgebruikers. Een mijlpaal waar we trots op mogen zijn!”
Het subdomein CEMA van JIVC/COC2en I&V heeft de opdracht verkregen voor de uitvoer van het project. Voor de uitvoer van alle activiteiten werd de operationele partner, CLAS, nauw bij alle activiteiten betrokken en specifiek voor deze mijlpaal heeft COMMIT Inkoop een grote bijdrage geleverd.
Onderzoek naar gezonken Nederlandse onderzeeboten in Maleisië
Een onderzoek naar twee in de Tweede Wereldoorlog verdwenen Nederlandse onderzeeboten in Maleisische wateren is afgerond. Daarbij werd een wrak teruggevonden. Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van maritiem-archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en militairen van de Koninklijke Marine. Dit verliep in goede samenwerking met de Maleisische autoriteiten, die aan deze missie alle medewerking hebben verleend.
De onderzeeboten Hr.Ms. O20 en Hr.Ms. KXVI gingen in 1941 verloren bij gevechten met Japan. Duikers troffen het eerstgenoemde vaartuig aan op de verwachte locatie op de zeebodem. Aan boord van Hr.Ms. O20 bevinden zich mogelijk nog resten van de 7 omgekomen bemanningsleden.
Hr.Ms. KXVI is helaas niet gevonden. Op de plek waar het schip zonk troffen duikers slechts vergraven grond en achtergebleven ijzeren platen aan. Ook lagen er andere objecten die duiden op bergingsactiviteiten. Deze onderzeeboot is dan ook illegaal geborgen. Daarmee is het oorlogsgraf van 36 omgekomen bemanningsleden geschonden.
Kostbaar ijzer
De vondst van het Hr.Ms. O20-wrak kwam onverwachts. Bij een expeditie in Maleisische wateren in 2019 bleken twee andere onderzeeboten al te zijn verdwenen. In beide gevallen was er sprake van illegale bergingen. Het ging destijds om de Hr.Ms. KXVII en Hr.Ms. O16.
Het ijzer van de gezonken onderzeeboten is kostbaar en gewild. Het is van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Dat komt doordat het is vervaardigd voordat de eerste kernwapens in de atmosfeer zijn ontploft. Daardoor is het ijzer bij de productie niet blootgesteld aan radioactiviteit en heeft het een lage achtergrondstraling.
Verrast
Martijn Manders, maritiem archeoloog van het RCE, leidde de expeditie in 2019. Bij het huidige onderzoek dat liep van 15 juni tot en met 1 juli had hij wederom de leiding. De vondst van Hr.Ms. O20 had ook hij niet zien aankomen.
Manders: “Gezien de eerdere teleurstellingen van 2019 en omdat ook de KXVI was verdwenen, was er maar weinig hoop voor de O20. We waren dan ook heel blij en verrast om te ontdekken dat deze onderzeeboot er toch nog ligt!”
Beheerplan cultureel erfgoed
De komende tijd wordt met de Maleisische overheid overlegd over hoe de O20 het beste beschermd kan worden tegen illegale bergers. Het schip heeft als oorlogswrak, oorlogsgraf en cultureel erfgoed een speciale status. Voor de bescherming dient een langdurig beheerplan te worden opgesteld.
Ook de plekken waarop de andere onderzeeboten zijn gezonken, zijn nog altijd van waarde als gedenkplaats. Voor deze locaties wordt ook een plan uitgewerkt.
Laatste rustplaats
De vermiste onderzeeboten vormen de laatste rustplaats van de opvarenden. Het zijn oorlogsgraven. Net als bij de expeditie in 2019, is nu ook een herdenkingsceremonie gehouden door de Nederlandse expeditieleden.
De nabestaanden van de omgekomen militairen zijn inmiddels geïnformeerd over de bevindingen van het expeditie-team. Dit najaar wordt voor hen nog een speciale bijeenkomst georganiseerd.
Defensie zet stappen naar volwaardige luchtverdediging
Defensie krijgt er op termijn een volledige vierde Patriot-vuureenheid bij. Deze moet Nederland robuuster maken tegen dreigingen op de lange afstand. De oprichting was op 1 juli. Dit net als 12 luchtverdedigingsbatterij. Thuisbasis is in Vredepeel waar het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) is ondergebracht. Daar komt ook een nieuw testcentrum voor middelen tegen drones.
Met de oprichting van de nieuwe luchtverdedigingsbatterij beschikt Nederland straks over 2 identieke batterijen tegen luchtdreigingen op de korte en middellange afstand. Deze luchtverdedigingseenheden zijn gezamenlijk of zelfstandig in te zetten. Defensie heeft zo meer middelen en mogelijkheden om dreigingen vanuit de lucht het hoofd te bieden.
Voor de nieuwe eenheden daadwerkelijk aan de slag kunnen, moeten nog wat stappen worden doorlopen. Zo staat de organisatie weliswaar al, maar er moet nog personeel bij. Er zijn zo’n 200 arbeidsplaatsen. Daarnaast moeten ook alle huidige raketsystemen worden vervangen.
Testcentrum
Het nieuwe testcentrum voor middelen tegen drones is niet alleen voor DGLC bedoeld. Er kunnen ook diverse overheidspartners terecht. Zij kunnen hier bijvoorbeeld counter-dronesystemen uit de industrie testen.
Investeren
Defensie investeert in capaciteiten waar de krijgsmacht goed in is. Luchtverdediging is hier een voorbeeld van. Daarmee kan Defensie op dit vlak voldoen aan de eerste hoofdtaak: het beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten.
Ruim een jaar geleden werd hiervoor ook al een nieuwe luchtverdedigingseenheid opgericht. Deze batterij beschikt over wapensystemen die kunnen beschermen tegen dreigingen van helikopters, vliegtuigen en drones.
Oekraïne
Defensie versterkt niet alleen de eigen luchtverdediging. Nederland heeft onlangs het voortouw genomen om samen met andere landen opnieuw een Patriot-systeem aan Oekraïne beschikbaar te stellen. Diverse landen kunnen hiervoor onderdelen en munitie leveren.
Wet voor versterken, beschermen en op de kaart zetten van defensie-industrie
Defensie wil de Nederlandse defensie-industrie versterken, beschermen en internationaal op de kaart zetten. Defensie werkt daarom samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan een wet die dit mogelijk maakt. Het wetsvoorstel staat vanaf 1 juli tot 1 september open voor raadpleging, een zogenoemde internetconsultatie.
De wet bestaat uit 3 onderdelen: een sectorale investeringstoets, een geschiktheidsverklaring en een marktordening.
De sectorale investeringstoets voorkomt dat fusies, overnames en investeringen in leveranciers tot risico’s leiden voor de inzet van de krijgsmacht. Hiermee beschermt de overheid de Nederlandse defensie- industrie. Deze nieuwe wet is een logische vervolgstap op eerdere sectorale wetten over onder meer telecom, gas en elektriciteit. Ook die beschermen de vitale infrastructuur in Nederland.
Ongewenste inmenging
Daarnaast gaat de overheid geschiktheidsverklaringen afgeven aan Nederlandse bedrijven die mee willen dingen naar opdrachten in het buitenland. De firma’s worden onder meer gescreend op ongewenste inmenging van andere landen in hun managementstructuur. Dat draagt bij aan het beter internationaal positioneren van de Nederlandse defensie- en veiligheidsindustrie.
Aanwijzingen aan bedrijven
Verder willen de ministeries de defensie-industrie versterken door marktordening. De ministers van Defensie en EZK krijgen de mogelijkheid om aanwijzingen te geven aan bedrijven. Die gaan dan bijvoorbeeld over de productie en instandhouding van materieel of de samenwerking met onder meer kennisinstellingen. Marktordening biedt ook een juridische basis om de toelevering van defensiematerieel te garanderen. De ministeries willen hiermee de defensie-industrie sneller laten opschalen.
Marktordening in de Europese Unie
Marktordening past binnen de Europese ontwikkelingen. Ook de Europese Unie werkt namelijk aan een verordening hierover. Daarin zitten onderdelen die vergelijkbaar zijn met het wetsvoorstel van Defensie. Denk aan het sturen op strategische voorraden, de bevoorradingsketen en het opschalen van productiecapaciteit. Verder hebben ook andere Europese en bondgenootschappelijke landen onderdelen van marktordening in hun wetgeving. Het gaat daarbij om Canada, Finland, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Het wetsvoorstel maakt onderdeel van een actieplan voor het opschalen van de productie en levering van militair materieel.
Na de internetconsultatie gaat het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State. Daarna wordt het voorstel behandeld in de Tweede Kamer.