Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 05

Vuursteun van analoog naar digitaal

Tekst Kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie

DACAS-kit sprekend voorbeeld van totaal Joint Fires project

Met de komst van de DACAS-kit wordt vuursteun naar een hoger plan getild. De communicatie over doelen gaat met de nieuwe apparatuur volledig digitaal. Het vermindert de kans op fouten en verhoogt de snelheid tussen doelbepaling en daadwerkelijke inzet van wapensystemen. De kit maakt onderdeel uit van een vernieuwde Joint Fires-keten waar het Commando Materieel en IT vanaf 2015 aan hebben gewerkt.

Bij succesvol infanterie-optreden op het slagveld is de ondersteuning door middel van grondgebonden vuursteun, luchtsteun of vuursteun vanaf zee van cruciaal belang. Het maakt soms letterlijk de weg vrij en zorgt voor een boost in het moraal die nodig is om voorwaarts te gaan. Het Fire Support Team (FST) met zijn Joint Terminal Attack Controller (JTAC) en ondersteunende collega’s is de spin in het web van deze ondersteuning. Tot voor kort ging de communicatie tussen de JTAC en piloot via spraakberichten over de radio. De vlieger werd naar zijn doel gepraat op basis van de observaties op de grond.

Digitalisering

De JTAC beslist niet zelfstandig over inzet van wapensystemen, maar faciliteert die. Het is uiteindelijk de grondcommandant die de keuzes maakt. Zowel de verbindingen naar de vliegende eenheden als het bataljon en de brigade zijn binnen het Joint Fires-project gedigitaliseerd, vertelt projectleider vanuit Directie Projecten Danny: “Voor de brigade zorgt de nieuwe Joint Air Ground Gateway (JAGG) daarvoor. Die haalt de DACAS-gegevens van de JTAC op en kan het luchtbeeld van vliegende platformen bekijken. Door de JAGG en DACAS kit wordt de informatie-uitwisseling versneld en heeft de brigadestaf een bijna real time beeld, dat gesynchroniseerd kan worden met de JTAC en vice versa.”

Verbindingsschema tussen JTAC, commandant en gevechtsvliegtuig enerzijds en vijandelijk doel anderzijds.

JTAC: Joint Terminal Attack Controller heeft met DACAS-kit digitaal contact met de commandant via een JAGG (Joint Air Ground Gateway) en met een vliegtuig. Hij bevindt zich in het FST (Fire Support Team) het meest dicht bij het doel.

Allerlei sensoren, zoals GPS-ontvanger, geavanceerde observatiemiddelen en verschillende radio's kunnen worden aangesloten op de DACAS-kit.

Gedigitaliseerde verbinding met kleine elektronische voetafdruk. Een kort databerichtje is minder makkelijk uit te peilen door de tegenstander dan spraak.

Probleemloze communicatie met elk nieuwe generatie vliegtuig, van een Amerikaanse F-18, tot een Franse Rafale en Belgische F-16, onze eigen F-35 en Apache-gevechtshelikopter.

Het is uiteindelijk de commandant op de grond die de keuzes maakt.

DACAS-kit

Onderdeel van de DACAS-kit is een hub waarop allerlei sensoren kunnen worden aangesloten, zoals een GPS-ontvanger, geavanceerde observatiemiddelen en verschillende radio’s. Via een smartphone met speciale software kan de militair die sensoren gebruiken, informatie ophalen en versturen. De hub werkt op netstroom of een accu zodat de kits ‘uitgestegen’ kunnen worden gebruikt, maar ook in speciale Fenneks en BV206 voertuigen. “Het systeem is ontwikkeld met de Amerikaanse overheid. Over het algemeen lopen zij voor op ontwikkeling van nieuwe standaarden en wij als Nederland volgen Amerikaanse en NATO standaarden”, vervolgt Danny. “Omdat een dergelijk systeem lastig zelf te bouwen is, betalen wij de Amerikanen jaarlijks een bedrag voor de verdere ontwikkeling van de kit en de instandhouding.”

Twee militairen kijken naar smart device.
Digitaal werken in de vuursteun wordt al langer getest, zoals hier een aantal jaar geleden. Maar nu is de hele keten aangepakt.

Goed overleg

“Er worden wel zaken op maat gemaakt, zoals kabels om de centrale hub aan te sluiten op de interne stroomvoorziening van bijvoorbeeld een Fennek-verkenningsvoertuig”, vult collega Koen, voormalig JTAC-instructeur bij de mariniers, aan. “Uitdagend is daarbij de afstemming met al die projecten die dit project raken. Voor het plaatsen van apparatuur heb je wel een voertuig nodig en dat moet net passen in ieders planning. Als een van de partijen besluit om een software update door te voeren, zonder deze integraal te testen, is het onzeker of het geheel blijft werken. Het is dus veel overleggen en afstemmen met verschillende producteigenaren.” Ook het invoeren van nieuwe apparatuur als deze vraagt tijd. De ontwikkeling gaat nooit vlekkeloos, maar op een gegeven moment moet je besluiten om de apparatuur te introduceren zodat de organisatie er mee kan gaan werken. Dan komen kinderziektes naar voren.”

Twee mariniers noteren gegevens op een kaart.
Vuursteun bij het Korps Mariniers enkele jaren geleden. Het kladblok moet alleen nog als backup gaan dienen.

In de praktijk

Kapitein Roy is JTAC en stafofficier fixed wing bij het Defensie Expertise Centrum Joint Fires Support in ’t Harde. Hij is aanspreekpunt binnen de landmacht voor de DACAS-kit, heeft de invoering ervan meegemaakt en werkt er zelf mee in het veld. “De DACAS-kit geeft ons meer mogelijkheden. De belangrijkste is uiteraard de digitale communicatie. In de oorspronkelijke situatie geeft een JTAC doelgegevens via de radio door aan een vlieger. Deze moet naast het vliegen van het toestel de gegevens opschrijven, teruglezen en vervolgens invoeren in de missiecomputer van het vliegtuig. Nu sturen we de coördinaten direct naar zijn computer. Er is dus veel minder ruimte voor menselijke fouten en het gaat veel sneller. Je kunt bovendien, door standaardisering met internationale partners, probleemloos communiceren met elk nieuwe generatie vliegtuig: van een Amerikaanse F-18, tot een Franse Rafale en Belgische F-16, en natuurlijk onze eigen F-35 en Apache-gevechtshelikopter.”

Kleine elektronische voetafdruk

Het tweede grote voordeel is de veel kleinere elektronische voetafdruk. Een kort databerichtje is ten opzichte van een spraakbericht via radio minder makkelijk uit te peilen door de tegenstander. In het kader van elektronische oorlogvoering is dat winst. Nieuwe apparatuur moet zich echter bewijzen bij de eindgebruiker, weet Roy. “De meeste gebruikers hebben al in 2019 en 2020 hun fabrieksopleiding gedaan, maar door de verlate invoering is die kennis verdwenen door personele wijzigingen of simpelweg de lange tijd dat er niet mee werd gewerkt. Softwareproblemen in de startfase hielpen ook niet mee. Niet iedereen heeft dus een eerste goede kennismaking met de kit. Het enthousiasme moet groeien. De kit is pas sinds 2023 echt in gebruik bij de operationele eenheden, we moeten dat tijd geven. Er komen binnenkort DACAS-specifieke oefeningen en in 2025 zal de NAVO-missie in Litouwen Enhanced Forward Presence een multinationele digitale ‘fires-keten’ uitgerold moeten hebben. Daar gaan we intensief werken met de kit en internationale partners.”