08

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 03

NS50 kijkt 4-dimensionaal

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGT Jan Dijkstra en illustraties: NAVAL Group

Geavanceerde radar voor nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen

Omdat de nieuw te bouwen mijnenbestrijdingsvaartuigen straks op afstand gaan werken met onbemande varende drones, opereert de bemanning op verschillende plaatsen tegelijk. Om binnen dit ‘stand-off’ concept het overzicht te bewaren, heb je een zeer geavanceerde radar nodig. Die radar, de NS50, wordt nu gebouwd door de Franse firma Kership, met behulp van Thales Nederland. Kapitein ter zee (TD) Sander van Luik is de Nederlandse adjunct-projectleider binnen ‘replacement Mine Counter Measures Capability’ (rMCM). Hij weet van de hoed en de rand.

Van Luik zelf stapte in 1982 de wereld in die marine heet. Na zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine, kreeg hij een aantal technische varende plaatsingen. Zo was hij op termijn ook hoofd Technische Dienst op Zr.Ms. Van Speijk en Zr.Ms. De Zeven Provinciën. Daarna volgden beleidsfuncties in Den Haag en bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO). Sinds begin 2020 werkt Van Luik bij de Directie Projecten van de DMO. Daar is hij nauw betrokken bij de vervanging van de mijnenbestrijdingscapaciteit.

KTZ (TD) Sander van Luik, adjunct-projectleider binnen ‘replacement Mine Counter Measures Capability’.

Gevaarlijk gebied

Binnen rMCM fungeert de kolonel tevens als projectleider Operational Test & Evaluation (OT&E)-programme. “Dit voorziet in aanschaf en gebruik van bepaalde middelen, zoals drones, die we ook binnen rMCM tot onze beschikking krijgen. Zo kan de KM vast wennen aan stand-off operaties, die een contrast vormen met de huidige wijze van mijnenbestrijding. Tot op heden gaan we met mensen en materieel het mijnengevaarlijk gebied in. Stand-off houdt in dat moederschip en personeel daar nu buiten blijven, terwijl drones op afstand mijnenjagen of -vegen, afhankelijk van de behoefte. Hiermee behoort ook mijnenvegen weer tot de mogelijkheden van CZSK. Voor OT&E is onlangs ook een eerste Autonomous Underwater Vehicle in Den Helder afgeleverd.”

Dreigingsdetectie belangrijk

“Voor het rMCM-project is een Plan van Eisen neergelegd van ruim 2.000 verschillende eisen. Zo’n 30 daarvan betroffen de surveillance-radar, voor het detecteren van lucht- en oppervlaktedreigingen en de beeldopbouw voor situational awareness en situational understanding. Op die eisen zelf kan ik niet ingaan. Houd het er maar op dat de radar zeer veel, ook zeer kleine, objecten tegelijkertijd moet kunnen detecteren, op een detectieafstand die de scheepsbemanning een minimale reactietijd biedt. De eisen zijn weliswaar niet zo strikt als voor de radar van een fregat, maar toch kan mijnenbestrijding ook dicht onder een mogelijk vijandelijke kust plaatsvinden. Dus die dreigingsdetectie is belangrijk.”

De bovenste bol is de surveillance-radar, voor het detecteren van lucht- en oppervlaktedreigingen en de opbouw voor ‘situational awareness’ en ‘situational understanding’.

Minder complex

Even voor het overzicht: de hoofdaannemer die straks 12 mijnenbestrijdingsvaartuigen gaat leveren aan België en Nederland is Belgium Naval Robotics (BNR). Dit is een consortium van Naval Group en ECA Robotics. Nu heeft BNR enige tijd geleden de firma Kership gekozen om de 12 moederschepen te ontwerpen en te bouwen. Binnen deze opdracht bood Kership een type radar aan met separate vuurleidingsmodule. Deze voldeed aan de eisen, maar toch sprak BNR de voorkeur uit voor een radar die een detectie- en vuurleidingsfunctie combineerde. 

Door de handen ineen te slaan met Thales Nederland kon Kership dit systeem tegen een zeer beperkte meerprijs bieden. Van Luik is enthousiast: “Hiermee beschikken de schepen straks over een radar die beter presteert dan minimaal geëist. Ze kunnen zichzelf daarmee adequaat verdedigen, terwijl het systeem minder complex in elkaar zit, wat voordelen biedt bij gebruik en onderhoud.”

Langs de meetlat

Volgens Van Luik is het bijzonder aan dit project dat het product turn-key wordt opgeleverd. “Waar we in andere (scheepsnieuwbouw)projecten gewoon zijn samen met de bouwmeester op te trekken, in ontwerp en ontwikkeling, is dat nu puur het domein van BNR. Die levert straks iets op dat wij langs de ‘meetlat’ leggen van die ruim 2.000 punten. Omdat BNR zich uiteraard optimaal zal bedienen van de mogelijkheden die de industrie biedt, is het niet gek dat het consortium bij Thales Nederland in Hengelo uitkomt.”

Volgens KTZ (TD) Sander van Luik is het bijzonder dat de radar ‘turn-key’ wordt opgeleverd.

Zaventem, Heathrow en Schiphol

Waarom vormt de NS50-radar straks de perfecte uitkijk? “De NS50 is een moderne multi-functie radar. De fabrikant noemt ‘m ‘4D’, maar dat vind ik een beetje een buzzword. Die vierde dimensie heeft dan te maken met de nauwkeurige snelheidsbepaling van inkomende doelen. Daar beschikt de NS50 overigens wel over, door zijn hoge update-frequentie. En de radar is in staat om een nauwkeurig plaatje te geven van zowel het gebied rondom het eigen platform als rond de ingezette drones. Omdat je in het stand-off concept in wezen op 2 plekken tegelijkertijd opereert, is een groot bereik belangrijk. Met deze radar kun je bij wijze van spreken vanuit Zeebrugge het luchtruim boven Zaventem in de gaten houden, maar ook dat van Heathrow en Schiphol. Hij kijkt dus echt ver.”

De radar kan een nauwkeurig beeld geven van zowel het gebied rondom het eigen platform, als rond de ingezette drones. Voorbeeld van zo’n drone aan stuurboordzijde van het schip.

Voor de fijnproevers

De NS50 is volgens de technisch officier de eerste compacte radar met zo’n groot bereik en dito nauwkeurigheid. “Die was nooit beschikbaar voor kleinere eenheden. Hij is bijna volledig software defined en daardoor in de toekomst veel makkelijker operationeel relevant te houden. Voor de fijnproevers: de NS50 is een dual-axis multibeam radar, met Active Electronically Scanned Array (AESA)-technologie. Deze AESA-technologie stelt de radar in staat om een groot aantal bundels te verwerken, die tevens elektronisch gestuurd kunnen worden. Dit maakt het mogelijk om hem in te zetten voor luchtruim- en oppervlakte-bewaking, maar ook voor vuurleiding. Bij andere radars heb je een separaat vuurleidingssysteem nodig.”

Voorkeuren instellen

Even in perspectief: kan de NS50 zich qua bereik en aantal te tracken doelen meten met radarsystemen van, bijvoorbeeld, een LCF? Van Luik: “Nee, de NS50 heeft een groot bereik, maar dat komt niet in de buurt van wat een LCF ziet. Omdat het bereik van de radar van LCF’s zoveel groter is, neemt de behoefte aan het aantal te tracken doelen exponentieel toe. Niettemin zal de NS50 prima voldoen voor de rol die de mijnenbestrijdingseenheden straks hebben.”

De radar is volgens de kolonel ook juist ontwikkeld voor wat kleinere platformen en houdt daarom rekening met een lagere beschikbaarheid aan operators. “Veel denkwerk en handelingen zijn geautomatiseerd. De operator kan zijn eigen voorkeuren instellen. Hoe dat in de praktijk uitpakt moet nog blijken, omdat België en Nederland met het rMCM-programma de eerste gebruikers zijn van deze specifieke installatie. Wel heb ik daar alle vertrouwen in.”

Dwingende werking

Ten slotte ligt er nog de fundamentele vraag of we in het cybertijdperk wel behoefte hebben aan grote stalen boten met mensen erop, om kinetische oorlogshandelingen te kunnen verrichten.

“Voorlopig is dat nog een kwestie van en/en”, stelt Van Luik. “We hebben potentieel te maken met technisch zeer hoogwaardige tegenstanders. Die kunnen in cyber-space mogelijk meer effect bereiken dan met het leggen van zeemijnen. Maar een zeemijn is ook juist een poor man’s weapon, dat in bepaalde opzichten de voordelen van een cyberwapen heeft. Alleen al de suggestie dat je erover beschikt, kan een dwingende werking hebben. Kijk naar het vastlopen van dat containerschip in het Suezkanaal. Stel je voor dat er geen containerschip lag, maar 1 mijn. Of dat er zelfs alleen maar sprake van een geloofwaardige mijnendreiging was. Daar moet je dan toch op af.”