Defensie beschikt sinds kort over Caterpillar D6T rupsdozers. Het zijn de eerste 2 van totaal 8 exemplaren.
De Defensie Materieel Organisatie droeg beide rupsdozers over. Eerst worden militairen opgeleid om ermee te kunnen werken. Daarna zet de genie ze in. De genisten krijgen daarmee gedoseerd een nieuw arsenaal aan bouwmachines en aanhangers. Het gaat om meer dan 100 stuks waarover deze militaire bouwvakkers in 2024 kunnen beschikken.
Defensie is geen eigenaar, maar doet een beroep op civiele partners. Zo is er meer flexibiliteit in het gebruik van soorten en aantallen.
Defensie koopt in totaal 8 rupsdozers, 43 wielladers, 10 graaflaadcombinaties high speed, 3 graaflaadcombinaties luchtmobiel en 36 aanhangwagens voor het transport van bouwmachines. Ook de reeds geleverde 7 rupsgraafmachines maken deel uit van de aanschaf.
Via een nader te bepalen huur- of leaseconstructie kan de krijgsmacht daarnaast over de capaciteiten wielgraafmachines, graders en trilwalsen beschikken.
De nieuwe bouwmachines zijn geschikt voor constructietaken zoals grond, weg- en waterbouw en voor pantsergenietaken. Denk daarbij aan het ruimen van versperringen, het graven van opstellingen en tankgrachten en het boren en dichten van gaten.
In oktober hoopt de Genie dat alle dozers bij de eenheden zijn ingevoerd en dan kan oude Hanomag vaarwel worden gezegd.
Mijnenjagers naar Bulgarije
De mijnenjagers Maassluis en Hellevoetsluis hebben 9 jaar na uitdienststelling de haven van Den Helder definitief verlaten.
Beide schepen zijn verkocht aan de Bulgaarse marine. De afgelopen jaren lagen de schepen in de marinehaven te wachten op een nieuwe bestemming.
De schepen zijn eerst naar de haven van Amsterdam gesleept waarna ze op het transportschip Super Servant 4 zijn geladen. Die levert de mijnenjagers af in Bulgarije.
Hr.Ms. Maassluis was in dienst van de Koninklijke Marine van 1984 tot 2011. In al die jaren heeft het schip vele operaties uitgevoerd. Die van de eerste Golfoorlog (Operatie Octopus), samen met Hr.Ms. Hellevoetsluis, ligt nog redelijk vers in het geheugen.
Hr.Ms. Hellevoetsluis (foto) was in dienst van de Koninklijke Marine van begin 1987 tot oktober 2011. Net als de Maassluis is het schip veelvuldig ingezet. Zoals inzet voor de ernstoperatie bij de Baltische staten in het najaar van 2001. (foto: sergeant-majoor Maartje Roos)
Afspraken over gezamenlijk beheer
In Stroe spraken Defensie en leveranciers onlangs over de voorbereidingen op het gezamenlijke beheer van het militaire wagenpark en aanverwante systemen.
Na jaren van voorbereidingen en afspraken maken is het bijna zover. De luchtmacht krijgt dit najaar al het 1e nieuwe voertuig, namelijk de Scania Gryphus LowOps (zie foto).
Volgend jaar zijn verschillende operationele landmachteenheden aan de beurt voor nieuwe systemen. Om alles in goede banen te leiden, is bij het Materieel Logistiek Commando (Matlogco) van de landmacht, het coördinerend krijgsmachtdeel, de Beheersorganisatie ingericht. Die zorgt voor de afstemming tussen industrie en Defensie en naleving van afspraken.
"Er veranderen echt dingen." Directeur Materieel en Diensten brigadegeneraal Gerhard Schonewille kan het niet genoeg benadrukken. "Maar voor 95% inzetbaarheid hebben we veel over, lijkt me." Met de Defensiebrede vervanging van de operationele wielvoertuigen worden civiele leveranciers verantwoordelijk voor de zogenoemde instandhouding. Deze verandering gaat gepaard met harde afspraken, bijvoorbeeld over de gegarandeerde inzetbaarheid.
Stoorzenders
In 2021 krijgt Defensie een verbeterd meet- en regelvoertuig die stoorzenders (jammers) tegen radio controlled IED’s valideert. Zo zijn militairen beter tegen dit soort dreigingen beschermd.
Dat zou moeten kunnen met behulp van het TESt Lane Analysis Mobile (TESLA-M) voertuig. Onlangs is contractueel vastgelegd dat de firma Rohde & Schwarz Benelux uiterlijk medio volgend jaar zulke voertuigen gaat leveren.
IED’s worden in de meeste gevallen op afstand tot ontploffing gebracht. Dat gebeurt via uiteenlopende draadloze technieken, variërend van mobiele telefoons tot deurbellen. Om de signalen ervan in een breed elektromagnetisch spectrum te onderdrukken, maakt Defensie voor zowel persoons- als voertuigbeveiliging gebruik van stoorzenders, jammers genaamd. Deze apparatuur zo goed mogelijk programmeren en laten werken kan met behulp van de TESLA-M; een hoogwaardige mobiele meetopstelling waarmee diverse soorten jammerconfiguraties zijn te beproeven.
De state-of-the-art-meetinstrumenten worden geïnstalleerd in een 4x4 Mercedes Sprinter bestelwagen. Het initieel ontwerp van de TESLA-M wordt de komende maanden verder verfijnd. Dat gebeurt in samenwerking met de gebruikers vanuit het Defensie Expertise Centrum, DEC-IED en specialisten van TNO.
Het boek ‘Vrouwen in de frontlinie’ is verschenen.
Auteur Johan Kroes vertelt hierin over hoe vrouwen posities bereikten die nog nooit eerder door vrouwen waren ingenomen.
Aan het woord komen onder anderen vrouwen die hebben gediend in landen als Afghanistan en Mali. Ook krijgen bijvoorbeeld de eerste vrouwelijke generaal en de winnares van ‘Heel Holland Bakt’ aandacht. Kroes heeft het boek mede geschreven om pioniers te eren.
Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel en via www.vrouwenindefrontlinie.nl en kost €21,95.
Lux Uitgeverij
ISBN 9789491935282
Nieuwe raketten
Defensie start dit jaar met het project Vervanging Medium Range Air Defence (MRAD).
Het gaat om de vervanging van de huidige luchtverdedigingsraketten en lanceerinstallaties voor de middellange afstand (tot 50 kilometer). Het 1e nieuwe materieel van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando wordt vanaf medio 2025 verwacht.
MRAD heeft een essentiële rol in de grondgebonden luchtverdediging en daarmee de bescherming van eenheden, objecten en gebieden. Het beschermt tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote onbemande vliegende systemen (unmanned aircraft systems, UAS) en kruisvluchtwapens. De huidige capaciteit bestaat uit het NASAMS-2 (Norwegian Advanced Surface to Air Missile System II) en de AIM-120B AMRAAM (Advanced Medium Range Air to Air Missile). Zowel de raketten als de lanceerinstallatie bereiken tussen 2023 en 2025 het einde van hun technische levensduur.
Om relevant te blijven moet de nieuwe capaciteit kleinere en snellere doelen op een grotere afstand kunnen onderscheppen. Daarnaast moet het nieuwe systeem mobieler, flexibeler en sneller zijn.
Het project voorziet niet alleen in lanceerinstallaties en raketten, maar ook in opleidings- en trainingsmiddelen en de integratie in het huidige Army Ground Based Air Defence System. Defensie kijkt voor dit project naar samenwerking tussen publieke en private partijen, zowel nationaal als internationaal. Er wordt uitgegaan van zogenoemde military off the shelf-producten. Dit zijn bestaande, beproefde middelen waarbij de risico’s laag zijn.
Met het project is tussen de 100 miljoen en 250 miljoen euro gemoeid.
NEDS digitaal
De jaarlijkse Defensie- en veiligheidsexpositie van de Stichting NIDV gaat 19 november digitaal.
In de vorige editie van Materieelgezien meldde de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid nog dat het evenement gewoon in Ahoy kon plaatsvinden.
“Vanwege aangescherpte coronabeperkingen is het niet meer mogelijk een dergelijk groot event te houden. We zijn tot de conclusie gekomen dat, ondanks uitgebreide maatregelen, de NEDS 2020 niet de kwaliteit zou hebben waar wij voor staan. Daar komt bij dat naar verwachting veel buitenlandse bezoekers ook in november nog steeds reisbeperkingen ondervinden”, zo laat de stichting weten.
De NEDS heeft daarom dit keer plaats in een virtuele omgeving. Vaste onderdelen van het symposium, zoals toespraken, de Jan Gmelich Meijling scriptieprijs, en panels ontbreken niet. “Daarnaast blijven we inzetten op maximale interactie, zodat u ook op de NEDS 2020 Digital uw netwerk kan ontmoeten. Ook zal er een innovatieplein zijn waar startups zich kunnen presenteren”, aldus de NIDV.