Tekst André Twigt
Foto Jarno Kraayvanger
Van alle markten thuis
Om vast te stellen of munitie aan de eisen voldoet, krijgt het Kenniscentrum Wapensystemen & Munitie (KCW&M) van het Defensie Munitiebedrijf binnenkort een nieuwe Ballistic Projectile Tracking Analyzer. Kort door de bocht gezegd, kun je met deze techniek de baan van kogels en granaten controleren. Het kenniscentrum beschikt al lang over een munitietracker, maar die is verouderd en minder geavanceerd. Toch blijft dit apparaat na een upgrade gewoon in dienst.
De nieuwe tracking analyzer van het type MFDR 2100/40 is eveneens een product van de Deense fabrikant Weibel. Die vervaardigt doppler radars voor onder meer de (militaire) lucht- en scheepvaart. Door een elektrische puls uit te zenden en weer op te vangen, kun je met grote nauwkeurigheid snelheid, richting en afstand van projectielen en vliegtuigen vaststellen. De pas aangekochte Weibel 2100 is afgestemd op het detecteren van kogels en granaten. “Afmetingen of kaliber maken niet uit”, begint hoofd bureau Meettechniek Willem Legters. “We kunnen de vlucht van ieder kaliber in de bewapening volgen; van een 4.7 mm pistoolprojectiel tot een 155 mm granaat.”
'We kunnen de vlucht van ieder kaliber in de bewapening volgen'
Positiemelding
Na zich op het projectiel te hebben ‘gelockt’, geeft de munitietracker binnen seconden een driedimensionale positiemelding. Daarmee wordt duidelijk welke afstand is afgelegd, met welke snelheid en hoe groot de afwijking is. “Met die informatie kun je onder meer concluderen of nieuwe kogels en granaten aan de fabrieksopgave voldoen”, gaat specialist meettechniek Cor van der Veen verder. “Maar ook of spul dat al 10 jaar op de plank ligt, nog goed functioneert. Dat gebeurt in het kader van zogenoemd levensverlengend onderzoek.” Ook geven de meetresultaten volgens Van der Veen inzicht in de veiligheidszones die bij gebruik op de schietbaan moeten gelden.
Systeemtest
Onder toezicht van de fabriek werd op het Artillerie Schietkamp bij Oldebroek een systeemtest gehouden. Dat gebeurde in samenwerking met de bureaus Schiettechniek en Meettechniek van de Sectie Beproeven van het KCW&M. Eerstgenoemde legde zich toe op afvuren, laatstgenoemde verrichtte de metingen. De scheiding tussen beiden heeft alles te maken met veiligheid en met de specifieke kennis en ervaring van de specialisten. De Weibel werd getest met zowel 5.56, 7.62 mm als .50 munitie. Iedere vlucht leverde een riedel aan gegevens op. “We kunnen de vlucht van ieder kaliber in de bewapening volgen. De gegevens worden gepresenteerd op een beeldscherm in de meetwagen."
Geen dag te vroeg
Eind september was er een acceptatietest. Van der Veen: “Daarmee willen we aantonen of het systeem voldoet aan de specificaties.” Naar verwachting wordt de munitietracker daarna - door tussenkomst van DMO - aan het KCW&M overgedragen. Volgens de meettechnicus komt de apparatuur geen dag te vroeg. DMO heeft veel 'lots' nieuwe 35 mm voor het CV90 pantservoertuig, 81 mm mortiermunitie en mitrailleurmunitie .50 aangekocht die allemaal moeten worden nagelopen.
Voor het controleren van grote granaten met een krombaan tot wel 75 kilometer, kunnen zowel de nieuwe Weibel als de oude (gemoderniseerd in 2017, red.) aan elkaar worden gekoppeld. “Daardoor creëer je de mogelijkheid om een projectiel nog nauwkeuriger te volgen”, legt Legters uit. Bij zo’n serieschakeling richt ieder apparaat zijn dopplercapaciteit op een kleiner deel van de vlucht. Daardoor neemt de kwaliteit van de meting toe. En daarop kan niemand tegen zijn.”
'We willen aantonen of het systeem voldoet aan de specificaties'