Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Mediacentrum Defensie
JIVC maakt app voor meting belasting
We willen sneller, hoger, verder. Een bijna Olympische ambitie. Maar in dat streven loopt de mens ook tegen fysieke beperkingen aan. Precies dat gebeurt bij het opereren met de snelle FRISC. De krachten die tijdens het varen met dit wapensysteem vrijkomen, zorgen voor lichamelijke klachten bij operators. De Defensie Materieel Organisatie (DMO), met name het Joint IV Commando en TNO slaan daarvoor de handen ineen met de Koninklijke Marine. Als goed werkgever heeft het Commando Zeestrijdkrachten inmiddels een uitgebreid onderzoek ingesteld. Bij zijn afscheid als voorzitter van de Werkgroep Fysieke Belasting FRISC vertelt kapitein-luitenant ter zee (AR) Hans Putters over oorzaken, gevolgen en mogelijke toekomstige oplossingen.
15 jaar lang was overste Putters bedrijfsarts bij de KM. Vorige maand nam hij als Hoofd Maritiem Geneeskundig Optreden bij de staf van Geneeskundige en Personele Zorg van CZSK/BPV afscheid. De afgelopen 5 jaar gaf hij leiding aan genoemde werkgroep. “Het FRISC-concept was ruim voor 2010 al in ontwikkeling”, gaat hij terug in de tijd. “Vanaf 2010 vonden varende testen plaats en in 2012 was de snelle boot operationeel. In de afgelopen 6 jaar vonden er echter veel incidenten plaats met materieel, maar vooral ook met opstappers en opvarenden. Mensen liepen daarbij kwetsuren op; om hoeveel mensen het precies gaat is moeilijk aan te geven omdat er mogelijk sprake is van onderrapportage.”
Cyclus creëren
De Werkgroep Fysieke Belasting FRISC heeft als uitgangspunt om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en kennis te bundelen. “Zo krijgen we beter inzicht in de ernst van de klachten en kunnen we een plan trekken. Tot nu toe zijn er wel metingen naar trillingen gedaan, maar het ontbreekt nog aan kennis en expertise over de gezondheidseffecten op de lange termijn. Vanuit bedrijfsgeneeskundig oogpunt streven we nu naar het creëren van een interventiecyclus. We beginnen met een risico-inventarisatie en aansluitend een plan van aanpak. Dan volgt managementvoorlichting en – nog belangrijker – een aanpassing van opleiding en training van het personeel.”
Tot 15 G
Met de kennis van nu, dringt de vraag zich op: wat had er beter gekund in de ontwikkelingsfase van de FRISC? Putters, beschouwend: “De boot is het product van de internationale trend dat we steeds sneller willen. Snelheid is deel van een tactisch concept. Criminelen en terroristen investeren daar ook in. Wat de keerzijde van de FRISC is gebleken: in vergelijking met een (S)RHIB is de FRISC ruim 2.000 kilo zwaarder en heeft hij een groot vermogen, zo’n 900 pk. De klappen op de golven blijken ook veel langer te duren dan de stoelen aan boord kunnen opvangen. Metingen naar deze schokken wijzen uit dat je over alle bewegingsassen wordt blootgesteld aan zeer hoge op G-krachten. We hebben valversnellingen gemeten tussen 10 en 15 G. Daar is bijna niet op te trainen. De impact daarvan kan bijvoorbeeld leiden tot wervelfracturen, staartbeenbreuken en knieschijven die uit de kom raken.”
Roofbouw voorkomen
Tot zover de mogelijke acute gevolgen. Wat de werkgroep ook nadrukkelijk wil achterhalen, zijn de lange termijneffecten van het opereren met de FRISC. “Daar bestaat (inter)nationaal tot op heden geen of onvoldoende kennis over. Wat we willen weten: kunnen mensen belast worden in een ‘groen’ en ‘geel’ gebied en daar vervolgens goed van herstellen? En hoe voorkom je dan dat er roofbouw gepleegd wordt op mensen en ze alsnog in het ‘rood’ raken? Ken je de lange termijn effecten, dan kun je bepalen wat een ideale plaatsingsduur is en of we misschien leeftijdsbeperkingen voor operators moeten hanteren.”
Smartstoel?
In technisch opzicht is het volgens Putters nu zaak om met sensoren en snelheidsmeters alle bewegingen over alle assen te volgen, op de boot, de stoel en het lichaam. De ervaringen zoals pijn en vermoeidheid van de operators worden gescoord met behulp van een door JIVC ontwikkelde app voor de smartphone. Deze Dosis Response Meting vormt een onderdeel van de Overeenkomst Technisch Wetenschappelijke Ondersteuning die CZSK heeft met de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en onderzoeksinstituut TNO.
Binnen deze overeenkomst onderzoeken DMO en TNO ook de dynamiek van de huidige FRISC-stoelen. Met behulp van die data en kennis van veringmechanismen, wordt binnen een Nationaal Technologie Project, in samenwerking met Euro Offshore, een prototype van een soort van ‘smartstoel’ ontwikkelt. “Deze smartstoel moet zoveel mogelijk klappen opvangen en zichzelf automatisch instellen op de persoon die erop zit en zich kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Nu nog gebeurt dat handmatig en vaak onvoldoende, door de beperkingen van de stoel, door corrosie als gevolg van het zeewater en soms door gebrek aan tijd en/of gemakzucht.”
'Snelheid is deel van een tactisch concept; criminelen en terroristen investeren daar ook in'
Exoskeleton en biofeedback
Behalve de vervanging van de stoelen van de operators, wordt er inmiddels ook al gepiekerd over de opvolging van de FRISC zelf. Die zou vanaf ongeveer 2022 zijn intrede moeten doen. Putters voorziet de mogelijkheid van een futuristisch vaartuig. “Denk daarbij aan een platform met een dempende hull en betere stoelen. Operators daarop rusten we uit met een zogenoemd ‘exoskeleton’, een draagbare robotische uitrusting. Die ondersteunt de gewrichten met verende scharnieren. TNO doet daar nu onderzoek naar. Ook verwacht ik haptische technologie met biofeedback, dat bijvoorbeeld het gas terugschroeft als de piloot over de grens heen dreigt te gaan.”
Grootste goed
Putters weet het ook: we moeten mee in de vaart der volkeren. “De technologische ontwikkelingen gaan verder, maar we moeten wel rekening houden met de fysieke beperkingen van de mens. Kort samengevat hebben onze onderzoeken maar 1 doel: zorgen dat we lang, snel en veilig kunnen varen. De inzetbaarheid van mensen en systemen is een operationeel belang, maar uiteindelijk gaat het vooral om de veiligheid en gezondheid van ons grootste goed: het personeel.”