04

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 07

Mercuur overleeft ‘aanslag’

Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant-majoor Gerben van Es

Museumschip naar Vlissingen

Het heeft maar weinig gescheeld of de voormalige Oceaan-mijnenveger Hr.Ms. Onverschrokken was alsnog verloren gegaan. 35 jaar bevoer zij de wereldzeeën en weerstond ook als torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur elke golfslag. Zij leek haar laatste rustplaats te hebben gevonden in Vlissingen en dan gaat het alsnog bijna mis.

Vandalen sneden begin deze maand de trossen los van het museumschip. Een week eerder droeg directeur Projecten DMO commandeur Ludger Brummerlaar het schip over aan de Stichting Maritiem Erfgoed Vlissingen (SMEV).

De ex-Mercuur raakte gewond, maar is wéér niet verslagen. Tot 2015 lag de Mercuur als museumschip in de haven van Scheveningen, toen aan boord sporen van asbest werden aangetroffen. Sanering en sloop leken het lot te worden van de Mercuur, tot de SMEV zich meldde.

'In 1990 was de Mercuur voorbestemd om te eindigen als een parketvloer'

Commandeur Ludger Brummelaar draagt met een ferme handdruk ex-Zr.Ms. Mercuur over aan de SMEV.

Klus

De stichting kwam met een voldoende overtuigend plan om het vaartuig als museumschip te behouden. Samen met bedrijven in Vlissingen werd de financiering geregeld. De asbest is in opdracht van Defensie verwijderd. In samenwerking met Damen Shipyards onderging de romp van het schip een grondige restauratie.

“Geen gemakkelijke klus”, geeft luitenant ter zee 1 Patrick Beijert toe. Hij coördineerde de saneringen en reparatie. “Als eigenaar van het schip waren we verplicht de asbest te verwijderen. Het zou dan zonde zijn geweest als dit bijzondere schip als schroot was verkocht. Daar is heel wat inzet van DMO, de directie Materiële Instandhouding, de SMEV en Damen Shipyards voor nodig geweest.”

Luitenant ter zee 1 Patrick Beijert verzette bergen om het project Mercuur in goede banen te leiden.

Blij

Hoewel commandeur Brummelaar de overdracht aan voorzitter en ‘korporaal 1 buiten dienst’ Niek Peters mocht doen, zwaaide iedereen vooral Beijert lof toe voor zijn inspanningen. “Er zijn, ik heb ze nageteld, 925 e-mails en talloze telefoontjes voor nodig geweest om de ex-Hr.Ms. Mercuur hier aan de kade te krijgen”, zei Peters. “Het klinkt gek uit de mond van een marineman, maar voor het eerst ben ik blij dat we een schip mogen afstoten”, zei Brummelaar. “In 1990 was de Mercuur voorbestemd om te eindigen als een parketvloer, 2 jaar geleden leek weer het einde te komen. En kijk nu eens!”

Oude bekenden varen in een zogenoemde Hogaars naar de Mercuur. Links de voorzitter van de Algemene Vereniging van Oud- of actief dienend personeel Koninklijke Marine, John Kouters. Midden vice-admiraal b.d. Matthieu Borsboom.

Hoger

Met de overdracht is het laatste ‘volledige’ exemplaar van circa 100 gebouwde houten schepen van de Amerikaanse Aggressive-klasse behouden. Want compleet is de mijnenjager/torpedowerkschip binnenin eigenlijk niet meer. Door het verwijderen van alle asbest, bedrading, de schroeven en wat dies meer zij, ligt Zr.Ms. Mercuur 20 centimeter hoger dan voorheen. “We gaan dan ook op zoek naar meer materiaal waarmee we het schip steeds meer in originele staat kunnen terugbrengen”, vertelde SMEV-voorzitter Peters.

De Reünisten Matrozen Kapel zette de feestelijkheden luister bij.
Er kwam nog een ‘oudje’ voorbij tijdens de overdracht: de Spitfire van de Stichting Luchtmacht Historische Vlucht.
Veel details zijn bewaard gebleven.

Historie

De mijnenjagers van de Aggressive-klasse zijn groter dan hun voorgangers en opvolgers, omdat ze bedoeld waren om over de wereld te trekken tijdens de Korea-oorlog (25 juni 1950 – 27 juli 1953). De Verenigde Staten namen er uiteindelijk 50 in gebruik, de rest ging in de verkoop. België, Noorwegen, de Filipijnen en – jawel – China namen ze al dan niet tegen een vergoeding over. 

De latere Hr.Ms. Onverschrokken/Mercuur werd als MSO 483 op 22 juli 1954 overgedragen aan Nederland volgens het Mutual Defense Assistance Program (MDAP). Het naoorlogse en bekende Marshallplan voorzag niet in de wederopbouw van de Europese strijdkrachten. Aan Westerse zijde groeide evenwel de vrees voor een Sovjet-aanval. De VS besloot daarom parallel aan het Marshallplan te assisteren met de militaire wederopbouw via het MDAP. Nederland kreeg totaal 6 schepen van deze klasse in bruikleen.

Als Hr.Ms. Onverschrokken deed de M886 dienst tot 1965. Daarna werd het herbestemd als escortevaartuig A856 en in 1972 omgebouwd tot torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur A856. Na de definitieve uitdienststelling in 1987 kreeg het schip een nieuw leven als museumschip.