Tekst Patrick Regan
Foto sergeant 1 Joyce Rutjes

Nieuwe VV&A methodiek NAVO-breed toegepast

Is een simulator een alternatief voor ‘echte’ oefeningen? Om hier een antwoord op te kunnen geven, ontwikkelde het simulatiecentrum van het KIXS samen met NAVO-partners de Generic Methodology for Verification & Validation. Na verschillende proefprojecten wordt binnenkort de eerste rapportage opgeleverd van de trainingssimulator voor de Medium Range Antitankraket (MRAT). Projectleider Ad van Lier: “Simulatie speelt een steeds grotere rol in onze opleidings- en trainingstrajecten. Met deze methodiek valideren we of een simulator geschikt is als leermiddel.”

Een oefening in het veld is kostbaar, veroorzaakt slijtage aan het materieel en is afhankelijk van weersomstandigheden. Een simulator daarentegen kost minder in onderhoud en staat altijd paraat. “Voor de MRAT bijvoorbeeld, het financieel equivalent van een dure middenklasse auto, betekent gesimuleerd afvuren een aanzienlijke besparing”, vult Van Lier aan. Het gebruik van simulatoren zal volgens de DMO’er dan ook alleen maar toenemen.    

Sergeant 1 1 Alex van Dalen en adjudant Twan van Mier, beiden van de Instructiegroep PantserBestrijding (IGPAB), demonstreren de MRAT.

Tekortkomingen kennen

Toch kent het gebruik van simulaties beperkingen. Als voorbeeld noemt Van Lier de statische F-16 vliegsimulator. “Je kunt een vlieger nooit de G-krachten laten trekken die hij tijdens een luchtgevecht wel ervaart. Daarvoor moet hij in de centrifuge in het Centrum voor Mens & Luchtvaart.” Deze vaardigheden zijn afzonderlijk dus wel met simulatoren aan te leren. Om die te combineren, zal de piloot echter de lucht in moeten.

Als juist dat aangeleerd wordt waar de simulator geschikt voor is, hoeven die beperkingen geen probleem te zijn. De VV&A-methodiek biedt de mogelijkheid om te bepalen voor welke leerdoelen een simulator een geschikt opleidingsmiddel is. Van Lier: “Eerst kijken we wat iemand moet kennen en kunnen en hoe we dat gaan aanleren. Vervolgens bepalen we, door de juiste vragen te stellen en tests uit te voeren, of de simulatie die leerdoelen ook valide ondersteunt.”

“Inzet MRAT simulatie levert per schot een besparing gelijk aan een luxe middenklasse auto.”

Ad van Lier: ‘op dit moment is Nederland op het gebied van simulaties valideren wereldwijd koploper.’

Veiligheid

Zo hoopt Van Lier simulatoren te verbeteren en de kwaliteit van opleidingen voor militairen beter te waarborgen. “Visueel zijn simulaties de laatste jaren zo mooi geworden, ze zijn nauwelijks van echt te onderscheiden. Maar het zijn techneuten die ze bouwen, geen onderwijsdeskundigen. Als je mensen moet gaan voorbereiden op een oorlogssituatie, ben je er niet met een fraaie visualisatie. Dan heb je didactische kwaliteit nodig.”

Het belang van VV&A wordt inmiddels NAVO-breed erkend. Binnen de NAVO-simulatiegroep is GM-VV een aanbevolen methodiek. Met andere woorden: het hele bondgenootschap kan (via de werkmaatschappij Q-tility) de Nederlandse kennis gaan gebruiken. Van Lier reflecteert op een job well done: “In de toekomst is nog veel te winnen, maar op dit moment is Nederland op het gebied van simulaties valideren wereldwijd koploper. ”