Tekst Evert Brouwer
Foto John van Helvert
Zr.Ms. Willemstad is klaar voor de toekomst. De mijnenjager kreeg onlangs in Den Helder een nieuwe ‘bol’ geplaatst voor satellietcommunicatie. Alle 18 zogenoemde Klein Boven Waterschepen (KBW)die het Commando Zeestrijdkrachten telt, gaan hiervoor het komende jaar allemaal een tijdje tegen de kant voor een update. “Ook de KBW-schepen kunnen niet meer zonder operationele, bestuurlijke en welfare voorzieningen”, zegt algemeen projectleider Henk van Haren (JIVC).
De KBW-groep bestaat uit 18 schepen. Het gaat om de 6 mijnenjagers van de Alkmaarklasse (AMBV’s), 5 duikvaartuigen, 2 hydrografische vaartuigen, Zr. Ms. Mercuur, Zr. Ms. Pelikaan in de West, 1 sleepboot (De Gouwe), de Urania en de Van Kinsbergen. 10 schepen krijgen een volledig nieuw netwerk met moderne satellietcommunicatiesystemen. Daarvoor zijn 8 systemen aangekocht. De 2 hydrografische vaartuigen nemen de 4 jaar oude X-bandsystemen over van de afgestoten schepen Zr. Ms. Zuiderkruis en Zr. Ms. Amsterdam.
Kust
De 8 overige schepen krijgen een beperkt netwerk met een 4G-verbinding. “Die blijven altijd zo dicht bij de kust, dat het contact met zendmasten op het land behouden blijft”, legt Van Haren uit. Gelijktijdig vernieuwt de marine de radiocentrales van de 6 mijnenjagers van de Alkmaarklasse. “Die apparatuur heeft 25 jaar goed dienst gedaan maar is nu heel hard aan vervanging toe. Er zijn geen reserveonderdelen meer en ook de kennis van de sterk verouderde spullen is bijna verdwenen. In deze tijd varen zonder moderne communicatiemiddelen en goed internet kan echt niet meer.”
De verbouwing van de radiocentrale op de AMBV’s is bepaald niet niks. De gehele radiokamer van de mijnenjagers wordt gestript. “Dat is echt noodzakelijk omdat anders niet alles netjes kan worden ingepast”, legt Henk van Haren uit. “De Belgische mijnenjagers, die nagenoeg identiek zijn aan de onze, zijn in 2008 al gemoderniseerd. Daar kunnen we veel van leren.”
Uitdagend
De algemene projectleiding voor de aanpassingen van de 18 KBW-schepen ligt in handen van JIVC. Er lopen straks dus 3 projecten tegelijk op 18 verschillende schepen, een groot en ingewikkeld programma. En dan gebeurt een deel van de modificatie ook nog eens in België en Curaçao. “Zeer uitdagend”, aldus van Haren.
De coördinatie voor de uitvoering, de installatiewerkzaamheden en de kwaliteitsbewaking ligt grotendeels bij de Directie Materiële Instandhouding van de marine. “Een uitstekende partij die gewend is om te gaan met verschillende toeleveranciers. Dat hebben zij onlangs nog eens bewezen bij de bouw van de Hollandklasse en het Joint Support Ship.”
De verbouwing van de 18 schepen staat gepland in 2015. De laatste AMBV is dan in het 2e kwartaal van 2016 klaar. “We blijven immers afhankelijk van het vaarschema van de schepen”, aldus projectleider Van Haren.