03

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 03

Depot Deinum: veiligheid voorop

Tekst Tweede luitenant Johanna van Waardenberg
Foto John van Helvert

‘Bij iedere handeling die we uitvoeren is het check, nog eens check en dubbelcheck’, zegt rayonhoofd Riekelt de Vries van het brandstoffendepot in het Friese Deinum. Deze afdeling van de Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) herbergt voor Vliegbasis Leeuwarden ruim 2,5 miljoen liter kerosine. ‘Iedere veiligheidsprocedure lopen we stap voor stap door, want een klein foutje kan al snel grote gevolgen hebben.’

‘Deinum’ is het buitenbeentje van de DPO. ‘Deze locatie is niet gekoppeld aan het pijpleidingnetwerk van Defensie. Onze voorraad wordt vanuit Rotterdam aangevoerd met een tankschip. Wij leveren vervolgens alleen aan Vliegbasis Leeuwarden. Deinum is dus echt een nationaal depot’, legt de Vries uit. ‘Er zijn medewerkers op de vliegbasis die geen idee hebben hoe de kerosine bij hen komt. Best grappig, want wij horen onze klanten er vaak tevreden mee rondvliegen.’ 

‘Een klein foutje kan al snel grote gevolgen hebben.’

Klein clubje

Een ploeg van 4 man runt het kerosinedepot. Ieder heeft een eigen rol en expertise binnen de groep. ‘Onze kennis en ervaring sluiten perfect op elkaar aan’, vertelt de Vries. ‘Omdat we zo’n klein clubje zijn, vervullen de mannen verschillende functies. Zo kan iemand verantwoordelijk zijn voor het elektrisch- of werktuigbouwkundig onderhoud van de installaties, maar test hij ook de kerosine die binnenkomt. Met zijn vieren doen we het lossen, checken, testen, onderhouden en afleveren helemaal zelf.’

Het depot in Deinum wordt bevoorraad door een tankschip. Het vaartuig vervoert kerosine vanaf de Shell-raffinaderij in Rotterdam. Per schip kan 1, 5 miljoen liter brandstof vervoerd worden. In het Friese Deinum komen de mannen van het DPO aan boord.

Op het moment dat het schip aan de kade in Deinum ligt, beginnen de eerste veiligheidsprocedures. Het DPO-personeel en de scheepsbemanning demonstreren welke handelingen zij bij een calamiteit uitvoeren. Zo laten ze zien waar de noodknoppen zitten.

Het lossen van de brandstof gebeurt pas nadat het DPO-team de zegels van de brandstoftanks heeft gecheckt. Zonder een zegel worden de tanks van het schip om veiligheidsredenen niet geleegd.

De mannen van het DPO in Deinum beginnen met het openen van de tank als de eerste veiligheidsprocedures succesvol zijn afgerond.

Het lossen kan beginnen. Door middel van een grote slang wordt de brandstof vanuit het schip gepompt. Bij het lossen zijn 3 depotmedewerkers betrokken.

De brandstof wordt uit het schip gepompt via een walinstallatie. Door dit systeem gaat de kerosine via ondergrondse leidingen naar het hoofddepot op het DPO-terrein in Deinum.

Tijdens het lossen houden de mannen aan boord nauw contact met de controlekamer. Daar checkt een operator of er bij het lossen bijzonderheden voorkomen. Hij let onder meer op lekkages en kan op afstand het pompen stoppen.

De DPO- mannen checken na het lossen of de tanks daadwerkelijk leeg zijn. Pas daarna vaart het schip weer terug. Vooraf moet veel papierwerk afgehandeld worden.

De kerosine wordt niet direct het depot in gepompt. De brandstof moet eerst 24 uur rusten om statisch-elektrische wrijving te verliezen. Tijdens deze rustperiode testen de mannen van het DPO de kerosine in hun laboratorium.

Als de resultaten van de testen goed zijn, kan de kerosine het depot in. Vanaf deze locatie wordt op de brandstof op aanvraag naar Vliegbasis Leeuwarden gepompt.

Veiligheid

Bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden komen veel veiligheids- en milieuregels kijken. ‘Los van alle persoonlijke certificeringen is het stap voor stap volgen van de werkprocedures erg belangrijk’, vertelt het rayonhoofd. ‘Zo is het lossen van het tankschip niet zomaar gedaan. Eerst kijken we of de zegels op alle compartimenten van het tankschip niet verbroken zijn. Daarna testen we de kerosine en vergelijken die met de afleveringspapieren van de raffinaderij. Pas als alles is goedgekeurd, begint het daadwerkelijke lossen en pompen we de kerosine in de hoofdtanks. Dat betekent veel papierwerk, want elke stap rapporteren we. Uiteindelijk zorgen al die stappen ervoor dat we zeker zijn van een veilige werkomgeving en van het leveren van een goed product. Want een klein beetje vuil of water in de brandstof kan al schadelijk zijn voor een F-16.’

Iedere werknemer heeft een eigen rol met eigen expertise

De eerste checks zijn aan boord van het binnenvaartschip en daarna nog een keer op het DPO-terrein. Monsters uit de hoofdtanks gaan naar het laboratorium voor een test. ‘Na het lossen moet de kerosine in de hoofdtanks eerst 24 uur rusten. Dit gebeurt onder meer om de statisch-elektrische lading eruit te krijgen. Zo voorkom je explosie- en brandgevaar. Op aanvraag leveren wij aan de vliegbasis via een ondergrondse pijpleiding. Maar we zitten heus niet stil als er geen leveringen zijn. We zijn druk genoeg met het plegen van onderhoud aan de installaties, pijpleiding, gebouwen en terreinen.'

x