Tekst Michael Simon
Foto Cees Baardman, KPL Eefje Zoetemelk
120mm mortierpeloton traint met Korps Mariniers in Noorse bergen
Een gecombineerd 120mm mortierpeloton oefende medio mei in het hoge noorden van Noorwegen. Tussen zelf uitgegraven sneeuwwallen tot wel 4 meter hoog, namen de mannen deel aan een Joint Fire Exercise met het Korps Mariniers. Het was voor het eerst dat de eenheid van 11 en 13 Infanteriebataljon ‘op pad’ ging over de landsgrenzen. “Onze slagkracht is echt wel nodig.”
Metersdiepe sneeuw tot zover het oog reikt, omringd door hoge bergen en rotswanden die deels in de wolken verdwijnen. Zelfs voor het noorden van Noorwegen ligt er, medio mei, nog altijd veel sneeuw voor deze tijd van het jaar. Mariniers van 1e en 2e Marine Combat Group worden hier onderworpen aan een Mountain Movement Survival Course.
Gelijktijdig met deze 3-weekse training vindt ook een Joint Fire Exercise (JFX) plaats, een gezamenlijke oefening van mariniers en landmacht. Daarvoor is het 120mm mortierpeloton in Noorwegen. Dit samengestelde peloton van 11 Infanteriebataljon uit Schaarsbergen en 13 Infanteriebataljon uit Assen, is vrij nieuw en voor het eerst in het buitenland.

‘Bommen op het dek’
“Eigenlijk is dit een ‘peloton plus’”, aldus eerste luitenant Martijn, pelotonscommandant. “Met 35 man zijn we iets groter dan normaal bij ons het geval is.” Hij is content met de aanwezigheid in Noorwegen. “Vanuit de mariniers kwam het verzoek om hier te ondersteunen bij het behalen van certificeringen voor bepaalde eenheden. Buiten het feit dat live firing altijd mooi is om te doen, is het ook goed om out of area te gaan, zeker in deze omstandigheden en op dit terrein.”
“Live firing is altijd mooi, maar het is ook goed om ‘out of area’ te gaan”
Terwijl het Fire Support Team (FST) de oefening en het terrein overziet, schiet het 120mm peloton ‘de bommen op het dek’, in de woorden van de luitenant. “De mariniers hebben zelf 81mm mortieren, maar de impact van 120mm is veel groter, dus zo kan het FST goed zien wat de effecten van welke mortieren zijn.” Hij is content met de samenwerking. “Beide partijen hebben er wat aan en het is leuk om als luchtmobiel een keer samen te werken met de mariniers. Dat doen we bijna nooit.”


“Blij dat de 120mm mortieren hier zijn”
Kapitein der mariniers Ruben is 2IC van 25 RSTA (Recon, Surveillance & Target Acquisition Squadron). Hij legt uit: “Wij trainen hier live fire exercise met 15 én 25 RSTA. Een RSTA bestaat uit verkenningseenheden, drones, mortieren, Fire Support Teams (FST’s) en een Joint Fire Cells, die daar weer boven zit.” Het grote voordeel is volgens hem het combineren. “Een bataljonsoefening is prima, maar hier kunnen we met echte munitie schieten én de verschillende eenheden combineren.”
Voor de mortieroefeningen werken de mariniers samen met het 120mm mortierpeloton. Rode Baret sergeant Niels is om meerdere redenen tevreden over die samenwerking. “Het is voor ons de vierde keer dat we een live fire exercise doen en pas de eerste keer in een terrein als dit. Het is leerzaam om te ondervinden wat wel en niet kan in dit gebied. Zowel het samenwerken, als het oefenen in deze omstandigheden is een mooie ervaring voor ons.” Ruben: “En ik ben ontzettend blij met de aanwezigheid van de collega’s van 11 Luchtmobiele Brigade. Zij zijn met hun zware mortieren in staat iets echt te vernietigen. Bovendien krijgen wij als CZSK maar een x-aantal granaten per jaar. Dus toen zij aangaven mee te willen doen, waren wij superblij. 120mm mortieren integreren in een JFX, maakt de training weer een stuk beter.”
4 meter onder de sneeuwgrens
Voor de oefening daadwerkelijk begon, vonden er de nodige voorbereidingen plaats. Die waren een stuk omvangrijker dan was ingeschat, vertelt sergeant Niels. “Toen we hier aankwamen waren we verrast door de hoeveelheid sneeuw. Er lag zoveel dat we het schema van de eerste week helemaal omgegooid hebben, zodat we week 2, zoals gepland, daadwerkelijk met de oefening konden beginnen.” Op de plek van de oefening zelf is het resultaat van die inspanning te zien. Een lange gang omringd door witte muren, met plek voor 4 mortieren. “Daar zijn we 2 volle dagen mee bezig geweest”, vertelt Martijn. “Op sommige plekken in die stelling zaten we 4 meter onder de sneeuwgrens.”

Het was niet alleen maar graven, die eerste week. Het waren vooral de basisbeginselen die het mortierpeloton werden bijgebracht. Daarmee begon meteen de samenwerking. “De mariniers hebben voor ons lessen verzorgd, onder meer over werken met materiaal voor dit terrein: de gouden driehoek voor het geval van lawines, Extreme Cold Weather-tenten en lopen op laplanders.” De rest van week 1 was ingeruimd om het terrein te leren kennen, maar door dat plan ging dus een dikke streep vanwege de vele graafwerkzaamheden.

“Bewustwording door laag overvliegende Russen”
Noord-Noorwegen is behalve ideaal oefenterrein ook de noordflank van de NAVO. De grens met grote buur Rusland is niet heel ver weg. Toch zijn de mannen van de 120mm daar niet voortdurend mee bezig. “Wij zijn een vrij jong peloton”, zegt sergeant Niels daarover. “En we zijn met name aan het kijken hoe we zelfstandig kunnen opereren hier.”
Kapitein Ruben merkt op: “Je zit hier in een van de meest gemilitariseerde gebieden van Europa. Wij waren hier eerder voor de oefening Joint Viking en dan mag je gewoon bij iedereen ‘door de achtertuin rijden’. Dat geeft wel echt aan dat de Noren zich bewust zijn van wat hier speelt.” De kapitein haalt nog een ander voorbeeld aan: “Voor Joint Viking namen we deel aan een internationale oefening met een vlootverband. De Russen reageerden hierop door met 2 bommenwerpers op laag niveau over te vliegen. Dat zorgt ook bij ons voor een stukje bewustwording.”
“Voor het eerst werken in deze omstandigheden: dat nemen we toch weer mooi mee”
Communicatie
Bij het begin van de JFX-oefening is meteen duidelijk dat er geen woord gelogen was over de hoeveelheid sneeuw die weggewerkt moest worden. De ‘Mikeys’ zitten in hun zelf gegraven loopgraven met hun mortierstukken. De knallen weerkaatsen op de besneeuwde rotswanden. “Het heeft ook wel iets om te werken vanuit de stellingen die helemaal zelf gegraven zijn”, zegt Niels.

Het grootste deel van mortierwerk bestaat volgens de sergeant uit communicatie. “Dat is voor ons dan ook een belangrijk onderdeel van de oefening, met name omdat we een vrij nieuw team hebben.” Het mortierpeloton is niet continu betrokken bij de JFX en de overige tijd gebruikt de eenheid ‘om meters te maken’, vertelt Niels. “Vanwege de hoeveelheid sneeuw gingen veel doelstellingen overboord. Maar nu alles staat, kunnen we geplande trainingen uit de eerste week weer oppakken als we niet ingezet worden ingezet binnen de JFX.”
Grote en kleine uitdagingen
Hoe schilderachtig mooi het terrein ook is en hoe prettig de samenwerking met de mariniers ook verloopt, de mortieristen zijn er met een taak en de ruige Noorse omgeving biedt de nodige uitdagingen. “Met name voor jezelf zorgen en jezelf inzetbaar houden in deze omstandigheden zijn de grootste uitdagingen”, aldus pelotonscommandant Martijn. “Daarnaast lopen we hier tegen ‘mini-probleempjes’ aan, die we in Nederland niet kennen. Tijdens het uitgraven kom je ineens een ijsplaat tegen en moet je met een pikhouweel de grond in, of het feit dat we ons soms moeten verplaatsen op laplanders of rijden in besneeuwd terrein. Dat zijn de nodige uitdagingen voor ons.”

“Als je dienjaarders als hulpjes behandelt, sla je de plank mis”
Een deel van het peloton mortieristen is dienjaarder. Eerste luitenant Martijn: “We willen dat ze overal ervaring mee opdoen. Dus naast het feit dat ze de mortieropleiding volgen en hun rijbewijzen halen, nemen we ze ook mee naar Noorwegen.” De pelotonscommandant benadrukt het belang van gelijkwaardigheid. “Je kan dienjaarders als een soort hulpjes behandelen en ze de hele tijd jerrycans laten vullen, maar ik wil dat niet bij mijn club. Dan sla je voor wat betreft de bedoeling van het dienjaar de plank mis. Bij ons draaien ze volledig mee en ze hebben het – mede daardoor – ook echt naar hun zin bij ons.”
Dienjaarders en beroepsmilitairen laten samenwerken en niet als 2 aparte entiteiten behandelen, is belangrijk, vertelt Martijn. “Soms moet je dat een beetje sturen door mensen uit die groepen aan elkaar te koppelen en de groepen te integreren als ze opdrachten moeten uitvoeren. Als je dat op z’n beloop laat en hen bijvoorbeeld zelf groepen laat indelen, gaan de jongens met een rode baret bij elkaar staan en de dienjaarders ook. Niet altijd bewust, maar dat is precies de reden waarom je dit altijd een beetje in de juiste richting moet bijsturen.”
Maar die uitdagingen zijn overwonnen en Martijn is content dat zijn eenheid de slagkracht van de 120mm mortier heeft kunnen tonen. “Tot voor kort was de 81mm-mortier de grootste die we bij Luchtmobiel hadden. Maar de impact van de 120mm is echt wel heftiger. Als je ziet wat voor impact ons peloton kan hebben; die effecten zijn groot. Wanneer je het gevecht wil voeren zoals we dat hier plannen dan heb je die slagkracht ook echt nodig.”