Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Rob ter Bekke, KPL-1 Brian Vonk, Jeroen Liebers
IVO sluit aan op de realiteit van vandaag

Op 14 juli start de nieuwe, Initiële Vorming Onderofficieren (IVO) op de Koninklijke Militaire School in Ermelo. Modulair, flexibel. KMS-adjudant Ben Laarhuis zit dicht op het vuur. De zeer ervaren onderofficier (bijna 40 jaar in dienst, 5 missies gedraaid) geeft alvast antwoord op meerdere vragen die ongetwijfeld spelen bij zowel huidige als toekomstige militairen.
Een nieuwe onderofficiersopleiding. Wat is er mis met de huidige?
“Feitelijk niet zo heel veel, maar we wilden naar een systeem toe waarin burgers, soldaten en korporaals makkelijker en op diverse momenten kunnen instromen op de KMS. Dat heeft erin geresulteerd dat we een modulaire opleiding hebben gebouwd met als doel: een 100% vulling van de onderofficieren. Het tekort aan deze vakmensen is immers enorm. Tevens willen we een betere aansluiting op de operationele realiteit. Onze mindset is gericht op warfighting: we leiden op om te kunnen vechten.”
Veranderen kost tijd, capaciteit en energie. Heeft de KMS daar momenteel wel voldoende van?
“Dat is een mooie en terechte vraag. De wil, het vakmanschap en de inzet zijn er volop. Onze mensen hebben een flexibele houding en een sterke can do-mentaliteit, en dat maakt veel mogelijk. Tegelijkertijd vraagt de invoering van een volledig nieuwe, modulaire opleiding om extra inspanning. Na de BOKL (basisopleiding Koninklijke Landmacht, de opvolger van de AMO, red.) verleggen we nu de focus naar de nieuwe IVO. Niet alles is al tot in detail ingevuld. Er zijn nog randvoorwaarden op het gebied van personele inzet, logistieke ondersteuning en infrastructuur die verder moeten worden ingericht. Dat hoort bij een transitie van deze omvang. We bouwen aan iets toekomstbestendigs. Stap voor stap, met realisme én daadkracht.”

Hoe ziet de nieuwe, zogenaamde modulaire Initiële Vorming Onderofficieren eruit?
“Hij is opgesplitst in 4 modules, waarbij de eerste de 10-weekse BOKL is. Als je die hebt afgerond – en je zit in het traject onderofficier – ga je aansluitend naar de volgende module waarin 2 thema’s centraal staan. De transitie naar onderofficier en het schieten met Glock en MAG.
Vervolgens draait module 3 om leiderschap en het leren lesgeven, het instructeur zijn. Aan al die thema’s zijn veldweken gekoppeld om het ook allemaal in de praktijk te brengen.
Neem bijvoorbeeld het optreden te velde en commandovoering: daarvoor moet je de hei op, het bos in. Voor je module 4 start, ben je al bevorderd tot korporaal en moet je 12 weken aan de bak om vakman te worden. In die periode word je schietinstructeur – en ik ben heel blij dat we dat weer hebben teruggebracht in de opleiding – en draait de rest om het optreden in de operationele context.
Module 4 is ook de tijd waarin je wekenlang stageloopt bij een militaire school, grensverleggende activiteiten doet en de gevechtscursus en de eindoefening draait. De gevechtscursus wordt door veel militairen gezien als het hoogtepunt van de opleiding. Het was dus niet meer dan logisch om die naar achteren te halen. Dat is een tijdlang anders geweest.”

Waar ligt de grootste uitdaging voor de instructeurs die de toekomstige ruggengraat van de Koninklijke Landmacht moeten gaan opleiden en vormen?
“Alles wat nieuw is, is vreemd en wekt soms weerstand op. Je moet kunnen inzien dat deze nieuwe, modulaire opleiding op z’n minst net zo goed is als de oude. Dat vraagt veel op het gebied van hun flexibiliteit en aanpassingsvermogen.”
We hebben het binnen Defensie veel over hoofdtaak 1 en gevechtsgereedheid. Wanneer kwam het inzicht dat de onderofficiersopleiding op de schop moest?
“24 februari 2022 (de dag dat Rusland Oekraïne binnenviel, red.) zorgde ervoor dat we gingen bewegen, observeren en analyseren. Wat hebben we nou precies nodig als onderofficier? Een opleiding veranderen kost tijd. De vuistregel is dat je, als je een opleiding van 1 jaar hebt, 5 jaar nodig hebt om die te plannen. Ons tempo heeft dus vrij hoog gelegen.”

Wie hebben allemaal meegepraat bij de totstandkoming van de nieuwe IVO?
“Heel veel collega’s van verschillende eenheden, van manschappen tot aan de hoogste landmachtgeneraal, hebben meegedacht. We spraken jonge kaderleden, hielden interviews binnen de secundaire én tertiaire vorming en het Expertisecentrum KMS raadpleegde zijn eigen bronnen. Al die input ging in een trechter; daaruit ontstond de nieuwe IVO. Het expertisecentrum borgde vervolgens het didactisch ontwerp en de modulaire opbouw.”
Wat is de grootste verandering ten opzichte van de huidige opleiding?
“Het opsplitsen van het geheel in 4 modules, gekoppeld aan de instroommomenten (zie onderstaand kader). Want het maakt natuurlijk nogal uit of jij binnenkomt als spijkerbroek of als ervaren korporaal met jaren ervaring en meerdere uitzendingen op jouw naam. Met deze modulaire aanpak sluiten we beter aan op ieders achtergrond én op de eisen van de toekomst.”
Eerst regulier, modulair opleiden, vanaf 2026 ook op maat gesneden
Vanaf 14 juli start de nieuwe, modulaire Initiële Vorming Onderofficieren voor leerlingen die regulier instromen en alle modules dienen te volgen: de ‘spijkerbroeken’. Dit geldt ook voor de lichting van september. Vanaf 2026 wordt de IVO breder opengesteld voor andere instroomcategorieën die afhankelijk van ervaringsopbouw en opleidingsachtergrond een verkort traject kunnen volgen. Meer informatie hierover volgt in een later stadium.