Tekst KAP Jaap Wolting
Foto KPL-1 Max Mostert ׀ Video AOO Richard Frigge
Oirschotse pantsergenisten hebben begin oktober een breed scala aan ‘Basis Genietechnieken’ beoefend. De specialisten die tijdens operationele inzet regelmatig als individu aanklikken bij de infanterie, traden tijdens Victorious Engineer juist op in groepsverband.
Het is vroeg in de ochtend. De afnemende maan steekt scherp af tegen de blauwe lucht. Een fris windje beroert een perceel grove dennen op de Wezeperberg. Daar, op de Oldebroekse Heide achter de Prinses Margrietkazerne, oefent 41 Pantsergeniebataljon. In stilte, zo lijkt het.
Check de clip!
Scannen
Laat dat nou precies de intentie zijn van de groep pantsergenisten die door de struiken sluipt. Onzichtbaar en geruisloos gaat het ‘kruip door, sluip door’ richting hun doel. Brugslag; dat is het eerste onderdeel van de dag. Terwijl de Minimischutter de voorste sector scant, bekijken collega’s de brede greppel waar de Leguaan straks een 28 meter lange, 10 ton wegende aanvalsbrug moet leggen.
Beter klopt dus de terreinanalyse en worden er geen fouten gemaakt bij het meetwerk. Korporaal-1 Max: “Als we in de aanval zijn, stokt het wanneer we bij een obstakel als dit aankomen. Het is daarom essentieel dat wij dergelijke hindernissen snel kunnen nemen. Het meest uitdagend is dan de coördinatie met de infanterie die echt even uit ons werkveld moet blijven.”
Nachtzicht
Stil is het inmiddels niet meer. Brommend rijdt de Boxer op terwijl de .50 het zijterrein in de gaten houdt. Dankzij vernuftige elektronica en software hoeft de schutter niet bovenluiks te komen. Op zijn scherm ziet hij de kleinste details, óók in het donker. Lang leve nachtzicht.
Gewapend met metaaldetectoren searcht de groep pantsergenisten het pad dat de Leguaan straks moet nemen om de brug op z’n plek te leggen. Geruisloos hoeft dat niet. Kan ook niet, want de detectoren zitten op piepen.
Veilig
“Jij bent ook gereed? ASAP terug dan!”, schreeuwt de plaatsvervangend groepscommandant tegen een collega. Ineens gaat het snel. Verkenningsrapport opgemaakt, posities ingenomen, kom maar op met die brug. Een konijn dat bij aankomst van de Boxer nog rustig durfde te blijven zitten, stuift weg als de brute bruglegger met donderend geweld uit de bosschage komt. Groot als die is, manoeuvreert de Leguaan met uiterste precisie naar de plek waar hij z’n lading behendig uitschuift. Even later is eerdergenoemde Boxer het eerste voertuig dat veilig de overkant van de aanvalsbrug bereikt.
Springen
Kilometers verderop doet een andere groep precies het tegenovergestelde. In zoverre, dat ze bij Markluiden een brug over het Apeldoorns Kanaal ‘op scherp zetten’. Eerst leggen ze een ringleiding van slagsnoer aan. Daarna plaatsen ze explosieven. Niet willekeurig, maar precies zó, dat bij het springen van de brug de constructie sowieso aan gort is. Mineur Aron is helemaal los op springstoffen en explosieven en let goed op hoe zijn collega’s te werk gaan. “Dit is echt een spel tussen mij en de groepscommandant. Ik begeleid de jongens bij het werken met de explosieven, hij regelt de beveiliging en zit in de comms met de pc.”
Zorgvuldig
Genoemde pelotonscommandant heeft inmiddels ook een andere groep aan het werk gezet. Om de vijand de toegang tot een bepaald gebied te ontzeggen, grijpen de pantsergenisten terug op mijnen. Afschrikwekkend, relatief goedkoop, snel te plaatsen. De militairen gaan snel te werk. Eerst alle mijnen in een dump buiten de Boxer, inmeten - ‘dat doen we zeer nauwkeurig, want als het gevecht voorbij is, verwijderen we ze’ - en plaatsen. Houdt het daarbij op?
Negatief, want voortkomend uit regels waar Nederland zich aan houdt, maakt de groep zeer duidelijk dat dit geen idyllische locatie is om een nachtje wild te spotten. Prikkeldraad en waarschuwingsborden geven aan dat het meer een plek des onheils is.