Tekst Jack Oosthoek
Foto Herman Zonderland, archief MCD
Vitale rol voor landmacht in Host Nation Support
In de haven van Vlissingen vindt een militaire volksverhuizing plaats. 2 Amerikaanse brigades lossen elkaar af en de landmacht speelt een belangrijke rol om dit in goede banen te leiden.
Nederland is volgens de Amerikanen dé gateway to Europe. De ligging is perfect en de infrastructuur en logistieke kennis zijn prima. Dus verzochten zij, zoals wel vaker, Nederland om als gastheer op te treden voor de verhuizing van 2 volledige gevechtsbrigades. Het gaat om de 1st en 3rd Infantry Divison Combat Aviation Brigade. De laatste keert na 9 maanden Duitsland huiswaarts, de eerste neemt het werk over.
Epicentrum Vlissingen
Tijdens deze zogeheten Host Nation Support (HNS) levert de landmacht het operationele hoofdkwartier - het Territoriaal Operatiecentrum uit Utrecht - en bewakings- en beveiligingscapaciteit. De militairen zijn afkomstig van 11, 13 en 43 Gemechaniseerde Brigade en het Korps Nationale Reserve. Het Bevoorradings- en Transportcommando uit Stroe voorziet de eenheden van brandstof. Brandweerkorpsen van het Artillerie en Infanterieschietkamp staan stand by in het ‘epicentrum’ van de HNS-operatie, het terrein van Verbrugge Zeeland Terminals in Vlissingen. Dit is de los- en laadplaats voor het Amerikaans materieel. “De landmacht heeft een flinke vinger in de pap”, weet stafofficier Plans Host Nation Support majoor Paul Ehrismann die de planning ‘stuurt’, in samenwerking met de Amerikanen. “Ik vertaal de informatie door naar de Nederlands eenheden en geef aan wat er moet gebeuren.”
‘De landmacht heeft een flinke vinger in de pap’
1400 voertuigen
De Host Nation-operatie startte 9 oktober. Tot 24 december geldt de terminal als Tijdelijk Militair Object, bewaakt door genoemde militairen en brandweerkorpsen. Als eerste kwam materieel aan van 1st Infantry Division Combat Aviation Brigade. Aansluitend rolden de circa 1.400 voertuigen, waaronder tanks en gevechtsvoertuigen, naar Polen, Duitsland en Letland.
Omgekeerd scenario
Behalve een haven is Verbrugge Zeeland Terminals tijdelijk een vliegveld. Vanaf hier zetten 49 Chinook, Black Hawk en Apache-(gevechts) helikopters van 1st Infantry Division Combat Aviation Brigade koers naar de Bondsrepubliek. Onderweg tanken ze op Vliegbasis Woensdrecht waar ook eventuele reparaties worden verricht.
Vliegbasis Eindhoven speelt ook een rol, maar dan in een ‘omgekeerd’ scenario. Vanuit Duitsland maken ongeveer 85 heli’s van 3rd Infantry Divison Combat Aviation Brigade er een tussenstop op weg naar Vlissingen. De rest van het materieel dendert daar over de weg naartoe. Uiteindelijk wordt alle materieel vanuit Vlissingen naar Amerika verscheept, zoals het er nu uitziet tussen 16 november en 15 december.
‘Dit levert voor ons kleine en grote cultuurschokken op’
Steeds vloeiender
Volgens Ehrismann loopt de samenwerking met Verbrugge Zeeland Terminals soepel. “Dit is de vijfde operatie op rij en het gaat steeds vloeiender. Een soort geoliede machine, al kunnen dingen die goed lopen nóg beter. Zo gaan we na of de dronedetectie efficiënter kan omdat die veel mankracht kost. Ook proberen we de veiligheidsanalyses te verbeteren.”
Het ‘een-tweetje’ met de Amerikanen loopt eveneens soepel, ondanks een verschil in gedachtengoed, zegt Ehrismann: “Aangezien hun krijgsmacht veel groter is dan de onze denken zij qua personeel, materieel en planning in het groot. Wat voor ons enorme getallen zijn, betekent voor hen niets. Dit levert voor ons kleine en grote cultuurschokken op, een boeiende ervaring.”
Eerste klas partner
De Amerikaanse luitenant-kolonel Paul Llovio is ingenomen met de samenwerking. Hij is liaisonofficier bij het Territoriaal Operatie Centrum in Utrecht en ‘single national point of contact’ voor Host Nation Support bij de Directie Operaties van het ministerie van Defensie. “Nederland is een eerste klas partner als het gaat om gastlandondersteuning van Amerikaanse militaire ‘bewegingen’. Communicatie en samenwerking kunnen niet beter.”
Big brother…
“Hartstikke interessant.” Zo kwalificeert opvolgend pelotonscommandant wachtmeester 1 Robin van het Counter Unmanned Aerial Systems (CUAS)-peloton de inzet van de drone-eenheid. Als onderdeel van het beveiligingsplan houdt de uit de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel afkomstige eenheid de bewegingen in het luchtruim in de gaten. Dat gebeurt met diverse sensoren, waaronder draagbare radars en een op een mast geplaatste camera. De bedienaars controleren het luchtruim zodat er veilig kan worden gewerkt. “We beletten eventuele ‘tegenstanders’ om materiaal over de operatie te verzamelen. Drones kunnen namelijk gedetailleerde beelden maken”, vertelt Robin.
‘We beletten eventuele ‘tegenstanders’ om materiaal te verzamelen’
Geen gevaar
“Door het slechte weer van de afgelopen weken cirkelen er weinig drones rond. Als we er een detecteren is het meestal een commercieel exemplaar. Ze vormen geen gevaar, althans fysiek niet. Wel kunnen ze informatie verzamelen. Als dat gebeurt geven wij dit door aan de Marechaussee die de boel analyseert en de ‘piloot’ aanspreekt. Bijvoorbeeld als hij boven een no fly zone vliegt, zoals op dit moment de haven van Vlissingen. Hoewel we dit soort inzetten vaker doen, is de HNS-operatie vooral interessant vanwege de duur. Je loopt tegen andere dingen aan dan bij een eendaagse actie. We worden een ervaring rijker.”
Waarom VS-eenheid in Europa?
De aanwezigheid van een grote Amerikaanse eenheid in Europa houdt verband met de ontwikkelingen op de oostflank. Het begon in 2014 met de annexatie door Rusland van het schiereiland de Krim. Sindsdien is het niet rustiger geworden, wat leidde tot de versterkte Amerikaanse militaire aanwezigheid in (Oost) Europa.