Tekst Evert Brouwer
Foto Valerie Kuypers I video: Paris Hidden
Oefenen op ‘nieuw’ terrein in Texas
Het eerste streepje zonlicht komt rond de klok van half zeven over Mile High Mountain op de gelijknamige shooting range. In de koude ochtend staat een groep van 11 Pantsergeniebataljon opgelijnd voor de wapeninspectie. Een nieuwe dag en nieuwe uitdagingen tijdens de oefening Texas Engineer 2022 die in de ‘Lone Star State’ losging.
Niet alleen ‘explosieven’ op de weg of de vijand, in de vorm van snel opkomende doelen, vormen de tegenstander tijdens deze bijzondere training. Ook de omstandigheden: felle zon, snel stijgende temperaturen, struiken vol stekels en verraderlijk vriendelijk ogende cactussen zorgen voor een geheel nieuwe beleving voor de genisten. Het gebied biedt haast onbegrensde mogelijkheden om te oefenen en met scherp te schieten.
‘Hier gaan we met scherp het gevecht aan’
Primeur
Texas Engineer is in vele opzichten een primeur voor de pantsergenisten uit Wezep, en de afgelopen weken voor 41 Pagnbat uit Oirschot. Oké, in 2019 was er een internationale training met Nederlandse Forward Air Controllers. Die eerste kennismaking maakte majoor Joost van staf CLAS (Training&Operaties) nieuwsgierig. Hij keek naar kansen om het terrein anders te benutten.
“We gaan deze ervaringen van de pantsergenisten goed evalueren”, zegt hij. "Voor sommige specifieke trainingen met scherpe munitie heb je veel ruimte nodig. We zien dat de Europese oefenterreinen drukbezet zijn waardoor kleinschalige specialistische trainingen uit moeten wijken. Op Mile High Range kunnen we meer van dit soort trainingen gelijktijdig onder een dak uitvoeren. Het is hiermee dus een prima aanvulling op de bekende oefengebieden. Je kunt hier tegelijkertijd werken met explosieven én met scherp het gevecht aangaan: train as you fight. Dat is bijzonder en zorgt ervoor dat onze militairen in korte tijd hier veel ervaring opdoen.”
Check de clip!
Groot belang
Door hindernissen op te werpen óf juist te doorbreken of overbruggen zorgen ze voor (contra)mobiliteit op het gevechtsveld. “De pantsergenie levert gevechtsondersteuning (combat support) onder vijanddruk, dus indien nodig gaan genie-gerelateerde werkzaamheden door tijdens vuurcontact”, vult kapitein Jelle, de motor achter de oefening, aan. Het is officieel een niveau 2-(groeps)training, maar voor de commandanten zijn er veel elementen van niveau 3 (peloton).
“De PC en zijn opvolger zijn tijdens de oefening ingezet om vanuit dat pelotonsniveau de opdrachtverstrekking en commandovoering met de groepscommandanten (niv II) te doen en tijdens de actie de lopende operatie aan- en bij te sturen via de radio. Zeker in de wereld van nu is het van groot belang om àlle procedures te beheersen. Het liefst tegelijk. Vergeet ook niet dat we de afgelopen tijd door de gevolgen van COVID-19 verminderd hebben kunnen trainen en keuzes moesten maken in het wel of niet uitvoeren van bepaalde trainingen. Je wil toch de genisten met de juiste operationele gereedheid afleveren. Dan is de training hier wel next level.”
Obstakels
Alles kwam voorbij: schieten met klein kaliberwapens, op korte en lange afstand, in een geaccidenteerd terrein met vervelende vegetatie, een ‘aanval’ tijdens het opruimen van obstakels (route clearance), een genieverkenning, een route search (de weg controleren op verborgen explosieven) en medische evacuaties (medevacs). “Vijanddruk in een warme en vreemde omgeving, met scherpe munitie in een enorm groot en geaccidenteerd oefenterrein. Dat doet wat met die jonge militairen”, zegt kapitein Jelle.
‘Er is geen Host Nation Support’
Wensen
Nóg een bijzonderheid: het ruwe terrein van 35 x 43 kilometer is niet van de US Army, maar in particuliere handen. “De ondersteuning wordt grotendeels civiel ingeregeld waardoor de militair-logistieke footprint beperkt blijft”, constateert kapitein Jelle. “Er staat een heel team ter beschikking dat zowat alles mogelijk maakt voor de eenheden om goed en veilig te oefenen. Die ploeg bestaat uit oud-militairen: mannen en vrouwen die onze taal spreken en weten wat de wensen zijn.”
De eigenaar stuurt elke morgen vroeg een heli over de woestijnachtige omgeving. Niet om het kruipende gespuis als (zwarte weduwe) spinnen of ratelslangen wakker te schudden, maar om er zeker van te zijn dat er geen ander ongewenst bezoek rondwaart op het uitgestrekte terrein.
‘De Boxers gingen per boot de oceaan over’
Spanning
Terwijl de OH-6 helikopter over de hoofden scheert, melden twee van de vier Boxers-genie met een enorme stofwolk achter zich op de afspraak. De pantserwielvoertuigen zijn met nog twee Mercedes-Benzen, een ziekenauto en tien containers per boot de Atlantische Oceaan over gestoken.
Er heerst deze vroege ochtend een gezonde spanning bij de mannen van de bravogroep. Vandaag gaan ze een route search uitvoeren om de route te vrijwaren van mogelijke mijnen en IED’s , waarbij de vijand zich ook nog eens danig zal roeren.
Chauffeur soldaat-1 Rik en boordschutter soldaat-1 Rick maken voertuig en boordwapen gereed voor vertrek én actie. Beiden zijn krap een jaar bij 11. “Poeh, dit is wel even wat anders”, verzucht Rik. “Op Hohenfels in Duitsland heb ik gelukkig goed kunnen oefenen met de Boxer, want dit terrein vraagt wel veel van je.” En Rick heeft zo zijn eigen zorgen over het boordwapen, dat onder de omstandigheden nog wel eens vastloopt. Gelukkig staat wapenhersteller korporaal Johan de hele dag paraat op het oefenterrein. “De .50 en de aluminium patroonhouder pakken overdag volop zon en dan zetten de patronen uit. Dat levert storingen op. Het is geen onbekend probleem. In uitzendgebieden gebruiken we daarom een ander type munitie”, vertelt hij.
Andere mindset
Groepscommandant sergeant Timon moet zorgen dat alles soepel verloopt. “Ik leer hier héél veel, zeker van de ervaren schietinstructeurs. Er zijn hier veel meer uitdagingen dan in Duitsland. Daar zie je de hindernissen lang tevoren en weet je vaak al wat er gaat gebeuren. Hier moet je veel meer nadenken over de inzet van de groep. Een terreinanalyse maken. En waar zet je het best de Boxer met de .50 neer? Dat vraagt best veel van een commandant.”
‘Je leert hier omgaan met druk’
Geen tijd om lang over na te denken, want de Boxers moeten al op weg naar de schietbaan, waar de vijand én de wilde natuur geduldig wachten. Er zijn zo in krap twee weken heel veel oefendoelen gehaald. Kapitein Jelle: “We kunnen hier dus tegelijk live firing én basis genietechnieken (BGNT) oefenen. De mannen zitten normaal gesproken ín de Boxer als de .50 vuurt. Nu liggen ze buiten voor het voertuig in het veld. Dat doet wat met je mindset. Die spanning stopt ook pas als je terug bent in het basiskamp.”
Soldaat-1 Ferry ondervond dat zeker. “Je komt jezelf een paar keer tegen. Ik ben combat life saver, dus neem maar een beslissing met een gewonde in het voertuig, terwijl je maten onder vuur liggen. Je leert hier omgaan met druk, want je loopt wel rond met een geladen wapen. En het gaat allemaal in sneltreinvaart. Zowel individueel en als groep hebben we veel geleerd. In het begin dacht ik wel eens: shit, als ik maar geen fout maak waardoor er iets misgaat. Dat kan ik nu wel loslaten.”
‘Een volgende keer willen we ook met explosieven werken’
Explosieven
Kapitein Jelle en majoor Joost zien de genisten van 11 Pantsergeniebataljon dagelijks groeien. “De pilot verloopt erg goed en we zien kansen om qua trainingsdoelstellingen en deelnemersaantallen nog wat te groeien om zo nóg effectiever gebruik van dit terrein gebruik te kunnen maken”, blikken ze vooruit. “We willen in de toekomst de schietoefeningen gaan verzwaren door explosieven in de scenarios te verwerken. Daarbij gaat het dus om een BGNT waarin demolitie wordt gebruikt om oefendoelstellingen te behalen, bijvoorbeeld explosief doorbreken van hindernissen. Je kunt hier explosieven tot 500 kilo boven maaiveld gebruiken. Dat is ondenkbaar in Europa.”
En de deelnemers zelf? Soldaat-1 Justin, al vier jaar ‘bij de club’ verwoordt dat het best. Hij mag als boordschutter ook met de FN Minimi aan de slag. “Best moeilijk om hier direct goed te richten. Het terrein op zich is niet alleen anders dan we gewend zijn, maar ook de kleuren. Het is top hier te oefenen. Mijn vrienden bij de infanterie zijn écht stikjaloers.”
Meer dan genie
De landmacht was met zo’n zeventig militairen naar Texas gevlogen, van wie een deel vaste kampstaf, geneeskundig- en onderhoudspersoneel. “We hebben een paar lichtgewonden gehad”, meldt militair verpleegkundige sergeant-1 Noreen: “En dan ging het vooral om cactusnaalden.”
‘Er is een goede wisselwerking met de combat life savers’
Voor haar en gewondenvervoerder korporaal Wobberich (43 Geneeskundige Compagnie) is het vooral paraat staan en wachten bij de schietbaan. “Gelukkig maar, want dan gaat alles goed.” Ook zij krijgen vrijwel dagelijks een flink portie oefening voor de kiezen, als de genisten het kamp hebben opgezocht. “De militair arts betrekt ons veel bij oefeningen en er is een goede wisselwerking met de combat life savers. Die zien we eigenlijk nooit. En dat geldt ook voor de inzet van de helikopter bij de oefening. Ik ben nog niet zo lang bij de compagnie en heli-drills voor een medevac zitten niet in de opleiding. Zou eigenlijk wel moeten, vind ik.”
Sergeant Matthijs (43 Herstelcompagnie) en zijn mannen konden vóór de oefening was begonnen al aan de bak met de Boxers. “Motor eruit, zelf een hijsjuk gelast en elke dag na oefening inspectie”, somt hij op. “We konden beperkt middelen meenemen en dan is het een uitdaging als er iets afbreekt en we hebben het niet. Je moet dus creatief zijn en dat willen we ook: sleutelen. Dus ook als er een doel kapot wordt geschoten, herstellen we die, net als de sloten op wc’s en douches.”