Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto SGT Aaron Zwaal
Zwarte baretten beveiligen werkplek in Irak
Nederland verlengt de militaire bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie in Irak met in ieder geval een jaar. Dat betekent ook dat ruim honderd Nederlandse militairen Erbil Air Base (EAB) blijven beveiligen en bewaken. Een kleine, maar belangrijke taak voor 42 BVE in de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). Zij nemen tot begin volgend jaar deze taak op zich, samen met 33 reservisten. In een intensief gezamenlijk opwerktraject bewezen zij dat ze in deze taakstelling niet onder doen voor de verkenners. Het komt niet vaak voor dat zo’n grote NATRES-delegatie integreert op uitzending.
'COG, loud and clear, over'. Commander of Guard wachtmeester Alex doet de comms-check deze maanden honderden keren door zijn portofoon voor hij aan de patrouille begint. In een gepantserde Land Cruiser rijden hij en de chauffeur langs ‘route green’. Daar staan de sectieposten bemand door Nederlandse militairen. Zij beveiligen de basis tegen ongenode gasten: wie een valse of verlopen toegangspas heeft, komt er niet in. Het werk van de Nederlanders is een kleine schakel in de Capacity Building Mission Iraq (CBMI), de anti-ISIS coalitie. “Klein, maar ontzettend belangrijk. Door onze bewakings- en beveiligingstaken kunnen de collega’s achter de hekken veilig hun werk doen”, vertelt Alex.
De coalitiepartners waarderen de Nederlandse aanwezigheid dan ook. EAB ligt naast de internationale luchthaven en vlakbij het bruisende centrum van Erbil. “De ‘scheidslijn’ naar militair terrein moet duidelijk zijn. Vroeger konden indringers veel makkelijker binnenkomen. Dat kan onder meer spionage in de hand werken.”
Dreiging
Het afgelopen jaar nam de dreiging tegen EAB toe. In februari kwam één persoon om het leven, acht raakten gewond bij een drone-aanval. In september was het voor ’t laatst raak, slechts een paar dagen na de aankomst van de militairen van 42 BVE. De twee drones veroorzaakten toen weinig schade, maar de Nederlandse eenheid maakte een korte nacht. Zoals geoefend was iedereen binnen enkele minuten in de bunkers, waar ze bleven tot de omgeving veilig was. Op de basis zijn de afgelopen maanden extra bunkers gebouwd. Verder wordt het terrein gecompartimenteerd door middel van T-walls. Een flinke laag grind op de grond moet de impact van explosies verminderen.
Oog voor detail
Bij de eerste post waar Alex langsrijdt, staat een forse rij auto’s te wachten om de basis op te mogen. ‘Genoeg water? Batterijen voor de portofoon?’ checkt Alex ondertussen bij de collega’s die snel maar nauwkeurig elke toegangspas scannen. Typisch aan verkenners is hun oog voor detail: dagelijkse bezoekers passeren zo vaak, dat de Nederlanders ze herkennen. Toch moeten ook zij nog steeds een geldige pas laten zien. Alex: “Alleen al door onze aanwezigheid proberen mensen zonder pas het steeds minder vaak. Ze weten dat we ze terugsturen; eerst een vingerafdruk en irisscan laten maken, terugkomen met een geldige pas.”
Verdachte lading
Bij de volgende wachtpost ziet het werk er anders uit. In een afgesloten kotje turen een huzaar en soldaat - een verkenner en een reservist - geconcentreerd naar een scherm. Röntgenapparatuur scant de inhoud van een vrachtwagen. Donkere kleuren betekenen een hoge dichtheid en dat kan wijzen op een verdachte lading. Dit voertuig heeft alleen water bij zich en mag doorrijden. “Aan de hand van deze scan, papieren en camerabeelden beslissen wij of er extra controles nodig zijn”, vertelt huzaar Erwin. “Best een grote verantwoordelijkheid, gezien onze rangen. We zijn goed opgeleid door de Amerikanen voor deze tijdelijke job. Toegangspassen controleren kan best saai zijn, des te belangrijker om geconcentreerd te blijven. Het is fijn dat we het kunnen afwisselen met deze diensten bij de X-ray. Dat maakt het een interessante uitzending.”
Van weekend warrior naar voltijd militair
Reservist soldaat Bas (23), student werktuigbouwkunde aan de TU in Eindhoven.
“Door ons werk als reservisten waren we al vertrouwd met de taken van bewaken en beveiligen; dat doen we in Nederland ook. Tijdens het opwerktraject lag de uitdaging dus vooral bij het ‘groene’ optreden. Die stoomcursus was heel leerzaam. We zijn dusdanig voorbereid op het hogere geweldspectrum dat ik hier met zelfvertrouwen mijn werk kan doen.
Het voelt alsof ik op een rijdende trein ben gestapt. Er zijn weinig saaie momenten. De werkdruk is goed en er is ook voldoende tijd om te sporten en ontspannen. De sfeer is goed, in het opwerktraject zijn we een hechte groep geworden. Als er iets speelt, wordt dat direct uitgesproken. Ik denk dat dit tussenjaar mij persoonlijk verandert. Het is zo’n unieke ervaring waarin ik veel train en heb leren doorzetten. We maken veel mee samen. Ik merk dat ik relaxter word. Als het bij een sectiepost tot een akkefietje komt, is het niet meer zo spannend. Ik denk dat ik thuis zaken ook minder snel spannend vind of tegen dingen opzie.
Het afgelopen jaar heb ik snel moeten omschakelen. Ik woonde nog thuis, maar als binnenslaper bind je sneller met de groep dus koos ik voor legering. Mijn vader reageerde enthousiast op de uitzending, die zou zelf de kans ook direct pakken. Mijn moeder vond het spannender, die had veel vragen over wat we precies gingen doen. Ik videobel elke week met ze. Als ze zien dat ik goed in mijn vel zit, gaat het met hen ook goed.”
Voor ’t eerst op uitzending met reservisten
“Ik ben vier keer eerder op uitzending geweest; driemaal naar Afghanistan en een keer naar Mali. Dit is voor ’t eerst dat er een club reservisten is geïntegreerd. Het zijn collega’s met heel uiteenlopende achtergronden: studenten, ex-beroeps en zelfs een buschauffeur. Het zijn slimme lui. Ze komen wat brengen, zeker bij de taken aan de poort merk je dat ze ervaring in bewaken en beveiligen hebben. Voor de taken die we nu hebben in Irak zijn ze perfect geschikt.
We zijn zoveel mogelijk één groep, toch merk je verschil tussen een collega met een NATRES-opleiding of een verkennersopleiding. Ze zijn anders gevormd, hebben een andere mentaliteit. Bij het aanleren van de skills & drills merkte ik dat ze vaker overleggen. Wij schreeuwen ‘DEZE KANT OP!’ en evalueren achteraf wel. Dan kijk je of je zaken anders brengt om het werkbaar te maken.
Het is niet zo’n spannende missie, de taken kunnen best eentonig zijn. Als er iets gebeurt, kan het snel escaleren. Je moet dus op je hoede blijven. Als het goed gaat, is het saai, dus hopelijk blijft dat zo. Het bevalt mij erg goed en ook thuis zitten ze er meer op ’t gemak bij dan toen ik in Afghanistan zat. De internetverbinding is beter dan in de legering in Nederland, dus we videobellen regelmatig. Ook de feestdagen brengen we hier door. Dat is voor het thuisfront altijd zwaarder dan voor de militairen. We tellen hier ook af, misschien met vuurwerk. Als je pech hebt, sta je op post en is de dag hetzelfde als alle anderen.”