Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto SMJR Hille Hillinga

Alle brugslagmiddelen vervangen

Kapitein der Genie Elmar Hoogterp, stafofficier Gap Crossing, leidt negen projecten om landmachteenheden van nieuwe brugslagmiddelen te voorzien.

Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale afdeling voor in het leven geroepen: Concept Development & Experimentation (CD&E). In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze sectie initieert of ondersteunt. Ditmaal maar liefst negen projecten om brugslagmiddelen te vervangen voor innoverende overgangen.

Wie googelt op ‘brugslagmiddelen landmacht’ stuit op beelden van wel veertig tot zeventig jaar geleden. Niet zo vreemd; de overgangsmiddelen in de bewapening van het CLAS zijn oud, weet kapitein der Genie Elmar Hoogterp, stafofficier Gap Crossing. “Onze oudste is de baileybrug uit 1943. Ook gebruiken we nog de Medium Girder Bridge (MGB) uit 1976. Overigens een slim en solide systeem dat nog steeds wordt gemaakt. Tot voor kort was de nieuwste onze vouwbrug uit 1986, maar zelfs die is voorbij zijn life of type (levensduur, red.).”

De systemen zijn gekeurd en – hoewel arbeidsintensief – nog wel te gebruiken, maar steeds lastiger te onderhouden. “Daarnaast zijn onze overgangsmiddelen niet te updaten naar een hogere Military Load Class (MLC), de gewichtsclassificatie die het draagvermogen uitdrukt en onderdeel is van de NAVO-eisen. Bovendien zijn volgens de huidige Arbowetten de meeste stukken te zwaar om te tillen.”

De Leguaan MLC 80 legt bruggen van veertien en 26 meter over rivieren. Het nieuwe voertuig is een computer op wielen; voor het systeem in 2025 compleet is, worden collega’s omgeschoold.
De Leguaan heeft een Leopard 2-onderstel.

Schermen

Een duidelijk verhaal: het is de hoogste tijd om alle brugdelen te vervangen. “En niet alleen dat: we willen innoveren. Als we dezelfde spullen bestellen in een nieuw jasje, gaan we voorbij aan jarenlange technologische ontwikkeling.” En dus hebben de meeste voertuigen schermpjes, in plaats van uitgebreide bedieningspanelen. “Jongeren zijn daar heel behendig mee. Zij krijgen in de toekomst les in een simulator, in plaats van alleen in het voertuig. Veel efficiënter. Daarom hebben we voor nu de opleiding voor de oude brugleggende tank stilgezet. Anders moeten ze volgend jaar oude werkwijzen afleren als het nieuwe materieel binnenstroomt.”

De Pionierloopbrug is gemakkelijk te tillen en te verlengen. De Oostenrijkers gebruiken ‘m al. Kapitein Hoogterp keek mee hoe de brug daar bevalt.

‘Door lichte spullen blijft personeel beter inzetbaar’

Andersom

De nieuwe equipage moet ook aansluiten bij het veranderde optreden. En dat verschilt flink per landmachteenheid. Zo lopen er projecten voor het Korps Commando Troepen en de Luchtmobiele Brigade, waarbij lichte brugdelen het mobiele optreden moeten ondersteunen, maar ook projecten voor 43 Gemechaniseerde Brigade en het OOCL. Daar is behoefte aan zwaarder materieel dat het gewicht van een Leopard 2 of zwaar beladen trekkeroplegger kan dragen. Hoogterp: “Om iedereen te voorzien, gaan we ook deels voor universele middelen die gemakkelijk zijn te gebruiken door niet genie-eenheden. Een voorbeeld zijn bruggenleggers waarbij je de brug óp een voertuig kan plaatsen, maar ook aan de neus of zijkant. Normaliter is bij zo’n bruglegger een voertuig aangepast aan het optreden met een dergelijke brug, nu kan dat ook andersom. Zo ben je flexibeler in je optreden en maak je een Zwitsers zakmes van je voertuig.”

Wat alle brigades gemeen hebben, is dat personeel schaars is. De middelen moeten dus ook personeel-extensief zijn. Goed voorbeeld daarvan is de Hopper. “Waarvan onze Nederlandse leverancier momenteel een testexemplaar produceert. Het is een brug voor lichte wagens, zoals quads. Hij is zo compact dat één persoon 'm kan dragen en hanteren.” Door zulke lichte spullen blijft personeel beter inzetbaar en worden lichte eenheden mobieler. Een ander voorbeeld is de Pionierloopbrug (PLB). “Specifiek bedoeld voor optreden te voet. Het systeem is lichter dan welk geniemiddel dan ook: 55 kilo per deel. Met één set is een afstand van dertig meter te overbruggen. Omdat het systeem koppelbaar is, verleng je de brug gemakkelijk. Na een korte cursus voor de gebruikers, is de PLB volgend jaar al in te zetten.”

De brugmarkeringsset vervangt een gids. Als een voertuig er overheen rijdt, klappen de palen met tactische ledlights in.

Vier categorieën

Close Support Bridges (CSB): onder gevechtsbruggen vallen alle eenheidsgebonden tactische overgangsmiddelen.
 

General Support Bridges (GSB): onder ondersteuningsbruggen vallen de overgangsmiddelen die in een operationeel scenario de gevechtsbruggen vervangen. Doorgaans duurt het langer om ze op te bouwen, maar gaat dat wel sneller en gemakkelijker dan het optuigen van een LOCB.
 

Lines of Communication Bridges (LOCB): onder deze logistieke exemplaren vallen de bruggen op een drijvende ondersteuning. Ze worden beschouwd als (semi-)permanent en moeten de bereikbaarheid van operatiegebieden vergroten.
 

Wide Wet Gap Crossing capability (WWGC): onder deze nieuwe categorie vallen alle drijvende en amfibische overgangsmiddelen anders dan amfibische voertuigen.

Internationale samenwerking

Brugslag is een klassieke kerntaak voor de Genietroepen, maar de afgelopen decennia verdween het werk naar de achtergrond. “Na de val van De Muur verlegde de krijgsmacht de focus meer naar hoofdtaak twee (bevorderen van de rechtsorde en stabiliteit), waardoor materiële vernieuwingen rondom mobiliteit stagneerden.” Dat gold evengoed voor de krijgsmachten van ons omringende landen. “Bij sommige naties verdween de capaciteit zelfs helemaal. Uit analyses van de NAVO blijkt dat voor bepaalde routes binnen de EU kilometers te kort is aan drijvende capaciteit. Zelfs landen die nog wel capaciteit hebben, zijn tot elkaar veroordeeld om samen genoeg brugslag te realiseren. Samenwerking wordt dus steeds belangrijker.”

En dat geldt ook voor de aanschaf. “Landen met wie we al op meerdere vlakken samenwerken, zijn ook aan het ‘shoppen’. Er zit overlap in onze projecten, dus kijken we mee bij de Duitsers, Engelsen en Oostenrijkers. En zij bij ons. Soms hebben zij al iets kapot gekregen, daar kunnen wij van leren. Bovendien kan de fabrikant vertellen hoe we moeten opleiden, maar ik ga liever af op de ervaringen van een bevriende natie. Zo delen we kennis en ervaring en versterken we tegelijkertijd de NAVO-banden.”
 

De Hopper, nu nog in ontwikkeling bij Kunststofproductiebedrijf Jules, heeft een slim ontwerp met lichtgewicht materialen. Door het lage gewicht heeft de brug veel potentie voor optreden in een hoog tactisch scenario.