06

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 11

Terugkijker

Het is weer tijd voor een blik op de kalender. In de rubriek 'Terugkijker' richten we het vizier om de week op een gebeurtenis uit het verleden. Van militair-historische aard en gebeurtenissen waarbij Defensie betrokken was, maar ook situaties die invloed hebben gehad op de hele wereld.

Om hiermee het ‘o ja’-gevoel op te roepen, maar ook omdat we in deze jachtige tijd gebeurtenissen vaak zo snel vergeten of het ons niet meer exact herinneren. In deze aflevering gaan we terug naar 29 maart 1951, de dag waarop het echtpaar Rosenberg schuldig wordt bevonden aan spionage voor de Russen.
Tekst: Leo de Rooij | Foto's: Diversen

Door de inmiddels met Oscars overladen film Oppenheimer staat het Manhattan-project, de codenaam voor de ontwikkeling van de atoombom, opnieuw sterk in de belangstelling. Minder bekend is het verhaal van Julius en Ethel Rosenberg. Dit echtpaar zou het geheim van de atoombom hebben verraden en belandde op de elektrische stoel wegens spionage voor de Sovjet-Unie.

Enige tijd geleden werd in de Verenigde Staten een getuigenverklaring rond de historische rechtszaak tegen het echtpaar Rosenberg vrijgegeven. Daaruit blijkt volgens de Britse krant The Guardian dat Ethel destijds mogelijk onterecht ter dood is gebracht.

Wie waren de Rosenbergs en waarom werden ze geëxecuteerd?

zwart-wit politiefoto van Julius Rosenberg
Julius Rosenberg
Ethel Rosenberg

Los Alamos

Julius Rosenberg was ingenieur in het Amerikaanse leger en zijn vrouw Ethel secretaresse bij een rederij. Het stel had elkaar leren kennen op de jeugdafdeling van de Communistische Partij van de Verenigde Staten en was in 1939 getrouwd. Ethels broer David Greenglass en zijn vrouw Ruth waren ook lid van deze ‘Young Communist League’. Een club die in die tijd nog niet als gevaarlijk werd beschouwd, omdat niet de Sovjet-Unie maar het Derde Rijk de grote vijand was. Veel communisten kregen toegang tot sleutelposities binnen het Amerikaanse leger.

Zo ook David Greenglass die tijdens de Tweede Wereldoorlog sergeant-mecanicien was in de werkplaats van het ‘Los Alamos National Laboratory’. Daar werd in het diepste geheim aan het Manhattan-project gewerkt, de codenaam voor de ontwikkeling van de eerste atoombom. Het project werd in 1942 gestart door onder anderen Albert Einstein en stond onder de wetenschappelijke leiding van Robert Oppenheimer.

David Greenglass

Zeer interessant

Julius Rosenberg werd na verloop van tijd gerekruteerd door de NKVD, de geheime dienst van de Sovjet-Unie en voorloper van de KGB. In 1944 bracht hij ook zijn schoonzus Ruth Greenglass met de NKVD in contact. Zij kwam er via deze club achter dat haar echtgenoot David voor het Manhattan-project werkte. Dat maakte David zeer interessant voor de Russen en hij werd als spion gerekruteerd. In zijn functie van mecanicien kon Greenglass onderdelen en technische tekeningen van atoombommen als ‘Little Boy’ en ‘Fat Man’ in handen spelen van de Russen.

De vraag is of Julius Rosenberg eigenlijk wel zo’n belangrijke schakel was. Pavel Sudoplatov, die spionageacties vanuit Moskou leidde, noemde het echtpaar Rosenberg later slechts koeriers voor de NKVD. Wat hem betrof konden ze worden opgeofferd.

Little Boy atoombom
Atoombom Little Boy die werd afgeworpen boven Hiroshima, Japan, in augustus 1945. Dit was de eerste foto van Little Boy die werd vrijgegeven door de Verenigde Staten.
zwart-wit politiefoto van Klaus Fuchs
Klaus Fuchs

Bekentenis

Uiteindelijk werden de Rosenbergs en David Greenglass in 1950 gearresteerd, nadat ze waren verraden door de Duits-Britse theoretisch natuurkundige en communist Klaus Fuchs. Hij was wetenschapper bij het Manhattan-project en werd door de Britse geheime dienst ontmaskerd als spion.

David getuigde tegen zijn zwager Julius en zus Ethel, in ruil voor immuniteit voor zijn vrouw Ruth. Hij legde een verklaring af die zou leiden tot de dood van zijn zus, en beschermde daarmee zijn echtgenoot die mogelijk schuldig was aan spionage.

Het echtpaar in een arrestantenbus en Bakstenen appartementencomplex
Foto links: Gescheiden door een hekwerk in de arrestantenbus rijden Julius en Ethel Rosenberg weg van het U.S. Court House na de uitspraak van de jury. Foto rechts: Het appartementencomplex in Morton Street (New York) waar het Rosenberg-echtpaar in 1950 werd gearresteerd.

Obsessief

Het proces tegen de Rosenbergs vond plaats tijdens de Koude Oorlog, toen in de Verenigde Staten de angst voor het communisme bijna obsessief was. Vanaf het begin trok het proces veel aandacht. De Rosenbergs waren daardoor eigenlijk al voor hun proces veroordeeld. Ondanks het magere bewijsmateriaal werd het tweetal op 29 maart 1951 door een jury schuldig bevonden, waarna rechter Kaufman op 5 april het doodvonnis uitsprak.

Op 19 juni 1953 werden ze in de New Yorkse Sing Sing gevangenis op de elektrische stoel terechtgesteld. Documentatie meldt dat Julius al door de eerste stroomstoot stierf, maar dat Ethel niet onmiddellijk bezweek. Er waren nog twee schokken noodzakelijk voordat haar dood werd vastgesteld. Julius en Ethel waren de enige Amerikaanse burgers die tijdens de Koude Oorlog voor spionage zijn terechtgesteld.

Codeberichten

Enige tijd geleden gaven de Amerikanen ontcijferde codeberichten van de Russen vrij (project Venona). Uit deze getuigenverklaringen blijkt dat het zeer waarschijnlijk is dat Julius Rosenberg inderdaad actief bezig was met spionage. Er werden echter geen bewijzen gevonden voor de beschuldigingen die leidden tot zijn veroordeling. Ook is niet zeker dat Ethel Rosenberg bij de activiteiten van haar man betrokken is geweest.

Wit bord met herinneringstekst
In de Kibbutz Yad Hannah in Israël worden Julius en Ethel Rosenberg nog altijd herinnerd.