Generaal op de bres voor bescherming infrastructuur Noordzee

Om aanslagen op vitale infrastructuur op onze zeebodem te voorkomen is het actieprogramma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) in het leven geroepen. Aan het roer staat brigadegeneraal der mariniers Kees Schellens. Van commandant van een bataljon mariniers en commandant bij een NAVO-club, ging hij naar een bureaufunctie op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het klinkt niet als een spannend jongensboek, maar de militair voelt zich er inmiddels als een vis in het water.

Tekst: Evert Brouwer | Foto: Henriette Guest en Mediacentrum Defensie

Brigadegeneraal der mariniers Kees Schellens: “Deze zag ik ook niet aankomen.”

Laten we eerst eens scherp krijgen wat het PBNI precies inhoudt. Officieel is dat ‘het beschermen van de Noordzee-infrastructuur tegen statelijke en niet-statelijke dreigingen teneinde de beschikbaarheid, continuïteit, vertrouwelijkheid en integriteit van de Noordzee-infrastructuur te waarborgen, ten behoeve van de nationale veiligheid’. Oftewel: alle maatregelen die een aanslag op de zee(bodem) kunnen voorkomen.

Samenwerking

En die zijn nodig, want de afgelopen jaren is de afhankelijkheid van onderzeese infrastructuur, denk aan pijpleidingen, elektriciteitsleidingen vanaf windmolenparken en dataverbindingen, wereldwijd toegenomen. Zeker in de toch al drukke Noordzee. Een groot deel van die infrastructuur bevindt zich in internationale wateren en kan zich uitstrekken over honderden tot zelfs duizenden kilometers. Er is dus niet alleen een enorm oppervlakte om te bewaken, maar het zorgt ook voor juridische en operationele uitdagingen.

"… alle informatie bij elkaar brengen en analyseren…"

Niet verwonderlijk dat de bescherming ervan grens- en sector-overschrijdend moet worden aangepakt; samenwerking is het devies. Niet alleen tussen overheidsdepartementen en uitvoeringsorganisaties, zoals de Kustwacht, maar ook internationaal en met verschillende private partijen, zoals telecom- en gasbedrijven met infrastructuur in de Noordzee.

Ook in Nederland liggen belangrijke pijpleidingen voor brandstof onder water. “Op ons grondgebied is alles geregeld, het houdt op bij de waterlijn aan zee.”

‘Dit programma draait om security en daar hebben we expertise in'

Goed netwerk

Net aangetreden, in april van dit jaar, kreeg generaal Schellens direct te maken met de dynamiek van de politiek. Minister Harbers zegde de Kamer toe dat er eind van dit jaar een actieplan zou liggen. Weliswaar is IenW leidend, de programmadirecteur komt van Defensie. Toegegeven, generaal Schellens was zelf ook verrast toen hij werd gevraagd om de kar twee jaar lang te trekken. “Die zag ik echt niet aankomen.” Al is het zo vreemd ook weer niet: “Een groot deel van het veiligheidsvraagstuk van dit programma draait om security en daar heeft Defensie natuurlijk ook expertise in.”

Begeleiding van Russische fregatten waaronder de Steregushchiy. Escorteren is een van de taken van de KM in het Nederlandse deel van de Noordzee.

Al zou je, gezien het maritieme domein, dan wellicht een collega van de vloot op die functie verwachten. “Maar een van de voordelen was dat ik een goed netwerk had bij de veiligheidsdiensten vanuit mijn vorige werk bij het Special Operations Commando (SOCOM)”, aldus Schellens. “Het draait immers ook om het verzamelen en analyseren van alle intel en informatie van bronnen in het maritieme domein.” Lachend voegt hij toe: “En helemaal onbekend met de zee ben ik natuurlijk ook weer niet.”

“Of we te laat zijn? Nee, want er gebeurt al best veel. Maar het is wel tijd voor méér actie.”

Bypasses of extra kabels

Eind volgende maand moet het actieplan dus het licht zien. Onder leiding van Schellens zijn daar zes mannen en vrouwen op IenW mee bezig. Ook kan de generaal terugvallen op werkgroepen van de vijf betrokken ministeries.

De Duitse marine patrouilleert met de schepen Berlin en Schleswig-Holstein langs Troll A, een gasproductieplatform in de Noordzee.
De aanslag op de Nord Stream zorgde voor extra aandacht voor ‘Seabed Warfare’; oorlogshandelingen op de zeebodem.

Mogelijk saboteren

Maar zijn we niet al te laat? “Nee, want er gebeurt al best veel. Het is wel tijd voor meer actie, zodat we nationaal en internationaal voorbereid zijn op calamiteiten", erkent Schellens. "Op het vaste land is veel geregeld, maar dat houdt ineens op bij de waterlijn. In 2040 komt zeventig procent van onze energiebehoefte vanuit of via zee. Ik hoef denk ik niet uit te leggen wat de gevolgen zijn als door een of andere oorzaak de leverantie van energie stopt. Russische schepen brengen de onderzeese energie-infrastructuur in kaart om ze mogelijk in de toekomst te kunnen saboteren. Dat weten we. Voorheen lag de nadruk op de Atlantische Oceaan, maar er is nu ook veel activiteit op onder andere de Noordzee.”

BNS Leopold 1 (ex-Hr.Ms. Karel Doorman) begeleidt het Russische vliegkampschip de Kuznetsov door het Kanaal in 2016. Een taak van zowel de Belgische als Nederlandse marine. Zie ook grote foto boven met Zr.Ms. Rotterdam.

‘In dit dossier is Den Helder zo’n beetje het centrum van Nederland’

Adequate reactie bij dreiging

Het gaat overigens niet alleen om militaire dreigingen. Ook criminelen en terroristen kunnen er belang bij hebben om onder het wateroppervlak toe te slaan. Dat hoeft niet meteen met een explosief: het gijzelen en hacken van computersystemen kan al genoeg zijn. “Je kunt het niet voor de volle honderd procent voorkomen, maar het is wel goed op dit soort zaken te zijn voorbereid. Ook is het van belang dat er adequaat wordt gereageerd wanneer een dreiging zich voordoet. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een duidelijke rolverdeling en dat er een plan klaarligt, zodat er zo snel en goed mogelijk kan worden gereageerd.”