Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heeft een ongekend groot fotoarchief. Het gros daarvan is vanzelfsprekend in zwart-wit. Die beelden zijn indrukwekkend, máár door kleur toe te voegen ontstaat een geheel andere dimensie. Het brengt detail en beleving, waardoor je je nog beter kunt verplaatsen in vroeger tijden.

Tekst: Kapitein Jessica Bode | Foto’s: NIMH, Menno Bausch (headerfoto)

Reden voor het NIMH om tientallen foto’s door bouwkundig modelleur Erwin Zeemering in te laten kleuren. Dat levert bijzondere beelden op die we de komende weken graag met u delen.

Van 1940, het begin van de Tweede Wereldoorlog, maken we vandaag een flinke sprong voorwaarts en zoomen we in op 21 september 1944. De dag dat het Regiment Stoottroepen officieel wordt opgericht.

Na de bevrijding van het grootste gedeelte van Zuid-Nederland in september 1944 wordt vanuit het verzet het Regiment Stoottroepen opgericht als onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het bestaat uit vrijwilligers, waaronder veel voormalige verzetsstrijders, die worden getraind en uitgerust om de geallieerden te ondersteunen bij de bevrijding van Nederland. De Stoottroepen van het Commando Brabant komen onder Brits bevel te staan, de Stoters in Limburg onder Amerikaans bevel.

De compagnieën uit Limburg versterken voornamelijk het front in het zuiden van deze provincie door wacht- en verkenningspatrouilles uit te voeren. De Brabantse Stoters, zoals op de foto te zien in Brits tenue, worden ingezet aan de oevers van de Maas en Waal. Zij moeten vijandelijke infiltraties in het rivierengebied tegengaan, om te voorkomen dat de Duitsers vernielingen aanrichten of krijgsgevangenen maken. Vanaf januari 1945 bewaakt een aantal compagnieën van Commando Brabant het front in Zeeland.  

De geallieerden kunnen de ‘Stoters’ goed gebruiken: zij kampen aan het front in het zuiden van Nederland met een troepentekort. Vanaf eind september 1944 bemannen de Brabantse en Limburgse Stoottroepen daarom her en der langs het front posten die zij moeten verdedigen tegen Duitse gevechtsacties. Ook draaien ze wacht- en patrouillediensten. De Stoters doen dit onder vaak barre weersomstandigheden en met een groot tekort aan voedsel, kleding en bewapening.

Veel van de Stoters zijn uiteindelijk maandenlang actief op Nederlandse bodem. Een ander deel trekt de laatste oorlogsweken diep Duitsland in. Van de 6.000 Stoters die tussen september 1944 en mei 1945 onder de wapenen komen, sneuvelen er 102.