02

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 38

Vijf vragen aan

Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant 1 Mike de Graaf

Twee experts van het moderniseringsproject CV90

‘De CV90 blijft een van de beste gevechtsvoertuigen’

Het infanteriegevechtsvoertuig CV90 (combat vehicle) wordt ingrijpend gemoderniseerd. Zo blijft het tot het einde van zijn levensduur in 2039 operationeel. Defensie tekende begin 2021 een contract met fabrikant BAE Systems Hägglunds voor een zogenoemde Midlife Update (MLU) van 122 voertuigen. Afgelopen week rolde het eerste First of Type (FoT)-exemplaar van de band in Zweden. Vijf vragen aan projectleider Joost Vernooij en verificatiemanager Friso Mous van de Defensie Materieel Organisatie.

De CV90 is nu zo’n vijftien jaar ‘in dienst’ bij de landmacht. Waarom is het nodig om het voertuig nu al te moderniseren?

“Dat is nodig om de CV90 operationeel relevant te houden. De software is verouderd (obsolete), het dreigingsbeeld sterk gewijzigd. Na deze modernisering beschikt het voertuig weer over vooraanstaande technieken en blijft de CV90 een van de beste infanteriegevechtsvoertuigen op het strijdtoneel. Dit is de enige MLU voor de CV90 gedurende de levensduur. De nu toegepaste digitale architectuur maakt het mogelijk om geüpdatet te blijven. Dus er komen wel modificaties. Ook het Foxtrot-programma is gepland voor de tweede helft van dit decennium.”

De CV90 is het belangrijkste infanteriegevechtsvoertuig van de gemechaniseerde brigade (foto: adjudant Eva Klijn).

Wat zijn volgens u de belangrijkste veranderingen?

“De belangrijkste updates van de CV90 zijn de verbetering van de slagkracht door de integratie van twee Spike ATGM’s (anti-tank guided missiles) in de toren. Daarnaast wordt de bescherming verbeterd door een actief systeem tegen ATR’s (anti-tank rocket) en ATGM’s toe te voegen. Er komt een EOPS (electronic optical panoramic sight) op de toren om het omgevingsbewustzijn (situational awareness) van de commandant te verbeteren. Ook het comfort - de ergonomie van commandant en schutter - is aangepakt. Verder zijn de computersystemen en de interactie tussen mens en machine verbeterd. Alle 122 voertuigen ondergaan dezelfde modernisering. Negentig ervan krijgen een actief beschermingssysteem (active protection system). Dit is gekoppeld aan het budget van de MLU.”

Projectleider Joost Vernooij (rechts) en verificatiemanager Friso Mous.

‘De Nederlandse industrie profiteert van het project’

Is het niet enorm kostbaar om al die CV90’s naar Zweden te transporteren voor de Midlife Update?

“De CV90’s gaan niet allemaal naar Zweden, de serieproductie vindt plaats bij Van Halteren in Nederland. Er zijn circa dertig Nederlandse bedrijven ingezet om subsystemen te ontwerpen en te produceren. Hierdoor profiteert de Nederlandse industrie van het project. De kosten bedragen meer dan 600 miljoen euro.”

De CV90’s krijgen hun Midlife Update bij Van Halteren in Bunschoten en Zwolle (foto: sergeant-majoor Maartje Roos).

‘De gebruiker stond en staat centraal gedurende het hele project’

Is het programma geheel door de DMO ontwikkeld of hebben de gebruikers ook een inbreng gehad?

“De gebruiker stond en staat centraal gedurende het hele project. Dat geldt zowel voor het opstellen van de eisen als voor het ontwerp. Voor hen doen we het. Dit hebben we gedaan door een zogenoemde ‘supergebruiker’ als vaste kracht in het ontwerpteam te integreren. Maar ook door mock-up sessies te houden waarbij gebruikers invloed kunnen uitoefenen op bijvoorbeeld ergonomie en man-machine interface. Door de vele updates zal het nodig zijn om gebruikers om te scholen, om zo maximaal gebruik te kunnen maken van de nieuwe functionaliteiten. Hiervoor wordt momenteel een training ontworpen.”

De uitrol van de eerste FoT (First of Type) CV90 was maandag bij Hägglunds in Zweden.

Kunnen de eenheden nog wel oefenen?

“Bij de productie van het MLU-voertuig is rekening gehouden met de taken van de gebruiker, 43 Gemechaniseerde Brigade. Hoewel de invloed zo beperkt mogelijk is gehouden, heeft het wel consequenties. Er is vanzelfsprekend voor gekozen om de voertuigen in een zo kort mogelijke periode om te bouwen.”