Tekst Evert Brouwer en Haytze Teerink
Foto Mediacentrum Defensie e.a.

‘Balans zoeken om snel beste te krijgen voor de juiste prijs’

Staatssecretaris Christophe van der Maat

Defensie heeft een belangrijke mijlpaal bereikt in het project Vervanging Onderzeeboten. De offerteaanvraag is gereed en valt half november bij de drie geselecteerde werven in de bus. Dat schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat vandaag aan de Tweede Kamer.

Het gaat om de bestelling van vier veelzijdig inzetbare, conventioneel voortgestuwde onderzeeboten ‘die passen bij de behoefte’: het beschermen van schepen, het weren van tegenstanders, het verzamelen van inlichtingen en het inzetten van Special Forces. “Juist deze week is aangetoond dat we niet alleen aanwezig moeten zijn óp de wereldzeeën, maar ook onder. Zowel op grote afstand als in eigen wateren. Nederland en de NAVO moeten nu en in de toekomst op deze unieke capaciteit kunnen rekenen”, licht de staatssecretaris toe. 

Het is de bedoeling dat de scheepsbouwers rond de zomer van 2023 hun biedingen insturen. Eind volgend jaar moet dan bekend zijn of het Zweeds-Nederlandse conglomeraat Saab/Damen, TKMS uit Duitsland of de Franse Naval Group de miljardenorder krijgt. “Het gaat om een complex, bijzonder en heel belangrijk project, waarmee veel geld is gemoeid. Deze onderzeeboten worden niet aan de lopende band gemaakt. We zijn ook niet over een nacht ijs gegaan om te bepalen wat voor onderzeeboten we willen en hoeveel we ervoor willen betalen”, zegt de staatssecretaris.

‘Het gaat om een complex, bijzonder en heel belangrijk project’

Saab/Damen was bij de laatste defensiebeurs NEDS aanwezig met een voorbeeld van een onderzeeboot. Het bedrijf wedijvert met de Naval Group en TKMS om het contract.

Uitdaging

Staatssecretaris Van der Maat spreekt van ‘een flinke uitdaging’ voor de industrie. “De boten moeten op tijd worden geleverd. We doen er alles aan om te voorkomen dat we een periode zonder deze capaciteit komen te zitten (een zogenoemd capability gap). De eerste twee moeten tussen 2034 en 2037 volledig inzetbaar zijn (fully operational capable). Twee onderzeeboten van de Walrusklasse blijven daarom langer in de vaart. Dat is een realistisch plan, maar we gaan zeker niet marchanderen met de veiligheid. Het doel is om geen vacuüm te krijgen en altijd twee boten in de vaart te hebben. Met de informatie die wij van de leveranciers hebben, moet dat haalbaar zijn.”

De Naval Group levert onder meer Scorpène onderzeeboten aan de Braziliaanse marine. (Foto: Naval Group)

Behoud van kennis

Een volgende wens is dat de Nederlandse industrie betrokken wordt bij zowel bouw als onderhoud. “Dat is niet alleen belangrijk voor de economie, maar ook voor behoud van kennis en ervaring.” Hiervoor sluit de ‘winnende’ werf een overeenkomst af met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat: een zogenoemde industriële samenwerkingsovereenkomst. “Ook krijgt de Directie Materiële Instandhouding (DMI) van de marine een regierol bij het onderhoud van de nieuwe onderzeeboten. Zo behouden we personeel en kunnen we investeren in nieuw personeel en infrastructuur. Den Helder moet namelijk dé onderhoudswerkplaats voor onderzeeboten worden.”

De DMI krijgt een belangrijke rol in het onderhoud van de onderzeeboten, zegt staatssecretaris Van der Maat.

'Den Helder moet dé onderhoudswerkplaats voor onderzeeboten worden’

Complex

Van der Maat noemt de offerteaanvraag al met al ‘complex’. “We moeten een balans zoeken tussen tijd, kwaliteit en prijs.” Dat budget voor het project is trouwens verhoogd en al grotendeels gereserveerd in de Defensiebegroting van 2023. Daarnaast heeft Defensie gekeken naar wat het betekent als een boot minder in de vaart komt. “Dit levert relatief weinig geld op, terwijl het de inzetbaarheid significant vermindert. We hanteren nu ook geen plafond-, maar een richtprijs voor de onderzeeboten.”

Zr.Ms. Walrus is niet de eerste onderzeeboot met deze naam. Deze Walrus (ex-USS Icefish) was van 1953-1971 in dienst. (Foto: Nederlands Instituut voor Militaire Historie).

‘De defensie-industrie is op dit moment een grillige markt’

Raketten

Maar ook dat biedt geen garanties, erkent Van der Maat. “De defensie-industrie is op dit moment een grillige markt. We moeten jaarlijks kijken naar wat er nodig is. Mochten er op de lange termijn tekorten ontstaan, dan moeten we er mogelijk voor kiezen om een aantal midlife updates uit te stellen. De effecten op de operationele gereedheid hiervan zijn beperkt en acht Defensie acceptabel, gezien het strategisch belang van de onderzeeboten-capaciteit. Het kabinet vindt het project deze investering waard. De onderzeeboten en fregatten worden bovendien in de toekomst voorzien van langeafstandsraketten. Daarover informeer ik de Tweede Kamer volgend jaar”, aldus Van der Maat.

TKMS (Thyssenkrupp) bouwt al een aantal typen onderzeeboten. Op de tekening de Dakarklasse voor de marine van Israël. (Foto Thyssenkrupp)