Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto korporaal Hilbert Buter en Stefano Tull | Video: Robert Harteveld
Na twaalf jaar streken militairen van 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers weer neer in Suriname voor een snoeiharde jungletraining. De afgelopen weken gingen ze ‘back to basics’ om te leren (over)leven, verplaatsen en vechten in het oerwoud.
In de jungle vormt zo’n beetje alles om je heen een gevaar. Zware takken die naar beneden vallen, bastard trees laten lange doorns achter in de huid en de moddergrond wordt na een zware regenbui spekglad. Laten de infanteristen nu net in het regenseizoen hun jungletraining hebben opgetuigd.
Door de dichte begroeiing leggen militairen slechts vier tot vijf kilometer per dag af. En naast alle uitdagingen van de natuur krijgen ze óók nog eens te maken met een gewapende (oefen)vijand die moet worden uitgeschakeld.
Wensen
Tot 2010 oefenden Nederlandse militairen regelmatig in Suriname, begeleid door het Nationale Leger. De landen koesteren een eeuwenlange band, tot het aantreden van president Desi Bouterse in 2010. Vorig jaar ondertekende voormalig defensieminister Ank Bijleveld een intentieverklaring om weer militair samen te werken. Deze zomer wordt besloten of er volgend jaar opnieuw een jungletraining in Suriname plaatsvindt.
Ideaal is anders
Bij 11 Luchtmobiele Brigade kijken ze nu in ieder geval terug op een geslaagde oefening. “We hebben er bíjna alles uit kunnen halen", stelt majoor Rein Nieuwland, leider der oefening. De gehuurde helikopter die gereed stond voor medische evacuaties had geen lier: “We oefenden niet zo diep in de jungle, om eventuele gewonden snel over de weg naar de heli te kunnen brengen. Ideaal is anders, maar veel andere doelen werden wél behaald.”
