Tekst André Twigt
Foto Luitenant ter zee der 2e klasse Conne Broeders, DVIDSHub

Baltops 22: vastberaden en standvastig

Met 45 schepen, 75 vliegtuigen en 7.000 man NAVO-personeel is het druk op de Oostzee tijdens de internationale maritieme oefening Baltic Operations 22 (Baltops). Ook de Russen zijn tijdens deze jaarlijks terugkerende oefening altijd op oorlogssterkte present. Gelukkig blijven incidenten achterwege.  

De jaarlijkse exercitie is vooral gericht op het bevorderen van de interoperabiliteit tussen de deelnemers. Om dat aspect gevarieerd te kunnen beoefenen, komt vooral de Verenigde Staten goed beslagen ten ijs. Naast de krachtige Zesde Vloot dirigeerde het land van de Stars and Stripes de Naval Striking and Support Forces NATO naar de noordflank. Daarmee kan het zwaarst bewapende land ter wereld op zee, te land én in de lucht militaire operaties uitvoeren.

Nederland doet alleen mee aan de mijnenbestrijdingsoperaties

Nederland doet met de mijnenjagers Zr.Ms. Willemstad en Vlaardingen en het torpedowerkschip Zr.Ms. Mercuur alleen mee aan mijnbestrijdingsoperaties van Baltops.

Benieuwd naar meer? Bekijk hieronder de fotoreportage:
 

Kearsarge

Een Zweedse militair salueert ondertussen de Amerikaanse vlag van USS Kearsarge. Voorafgaande aan de oefening verzamelen alle deelnemers zich in de Zweedse hoofdstad. Hier vinden de briefings plaats en worden de laatste losse eindjes in de regie van de oefening aan elkaar geknoopt.

De Kearsarge is een zogeheten amphibious assault ship, dat is ingericht om amfibische landingen uit te voeren. Het platform kan via de zee en door de lucht troepen en materieel aan land zetten. Hiervoor bevinden zich aan boord zeventien landings- en luchtkussenvaartuigen. Afhankelijk van de missie beschikt het schip over een variatie aan vliegend materieel. Waaronder gevechts- en transporthelikopters, F-35B Lightning II gevechtsvliegtuigen en MV-22 Osprey toestellen met zogenoemde tiltrotors.   

Mijnenjagers

Het hart van Baltops bestaat uit twee amfibische landingen. Aan één daarvan levert het Nederlandse aandeel aan de oefening een aanzienlijke bijdrage. De mijnenjagers Willemstad en Vlaardingen schonen in nauwe samenwerking met het torpedowerkschip Zr.Ms. Mercuur en de partners binnen de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 de vaarroutes naar een van de landingsstranden in het zuiden van Zweden.

“Daarbij spoorden we het grootste deel van de in het spel gebrachte oefenmijnen op”, vertelt luitenant ter zee der 1e klasse Olaf Thesingh. De commandant van de ‘Willemstad’ wil kwijt dat de spanningen met Rusland niet hebben geleid tot een andere focus. “Leren samenwerken en het vergaren en overbrengen van kennis zijn nog steeds de belangrijkste drijfveren.”

Adelborsten

De afgelopen weken waren leerzaam, ook voor een van de klasjes adelborsten die bij toerbeurt aan boord verblijven. Vier weken geleden vertrok de Willemstad voor een acht weken durende 'Kruisreis'. Adelborsten blijven in drie blokken van twee weken aan boord. Deelname aan Baltops vormt ook voor hen een van de meer leerzame onderwerpen.

‘Interessant is de aanstaande toetreding van Zweden en Finland’

Interessant aan editie 2022 is dat de in wording zijnde bondgenootschappelijke toetreding van partnerlanden Zweden en Finland tot probleempjes van operationele aard leidt. Nu de samenwerking een serieuzer kader krijgt, nemen beide landen aan meer facetten van de oefening deel.  Alleen zijn er qua procedures en classificaties nog een aantal hobbels te nemen. “In dit stadium kun je met Partnership for Peace landen nog niet alle onderdelen van de doctrine delen”, aldus Thensingh. “Uiteraard is dit iets van tijdelijke aard.”

Amfibische procedures

Uit het zicht van de Nederlandse mijnenjagers oefenen Amerikaanse mariniers van Battalion Landing Team 2/6, 22nd Marines Expeditionary Unit op de Letse kust een variatie aan amfibische procedures. Op de foto wachten delen van een verkenningspeloton op transport met een zogenoemd Landing Craft Air Cushion. Van dit type heeft USS Kearsarge er drie aan boord.     

Korte voorbereidingstijd

De avond valt over de Oostzee. Aan het einde van de oefening stomen alle schepen op naar Kiel, waar naast de afsluiting van de oefening ook de debrief plaatsvindt. Olaf Thesingh vindt het geslaagd. Tijdens het clearen van de vaarwegen voor één van de amfibische landingen merkt hij dat de betrokken mijnenjagers in staat zijn om met een korte voorbereidingstijd een mooi resultaat neer te zetten.

“We slaagden erin om alle gelegde mijnen op tijd op te sporen. De mijnen die we niet te pakken hebben gekregen lagen buiten onze scope.” Het is volgens de commandant helemaal niet denkbeeldig dat mijnenjagers in het echt in een situatie belanden waarin met weinig voorbereidingstijd toch een goed product moeten worden neergezet. “Vanaf nu weet ik dat we dat als NAVO wel degelijk kunnen.”