Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Diversen
Een dag van intense gevechten tegen de Duitse Wehrmacht in mei 1940
Lang was niemand geïnteresseerd in het verhaal van de veteranen die in mei 1940 bij het Noord-Brabantse Mill vochten. De strijd was verloren. De bevrijders in 1945 waren de Amerikanen, Britten en Polen. En daar komt de oorlog in Nederlands-Indië nog eens overheen. In stilte en met elkaar herdachten zij de kameraden die vielen in de korte, maar hevige strijd in de Peel-Raam-stelling.
“Het was zo onwerkelijk. Men wist dat er een trein aan zou komen, maar toen dat een militaire pantsertrein bleek te zijn met Duitse identificatietekens, moest de knop bij de verdedigers om.” Eerste luitenant Ludwig van Dijk, artillerist en in het dagelijkse leven werkzaam bij de Vuursteunschool in ’t Harde, is een wandelende encyclopedie als het gaat om de Slag bij Mill.
Als bovenmatig geïnteresseerde sprak hij talloze veteranen en bewoners. Van Dijk gaf twintig jaar lang rondleidingen over het slagveld en spitte de literatuur door. Zo veel mogelijk op zoek naar de ware gebeurtenissen van het moment.
Commando-actie
Het is in de vroege ochtend van 10 mei 1940 wanneer twee treinen, samen gevuld met zo’n negenhonderd Duitse militairen, vanuit de richting Gennep, dwars door de Peel-Raamstelling bij Mill denderen. Die actie staat niet op zichzelf. Ook op zes andere plekken probeert de vijand met een trein achter de Nederlandse stellingen te komen, om hen zo in de rug aan te vallen. “Vergelijk de actie met Market-Garden”, reageert Van Dijk.
De Duitse operatie in 1940 is volgens hem niets minder dan een manier om de link te maken met de parachutisten, die bij de Moerdijk en rond Den Haag zijn geland. Ze hebben het idee om heel rap met infanterie een gat in de Nederlandse verdediging te maken om daarna met tanks door te stoten.”
Allerlei kleine gevechten vormden samen de Slag om Mill
Teruggeslagen
Rap gaat het alleen niet. Alleen bij Mill lukt het door de Nederlandse linies te breken. Ongeveer anderhalf kilometer verder verlaten de Duitse troepen de treinen en waaieren verschillende kanten uit. Het doel is een aantal bruggen te veroveren die zij voor hun opmars naar het westen nodig hebben. Een Duitse compagnie ten noorden van de spoorlijn wordt teruggeslagen door het doortastend optreden van een aantal batterijen artillerie (lees hier meer over via deze link).
Een andere compagnie uit de trein weet ten zuidoosten een deel van de Peel-Raamstelling in te nemen. “Terug bij de spoorlijn richtten de Duitsers een gewondennest in, want er waren aardig wat slachtoffers. Verbindingen werkten niet, waarop de pantsertrein terugreed richting het oosten, om verslag te doen bij de eigen commandopost.”
Enorme klap
De Duitse trein komt echter nooit aan. Nadat de Nederlandse eenheden bij Mill door hebben dat het oorlog is reageren ze adequaat. Met stalen balken versperren ze het spoor. De terugkerende pantsertrein klapt hier op de versperring en de strijd in de stelling zelf begint.
“Hoewel we spreken van een slag waren er eigenlijk heel veel verschillende kleine gevechten rond Mill”, verduidelijkt Van Dijk. “In de Peel-Raamstelling lagen 3 en 6 Regiment Infanterie die een aantal stormaanvallen op de kazematten hebben afgeweerd. Onderdelen van het 2e Regiment Huzaren Motorrijder drukten tegen een deel van het Duitse bataljon ten zuidwesten van Mill aan. Uiteindelijk konden de Duitsers vanaf de oostkant antitankwapens opstellen en de kazematten frontaal onder vuur nemen.”