Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto sergeant-majoor Cinthia Nijssen
Vrijwilligers helpen Oekraïners in nood
Het liefst waren ze naar Oekraïne vertrokken om te vechten. Stijn Jansen (25), Thomas Biekmann (36), Artim Pefqeli (23) en Michal Chrzanowski (28) kunnen hun ouders niet beloven dat ze dat niet alsnog gaan doen.
Om iets aan hun machteloze gevoel te doen, reden ze vorig weekend naar een vluchtelingenopvang bij de Poolse grens. Op de heenweg zijn de voertuigen gevuld met luiers, eten in blik en wc-papier. Op de terugweg stappen Oekraïense vluchtelingen in, op weg naar een veilige toekomst. Het gezelschap maakt deel uit van een club civiele vrijwilligers die snel groeit. De Defensiekrant mocht achter hen aanrijden.
‘Solidarni Z wolna Ukraina’ (‘Solidariteit met vrij-Oekraïne’), lezen de matrixborden boven de Poolse snelweg. Hoe dichter bij de grens met Oekraïne, hoe meer van dit soort steunbetuigingen. Aanhangwagens vol hulpgoederen, Oekraïense vlaggen op tourbussen en auto’s met teksten als ‘F*ck Putin’ rijden dezelfde kant op. Een enkeling steekt juichend de vuisten in de lucht als ze de ‘Help Ukraine’ magneten op het huurbusje en auto van het Nederlandse viertal zien.
Opwachten
Voor Stijn is het de tweede keer dat hij een nacht doorrijdt om de route af te leggen. Een initiatief van oud-defensieminister Joris Voorhoeve, die zijn eigen huizen en woningen van vrienden in Duitsland openstelt voor Oekraïense gezinnen. Dit weekend wacht hij de vluchtelingen op en reist Stijn met twee vrienden van Het Haagsch Studenten Schutters Korps naar Polen. Een weerbaarheidsvereniging die een brugfunctie vervult tussen de studentenmaatschappij en Defensie.
Pro Libertate
Stijn en Artim zijn lid van het Haagsch Studenten Schutters Korps ‘Pro Libertate’, een Nederlandse ‘Studentenweerbaarheid’ met Regiment Van Heutsz als moederregiment. Thomas is oud-lid, reünist.
Leden van deze studentenvereniging kunnen deelnemen aan allerlei defensieactiviteiten: parachutespringen, schietdagen, optreden als oefenvijand. Daarnaast kent het korps ceremoniële taken, zoals het vormen van een erehaag in ceremonieel tenue tijdens Prinsjesdag en ondersteuning bij de Dodenherdenking. Ook biedt het een helpende hand op Veteranendag.
‘Oekraïne is een broedernatie, ik moest iets doen’
Chauffeur én tolk
Michal, een Poolse Nederlander, bood ook direct zijn hulp aan als chauffeur én tolk toen hij van het plan hoorde. “Oekraïne is een broedernatie, ik moest iets doen.” Daar is de rest het mee eens.
Stijn herkent de plaatsen in het nieuws waar hij eerder veel is geweest. Zoals Odessa. "Oekraïne is een land dat ik liefheb. Net als Moldavië, waar de zorgen ook groot zijn. Ik spreek elke dag vrienden vanuit hun Oekraïense schuilkelders. Vaders die in het territoriaal verdedigingsleger vechten. Dat heeft impact op mij.” Hij groeide 'groen' op met een militair als vader die met Dutchbat 3 een uitzending draaide in Bosnië. Zijn moeder was voorzitter van het thuisfrontcomité. Binnenkort begint hij aan de medische keuring voor de Koninklijke Militaire School.
Uitgeput en wanhopig
Aangekomen in de vluchtelingenopvang, ofwel filtratiecentrum, wordt de impact op het viertal alleen maar groter. “Voor mij komt dit heel dichtbij. Mijn familie heeft hetzelfde meegemaakt”, stelt Artim, wiens ouders uit Kosovo vluchtte.
In een grote sporthal staan minimaal vijfhonderd stretchers opgesteld, zodat vluchtelingen kunnen rusten en slapen. Maar na hun lange tocht naar Polen zal dat amper lukken. Door een megafoon klinkt luid de stem van Jazoslava (20), een vrijwilligster die in meerdere talen omroept welke ritten worden aangeboden. Ze legt uit: “De meeste mensen hebben al een adres van vrienden of familie in Duitsland of Polen waar ze terechtkunnen, alleen nog geen vervoer. Ik probeer ze te koppelen aan mensen die hierheen rijden om ritten aan te bieden.”
Tandartsassistente
Buiten staat haar Oekraïense collega Katerina (23). “Toen de oorlog uitbrak studeerde ik in Italië om tandartsassistente te worden. Ik legde mijn opleiding stil om hier te helpen. Met andere vrijwilligers registreren we de vluchtelingen die binnenkomen. Ook probeer ik erachter te komen wat ze nodig hebben.”
Ze zijn uitgeput en wanhopig
Hoogopgeleide Oekraïners kunnen het land vaker ontvluchten met eigen vervoer; mensen die hier komen hebben vaak nog nooit gereisd. Ze zijn uitgeput en wanhopig. Katerina: “Zojuist vertelde een dame dat ze naar Warschau moet. Toen ik vroeg waar precies, barstte ze in huilen uit. Ze was er eerder geweest met haar man. Hij weet waar, maar is achtergebleven om te vechten en ze kan hem niet bereiken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook moe en emotioneel ben. Soms heb ik het gevoel dat ik niet genoeg kan betekenen.”
Taalcursus
In de kleine hal van de sportzaal en op het plaatsje ervoor staan honderden mensen te dringen. Oekraïners kunnen hier terecht voor allerlei spullen. Van babyvoeding en kindertandpasta tot maandverband. Er is zelfs een klein glutenvrij en veganistisch assortiment. Te midden van de chaos proberen Europeanen, vooral Polen en Duitsers, op kartonnen borden duidelijk te maken wat ze aanbieden.
Op dat van Stijn staat in het Russisch: ‘Rit voor acht personen, huis vlakbij Keulen en verdere hulp.’ “Het helpt dat ik Russisch spreek, dankzij een taalcursus vorig jaar”, vertelt hij. “Ik wil zeker weten dat mensen niet zelf al bij bekenden terecht kunnen. Naast een tijdelijk huis, willen we mensen onder meer een taalcursus aanbieden, helpen bij het vinden van werk en een permanentere woning in Nederland of Duitsland.”
Baboesjka
Na een uur zoeken ontmoet de groep Katja en haar familie. Ze reist met haar baby van negen maanden, haar moeder en oma. Die laatste, door haar familie ‘baboesjka’ genoemd, neemt na een korte uitleg over het plan van haar kleindochter als eerste plaats in het busje. “Ik ben blij dat ik bij jullie veilig ben. Ik ben emotioneel door het goede werk dat de mensen hier doen. Bedankt.”
De groep Nederlandse vrienden kan zich ondanks haar oprechte woorden niet aan de indruk onttrekken dat oma nuchter blijft onder de situatie. Artim: “Waarschijnlijk heeft ze al veel meegemaakt. Denk alleen al aan de Tweede Wereldoorlog, de Koude oorlog en de (val van de) Sovjet-Unie.”
Veilige toekomst
In een hotel in de buurt worden de vier generaties vrouwen warm onthaald door Poolse hoteleigenaren. De vluchtelingen krijgen geen rekening gepesenteerd. Katja heeft inmiddels tóch een bekende gevonden die haar gezin een onderkomen aanbiedt. Dus beramen Stijn en Artim een plan om terug te gaan naar het filtratiekamp. Er zijn immers weer vier plekken over in de voertuigen. Vier plekken die een veilige toekomst betekenen.
‘Mijn universiteit is met de grond gelijkgemaakt’
Het zijn Arina (17) en Artem (13) die later die dag dankbaar gebruik maken van het aanbod. Ze reizen met hun moeder en tante die slechts drie kleine, lichte tassen bij zich dragen. “We konden bijna niets meenemen, dus hebben we nog dezelfde kleding aan als in de schuilkelder”, vertelt Arina. “Toen we de 24 februari wakker werden door bommen en beschietingen, zijn we daarheen gegaan.”
Fotogalerij
Op haar telefoon laat ze een filmpje zien van hoe ze samen met vijf andere families haar moeders verjaardag ondergronds vierde. Waar haar fotogalerij een paar weken geleden nog grotendeels bestond uit selfies met vriendinnen en uitstapjes in haar stad Charkov, bestaat het nu uit vernielde woningen, Russische verkenningstroepen in haar straat en platgebombardeerde gebouwen.
‘Niemand weet wat de toekomst brengt’
“Mijn universiteit is met de grond gelijkgemaakt. Ik weet niet wanneer ik weer naar school kan. Ik houd van talen en spreek al Engels, Pools en Frans. Nu wil ik zo snel mogelijk Duits leren. Mijn broertje houdt meer van sport, maar niemand weet wat de toekomst nu brengt.”
'Op kort termijn naar Lviv om scherfvesten en EHBO-artikelen te brengen’
Opa vecht door
“Ik schrik elke keer als een deur hard dichtklapt. Als ik een vliegtuig of sirenes hoor krijg ik kippenvel”, vertelt Arina in een hotelrestaurant halverwege de reis naar Duitsland. “Hier is het gelukkig stil.” Maar hun zorgen zijn nog niet voorbij. Arina’s opa, 84 jaar oud, wilde per se thuisblijven om te vechten. “De Russische doelen zijn niet alleen militair. Dertien mensen die in de rij stonden voor water en brood zijn getroffen; er waren geen overlevenden. Er zijn al veel kinderen gestorven.”
Wat de familie van Arina nu nodig heeft is rust. Dat weet ook Joris Voorhoeve, bij wie het gezin twee dagen na vertrek arriveert. “We hebben nieuwe kleding voor jullie, het avondeten staat klaar en de bedden zijn opgemaakt.” Arina’s moeder reageert emotioneel op zijn warme welkomstwoorden. Met hulp van een Oekraïense vertaler, een buurvrouw van Voorhoeve, vertelt ze ook hem hun verhaal.
In het niet
De Nederlandse vriendengroep luistert opnieuw. Hun studies, banen en gezinnen verdwijnen door de oorlog even op de achtergrond. Ze volgen het nieuws op de voet. Buitenlandse pers, telegramberichten, sociale media; bij elk nieuw verhaal dat ze horen, lijkt het Oekraïense vrijwilligersleger harder te roepen. Stijn: “We bekijken nu hoe en waar we ons het meest nuttig kunnen maken. Op korte termijn is dat waarschijnlijk spullen verzamelen om naar Lviv te brengen. Vooral scherfvesten en EHBO-artikelen.” De vele kilometers die ze daarvoor moeten maken, vallen in het niet bij het goede werk dat ze doen.
Joris Voorhoeve
Oud-defensieminister Joris Voorhoeve kon niet op zijn handen blijven zitten toen hij de beelden van drommende mensen bij de Poolse grens zag. Twee weken geleden reed hij eerst zelf, daarna vroeg hij studenten die Russisch spreken zijn voorbeeld te volgen. “Nu rijden er wekelijks busjes heen en weer. Allemaal dankzij de hulp van geweldige jonge mensen.” Z’n telefoon staat roodgloeiend nu ook andere initiatiefnemers hem weten te vinden. “Er zijn bussen met achthonderd weeskinderen onderweg naar Polen. Eén bus, met zo’n met vijftig kinderen, komt deze kant op. Dat moeten we in goede banen lijden, zodat ze niet direct worden gescheiden en goede pleeggezinnen vinden.”
Voorhoeve was minister van Defensie ten tijde van de val van Srebrenica in juli 1995. “Deze oorlog en de zaken eromheen zijn volstrekt onvergelijkbaar. Dat we destijds als Nederland te laat waren, steekt nog weleens. Dutchbatters konden daar niets aan doen, ik heb nog steeds veel respect voor hen. Als minister had ik destijds andere taken…Ik moest in Den Haag zijn. Nu ben ik als gepensioneerde een vrij man en kan ik doen wat goed voelt. Ik ben altijd gemotiveerd geweest om mensen te helpen.”