Tekst André Twigt
Foto Sergeant-majoors Maartje Roos en Hille Hillinga, sergeant Jan Dijkstra en Virgin Orbit
Perfect verlopen!
De eerste nanosatelliet van de luchtmacht is afgelopen woensdag in een baan om de aarde gebracht. BRIK II werd van onder de vleugel van een aangepaste Boeing 747 gelanceerd. De satelliet ter grootte van een flinke schoenendoos bevindt zich nu op zo’n vijfhonderd kilometer hoogte, waar ‘ie gegevens gaat verzamelen voor aardobservatie, communicatie en navigatie.
De lancering, die door problemen in de ontwerpfase twee jaar op zich liet wachten, werd in de Verenigde Staten en in Nederland op de voet gevolgd. Instanties die bij de bouw en lancering betrokken waren, waaronder de Technische Universiteit Delft, de Universiteit van Oslo, het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum en satellietfabrikant ISISPACE, keken mee via een liveverbinding.
Zo ook bij het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), waar de communicatieapparatuur van de BRIK II is vervaardigd. Vele ogen volgden hoe de Boeing 747 R1 van Virgin Orbit de 21 meter lange air-to-orbit tweetrapsraket op grote hoogte losmaakte. De krachtige raketmotor gaf het gevaarte voldoende snelheid om in een baan rond de aarde te komen. Op grote hoogte werd de lading van zeven nanosatellieten losgelaten, inclusief drie Amerikaanse defensiesatellieten.
Ideaal
Volgens projectmanager luitenant-kolonel Bernard Buijs is de experimentele BRIK II bedoeld om aan te tonen dat satellieten relevant kunnen zijn voor militaire communicatie en informatievergaring. Satellieten zijn nieuw voor het vliegende krijgsbedrijf. De mogelijkheden die een eigen satelliet heeft moeten nog volledig worden onderzocht. Voorlopig draait de BRIK II met een snelheid van zeven kilometer per seconden om de aarde, in wat Buijs een drukke en gewilde omgeving noemt. “India lanceerde onlangs een raket met 104 nanosatellieten aan boord. Het is behoorlijk druk daarboven.”
Prettig
BRIK II gaat veel dingen doen. Het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartcentrum in Amsterdam bouwde er een instrument voor dat radiogolven detecteert en waarmee de luchtmacht een gebied beter in kaart kan brengen. Van groot belang, omdat inmiddels allerlei internationale verdragen zijn afgelopen, gericht op het controleren van het wapenarsenaal van landen. Dat is onder meer van belang voor de lucht- en raketverdediging van het westen. Ook voor het opsporen van onderzeeboten zou deze techniek waardevol kunnen zijn.
Van de Universiteit van Oslo komt een onderdeel dat verstoringen meet in de ionosfeer. Dat is weer handig omdat de toestand in dit hoogste deel van de atmosfeer van grote invloed is op de kwaliteit van emissies die satellieten uitzenden. “Het is wel prettig als je waar dan ook ter wereld verzekerd bent van communicatie en weet wanneer er geen of slechte verbinding is”, aldus Buijs. “Daar waar geen internet is, kun je toch van de satelliet gebruikmaken.”
Vliegende brievenbus
Het bezit van een eigen satelliet is volgens teamleider engineer Jan Kooijman van het LCW een unicum. Tot voor kort werd voor operaties bandbreedte gehuurd bij vooral de Amerikanen. En hoewel BRIK II een proefmodel is, leert de luchtmacht er enorm veel van. Onder meer op het gebied van ontwikkelen en bouwen.
Voor de goede orde: het frame en het omhulsel zijn van de firma ISISPACE in Delft. De communicatieapparatuur is van Defensie, in samenwerking met de TU Delft. Met dank ook aan het LCW, waar Kooijman en zijn team onder meer met 3D-printing en software tools allerlei slimme oplossingen bedachten voor bepaald niet alledaagse problemen. “Meest complex was het positioneren van een bijzondere chip op een heel kleine printplaat. Vanwege het risico op kortsluiting was dat een heel nauwkeurig karwei.”
Koelkast
Kooijman vertelt dat de meeste mensen bij een satelliet denken aan een ding met de omvang van een koelkast. Helaas is bij een satelliet van dit type de ruimte voor radioapparatuur heel beperkt, namelijk tien bij tien centimeter. De rest van de beschikbare ruimte is opgevuld met andere uitrusting. “Veel ruimte gaat op aan de energievoorziening en besturing van de satelliet.”
Volgens de technicus moet de BRIK II circa drie jaar meegaan. Tegen die tijd is de batterij op en zakt zij in een lagere baan om vervolgens in de dampkring te verbranden. Dat is conform internationale regelgeving. Low orbit satellieten moeten neerstorten, omdat er anders te veel schroot rond de aarde blijft zweven. “Niet erg”, vindt de techneut. Tegen die tijd zijn hij en zijn team waarschijnlijk druk bezig met de opvolgers van de BRIK en hebben ze van deze satelliet veel geleerd. “En dat is precies waarom het allemaal te doen was.”