04

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 25

Monsterklus geklaard

Tekst Kapitein Saminna van den Bulk
Foto Sergeant-1 Cristian Schrik

De C-17 pendeldienst naar Afghanistan

Zweet op de koppen, kilo’s te verschepen en weinig tijd om de klus te klaren. Met twee C-17 Globemaster Cargo transportvliegtuigen hebben militairen de afgelopen weken volle bak mensen en materieel uit Afghanistan gehaald. De Defensiekrant vloog mee op een van de vluchten van het Roemeense Otopeni, naar het Afghaanse Mazar-e Sharif. En, een dag later, weer terug naar Nederland. 

Vier verschillende crews vliegen van het Roemeense Otopeni naar militaire bases in het Afghaanse Mazar-e Sharif, Baghram en Kabul, om daarna terug te keren naar Roemenië. Vervolgens worden de cargo en de militairen teruggebracht naar het land van herkomst. Tijdens deze vlucht betrof de ‘bagage’ enkel Nederlandse cargo.

Klaar voor vertrek

Een lege kist op de vliegbasis van het Roemeense Otopeni. Alles staat op scherp: de gehele crew van de Heavy Airlift Wing (HAW) is gereed voor take-off. Vanmiddag staat een vlucht naar het Afghaanse Mazar-e Sharif op de planning. Loadmaster sergeant-majoor Mike van den Berge legt de laatste hand aan het beladingsplan, want er is nogal wat vracht te vervoeren: “We halen een Scania op en zeven pallets met materiaal.” 

Loadmaster sergeant-majoor Mike van den Berge: “Wat ik vervoer maakt me weinig uit: alles wat erin past en niet door de vloer zakt kunnen we theoretisch vervoeren.”

Heavy Airlift Wing: transportgigant

C-17’s die twaalf landen samen delen: dat is het idee achter de Heavy Airlift Wing (HAW). Bij de start van de missie in Afghanistan werd duidelijk dat de NAVO-landen over te weinig strategisch militaire transportcapaciteit beschikten. Twaalf partners, waaronder Nederland, sloegen de handen ineen. Zo kunnen ook relatief kleine landen gebruikmaken van de vliegende krachtpatser. De deelnemers hebben eigen vlieguren, die gebruikt kunnen worden voor het transport. Door de internationale insteek zijn de crews volledig gemixt. In de cockpit vinden we bijvoorbeeld twee Noren en één Amerikaanse vlieger achter de knuppels. Loadmaster Van den Berge is op deze vlucht naar Mazar-e Sharif de enige Nederlander.

Alles moet zo snel mogelijk weg uit Afghanistan, omdat er op 11 september een einde komt aan de missies in het land. Daarom vliegen twee C-17’s twee weken lang af en aan tussen Roemenië en Afghanistan. Een ideale klus voor het enorme transporttoestel, dat per vlucht 155 mensen of 75.000 kilo kan vervoeren. Van den Berge noemt het dan ook een ‘vliegende tank’. “Wat ik vervoer maakt me weinig uit: alles wat erin past en niet door de vloer zakt kunnen we theoretisch vervoeren.” 

Van den Berge maakt deel uit van een van de vier crews die worden ingezet voor deze operatie. Deze crews rouleren continu: landt er een toestel, dan staat het volgende team alweer klaar om de volgende vlucht uit te voeren. Alleen zo kun je optreden in de vijfde versnelling.

C-17’s op de vliegbasis bij het Roemeense Otopeni. Na de landing is het uitladen, onderhoud plegen, tanken en door.

Alles valt of staat natuurlijk wel met een goede voorbereiding. Complicerende factor: niet enkel Nederland wil haar eigendom terughalen uit Afghanistan. Acht landen van de twaalf NAVO-coalitiepartners hebben ook mens en materieel klaarstaan voor vervoer naar huis met de C-17. Daarom kan het best zijn dat er op een vlucht niet enkel Hollandse pallets worden vervoerd, maar ook voertuigen of munitie van een ander land. 

Sergeant-majoor Martijn van het Command and Control Squadron van de HAW heeft het vooraf helemaal uitgedacht. Hij puzzelt continu aan het vluchtschema; samen met aerial port draait hij een beladingsplan in elkaar. Van den Berge kijkt in de kist of het plan geoptimalisseerd moet worden. 

Van links naar rechts: sergeant-majoor Martijn van het Command and Control Squadron, commandant van het logistieke squadron van HAW, luitenant-kolonel John Roem. Helemaal rechts de man die alles van onderhoud weet: maintenance officer majoor Mark Versijde.

Heavy Airlift Wing: vooruitgeschoven post

De Heavy Airlift Wing is gestationeerd in het Hongaarse Pápa. Toch is er voor deze operatie gekozen om te opereren vanuit Roemenië.  Waarom? Allereerst is de vliegtijd van Roemenië naar Afghanistan twee uur korter. “Dat verkort de werktijd van de bemanning en scheelt brandstof: hierdoor kan de C-17 met een volle tank heen en weer vliegen”, vertelt sergeant-majoor Martijn, die het plan bedacht. Zo beperk je de tijd dat je met het vliegtuig op Afghaanse grond moet staan, een gebied waar stijgende dreiging heerst. Tel daarbij op dat de landingsbaan in Otopeni langer is en je hebt een boeket aan factoren dat maakt dat Otopeni de ideale locatie is voor een vooruitgeschoven post, met een logistieke hub van het Logistics Support Squadron (LSS), onderdeel van de Heavy Airlift Wing.  

De aankomst in Afghanistan

Een harde dreun. Ruim vier uur later raken de wielen van de C-17 de Afghaanse bodem. De scherfvesten gaan aan. De beveiligers van de Heavy Airlift Wing Combat Security (HAWCS) staan op scherp. Het dreigingsniveau is gemiddeld. Dat wil zeggen dat er enkel wapens aan boord zijn voor zelfverdediging. Anders komen ze de kist niet uit. 

Zodra de achterklep van de C-17 naar beneden gaat, ontvouwt zich een bliksemoperatie. De crew spurt naar buiten. Een Scania met wissellaadsysteem komt meteen aangereden. Van den Berge en zijn collega’s loodsen de vrachtwagen moeiteloos naar binnen. 

De Scania is zeker geen kleine vrachtwagen, maar het grootste ruim biedt alle ruimte voor het voertuig.

De volgende lading staat al klaar. Zeven pallets met materiaal van de verschillende eenheden die in Afghanistan opereerden. Daarvoor moet het toestel wel aangepast worden. Waar de C-17 net nog een ‘gladde’ vloer had, worden de platen nu omgedraaid. Kleine wieltjes komen tevoorschijn. Deze floor rollers maken dat de zware pallets met de hulp van de cargo-crew van de luchtmacht ter plaatse moeiteloos het vrachttoestel in rollen. Wat de missie ook is: dit toestel kan je aanpassen op de behoefte. 

Het zweet staat op de hoofden van de crew. Het is aanpoten in de verzengende Afghaanse hitte. In een ogenblik lijkt de operatie gereed. Alles gebeurt met een draaiende motor. Van den Berge: “We willen eigenlijk direct weer terug vanwege de dreiging in het gebied. En hoe langer we hier staan, hoe meer peut het kost. We laten geen minuut verloren gaan.”

In vijftig minuten wordt al het materiaal in het vliegtuig geplaatst. De Scania staat volledig gezekerd met kettingen vast aan de vloer van de C-17. Enkel als het vliegtuig vol gas over de vertrekbaan scheert, wiebelt de vrachtwagen wat. Deel een van de opdracht is volbracht. Op naar Otopeni.

“Hoe langer we hier staan, hoe meer peut het kost. En we willen eigenlijk direct weer terug vanwege de dreiging in het gebied. We laten geen minuut verloren gaan.”

C-17: Aan alles gedacht

De C-17 is een ware vliegende krachtpatser. Maar het blijft een machine en machines kunnen stuk gaan. Helemaal als je de toestellen, zoals in deze operatie, continu gebruikt. Daar is over nagedacht, vertelt maintenance officer majoor Mark Versijde: “Op Otopeni hebben we on ground maintenance, dat wordt uitgevoerd door personeel van Boeing. Onze Flying Crew Chiefs vliegen mee voor eventueel onderhoud onderweg. Zo blijven we continu inzetbaar en zorgen we ervoor dat we de opdracht op tijd kunnen volbrengen.”

Op naar Otopeni

Vijf uur vliegen, langer dan op de heenreis vanwege tegenwind, en de C-17 staat weer veilig op Roemeense bodem. In Otopeni ruimt de crew alles op en daarna is het tijd om rust te pakken. Morgen staat er weer zo’n vlucht op het programma. 

Als de cargo uit verschillende landen komt, wordt het gedropt op Otopeni om later naar het land van herkomst gevlogen te worden. Omdat het nu enkel Nederlandse cargo betreft, mogen de Scania en de pallets in het vliegtuig blijven staan. Een volgende crew vliegt ze naar Vliegbasis Eindhoven. 

Vliegbasis Eindhoven in zicht. Ter plekke is het meteen weer knallen.

Terug naar Nederland

Op dit moment staat er even geen operationele vlucht op de planning, maar één naar Nederland. In twee uur vliegt de C-17 naar de Vliegbasis Eindhoven, waar het proces van uitladen even snel en pijnloos verloopt als in Afghanistan. De laadklep naar beneden en de spullen eruit. Het personeel van de luchtmacht staat klaar om het op te pikken. Het immense ruim is in mum van tijd leeg. Gereed voor de volgende klus. De crew zwaait nog even, dan gaat de ramp weer dicht. In tien minuten tijd hangt de kist weer in de lucht. Terug naar Otopeni, waar het proces van vooraf aan begint.

Ramp dicht en gaan.

De terugblik

De crews haalden de afgelopen weken 592 militairen terug en 307.894 kilo vracht. Zoals 21 voertuigen en 88 luchtvrachtpallets. Van al dat materiaal moest 70.670 kilo naar Nederland. 

Een leek noemt het een monsterklus. Voor Defensie geen broodje speciaal, maar wel een bijzondere operatie. “Het markeert het einde van onze militaire aanwezigheid in Afghanistan, die bijna twintig jaar heeft geduurd. Vanwege de hoeveelheid materieel en mensen, en dan ook nog eens uit verschillende landen, is het een complexe klus. Maar we zijn blij dat we konden ondersteunen”, zegt NLD Senior National Representative en commandant van het Logistics Support Squadron, luitenant-kolonel John Roem.