Tekst Martin Zijlstra
Foto Virgin Orbit, Jos van Leeuwen, Defensie
Luchtmachtsatelliet in maart naar de ruimte
Defensie en het Amerikaanse bedrijf Virgin Orbit meldden maandag trots dat in maart de eerste Nederlandse militaire satelliet wordt gelanceerd. Deze zogenoemde nanosatelliet, ter grootte van 2 broden, is nog een experiment. Later volgen satellieten die de krijgsmacht daadwerkelijk kunnen ondersteunen.
Lees onderaan dit verhaal hoe de satelliet wordt gelanceerd:
De Defensiekrant stelde luitenant-kolonel Patrick Bolder, strategisch analist bij het onafhankelijke Den Haag Centrum voor Strategische Studies, vijf vragen over de ruimtevaartambities van Defensie.
1. Wat heeft Defensie te zoeken in de ruimte?
“Vanuit de ruimte heb je een ideaal overzicht van wat er op aarde gebeurt. Dat is van groot belang, vooral nu er allerlei internationale verdragen aflopen voor het controleren van de bewapening van staten. Hierdoor wordt observatie vanuit de ruimte nóg belangrijker voor de lucht- en raketverdediging.
In de Defensievisie 2035 staat dat de Nederlandse krijgsmacht steeds meer een informatiegestuurde organisatie moet worden. En als het gaat om strategische inlichtingen is het gebruik van de ruimte onmisbaar. Niet voor niets heeft de NAVO in december 2019 besloten de ruimte als militair domein aan te merken.
Amerika, Rusland en China zijn al jaren de grote spelers op dit gebied. Ook zijn er al verschillende andere NAVO-lidstaten die 'iets' doen met de ruimte. Ook een hightech land als Nederland moet militair in het ruimtedomein aanwezig zijn om te helpen de NAVO beter geïnformeerd te houden.”
2. Welke taken ziet u in de toekomst voor Nederlandse, militaire satellieten?
“Defensie kan zich samen met de Nederlandse industrie en kennisinstituten richten op innovatieve niche-capaciteiten, zoals aardobservatie. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de ontwikkeling van sensoren om de zee 'doorzichtiger' te maken en onderzeeboten eerder te zien. Of het opsporen van makers van ‘vuile bommen’ wanneer zij hun materiaal verplaatsen.
Een tweede rol is die van Space Security. Denk daarbij aan het voorkomen van botsingen in de ruimte: space traffic management. Dat doe je vanuit speciale grondstations. Ook het beter beveiligen van satellieten tegen aanvallen van buitenaf en ze manoeuvreerbaar maken, is iets wat Defensie met het bedrijfsleven zou kunnen ontwikkelen.
Je kunt ook denken aan hoogwaardige, Nederlandse technologische kennis van lasercommunicatie. Uiteraard op breedbandniveau en goed beveiligd. Dan gaat het om communicatie tussen satellieten onderling, tussen satellieten en vliegtuigen en met grondstations.”
3. Wat gebeurt er wereldwijd op dit gebied, bijvoorbeeld bij onze partners?
“De Amerikaanse krijgsmacht is erg afhankelijk van in de ruimte geplaatste middelen voor observatie, communicatie en natuurlijk navigatie. Dat weten China en Rusland ook. Die Amerikaanse middelen en hun bijbehorende grondstations worden daarmee ook doelen die kunnen worden verstoord of vernietigd.
Daarnaast willen de Amerikanen dat Europa meer haar eigen 'defensieboontjes' dopt. Ook de nieuwe Biden-regering zal dat van ons vragen. Wij zijn nu nog erg afhankelijk van de Amerikaanse satellieten, bijvoorbeeld voor navigatie of GPS-geleide munitie. Maar de Europese NAVO-landen moeten een meer autonome en minder afhankelijke positie innemen. Om dat te kunnen moeten we in het ruimtedomein meer activiteiten ontplooien. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben al een eigen Space Command ingericht en andere Europese partners hebben militaire observatie- en communicatiesatellieten aangeschaft. Samenwerken is belangrijk.”
4. Is ruimtevaart niet te duur voor de Nederlandse krijgsmacht?
“Nee, het hoeft helemaal niet duur te zijn. De BRIK II kost inclusief ontwerp, bouw en lancering bijna drie miljoen euro. Maar het gaat er natuurlijk om wat je voor dat geld terugkrijgt aan capaciteiten en mogelijkheden. De defensieminister heeft al aangegeven dat er veel meer geld bij moet om een geloofwaardige krijgsmacht te realiseren. Actief zijn in de ruimte hoort daar bij, zodat we een zelfstandige kennispositie krijgen voor de politieke en militaire besluitvorming.
Dankzij de opkomst van commerciële lanceerders zoals Virgin, SpaceX, Blue Origin en Rocket Lab, dalen de kosten om een satelliet in de ruimte te brengen. Het ontwerp van satellieten kunnen we volledig in Nederland doen, dat is met de BRIK II bewezen. Geld wat in deze specifieke vorm van ruimtevaart wordt gestoken, komt dus grotendeels ook weer in onze eigen economie terug!”
5. Blijft het in de toekomst bij kleine nanosatellieten of stuurt Defensie ook groter 'spul' de ruimte in?
“Ik denk dat Nederland zich moet richten op de nanosatelliet. Door miniaturisering en kunstmatige intelligentie kan met kleine satellieten veel informatiewinst worden gehaald. Bovendien zijn deze goedkoper te maken en te lanceren omdat het gewicht de prijs van de lancering bepaalt. Nederland zou zich ook moeten richten op zogenaamde responsiviteit: snel nieuwe toepassingen en de bijbehorende satellieten en sensoren ontwerpen en bouwen, en ervoor zorgen dat die snel kunnen worden gelanceerd.
Wat dat laatste betreft is de samenwerking met Virgin een ideale uitgangspositie. Doordat de Boeing 747 boven het weer uitvliegt en de lancering van grote hoogte doet, zijn weersomstandigheden geen vertragend issue meer. Bovendien kan de Boeing naar de meest geschikte plek vliegen en zo de satelliet snel in de optimale baan brengen.”
Hoe wordt de BRIK II gelanceerd?
De eerste Nederlandse militaire satelliet wordt in de ruimte gebracht door de Amerikaanse firma Virgin Orbit met een aangepast Boeing 747 verkeersvliegtuig. Het vliegtuig lanceert op grote hoogte een 21-meter lange 2-trapsraket (LauncherOne). De raketmotor zorgt ervoor dat de raket voldoende snelheid krijgt om in een baan om de aarde te komen. Zo'n 570-1.350 kilometer boven het aardoppervlak wordt de lading losgelaten.