Tekst kapitein Jessica Bode
Foto Mediacentrum Defensie

Vrijbaan voor bondgenoten

Defensie gaat de militaire mobiliteit in Nederland aanpakken. Ofwel ervoor zorgen dat eigen eenheden en buitenlandse troepen sneller en zonder bureaucratische rompslomp door ons land kunnen verplaatsen. Want momenteel is dat een nodeloos ingewikkeld en tijdrovend proces.  

Bij grootschalige troepenverplaatsing door Europa lopen alle krijgsmachten telkens tegen dezelfde problemen aan. Enerzijds complexe en tijdrovende vergunningaanvragen. Anderzijds infrastructuur die niet voldoet aan de eisen. Denk aan te smalle en te lage spoorwegtunnels. Bruggen die het gewicht van een oplegger met tanks niet kunnen dragen. Seinen langs sporen die door de breedte van militaire voertuigen in de weg staan of enorm veel papierwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of munitie om grenzen in Europa te passeren. Dit vertraagt de verplaatsing van troepen enorm. Zelfs in Nederland. Zeker ten tijde van een crisis in Europa is dat niet de bedoeling.  

'We zetten nu de eerste stappen om problemen te verhelpen'

In 2019 werden Amerikaanse tanks door Nederland verplaatst. Maar dat ging niet vanzelf. Daar ging een maandenlange voorbereiding aan vooraf.

Een probleemvoorbeeld

Er komt een schip aan in de Rotterdamse haven. De munitie aan boord moet over het spoor, door Nederland, via Duitsland, naar Polen worden vervoerd. Voor zo’n transport zijn verschillende vergunningen nodig. Tal van instanties moeten zich erover buigen. Een complexe en tijdrovende operatie.

Onder meer vergunningsaanvragen duren nu erg lang

Groen licht

“Er is een buitenlandse krijgsmacht die munitie via Nederland van A naar B wil vervoeren. We zijn al anderhalf jaar bezig om dat te regelen met allerlei instanties, maar het is nog niet gelukt. Terwijl dat in vijf dagen geregeld zou moeten zijn,” vertelt brigadegeneraal Henny Bouman, souschef Logistiek van de commandant der Strijdkrachten. 

Uiteraard treedt bij een crisis, op enig moment, de noodwetgeving in werking. Dat mag duidelijk zijn. Maar op het moment dat er oefeningen zijn of de NATO Response Force (de snelle interventiemacht van de NAVO die overal ter wereld ingezet kan worden) weg moet, geldt in beginsel gewoon de normale Nederlandse wet- en regelgeving. 

Op zo’n moment in vredestijd zorgt wet- en regelgeving voor vertraging die je ‘in het echie’ niet kunt gebruiken. “We zetten nu de eerste stappen om die problemen in de toekomst te verhelpen, en troepenverplaatsingen sneller te kunnen regelen. Ook binnen de tijdslimieten van NAVO en EU. Het kabinet gaf vorige week groen licht voor dit Nationaal Plan Militaire Mobiliteit”, legt Bouman uit. 

Er komt geen infrastructuur bij, maar bepaalde zaken moeten wel worden aangepast.

Hoe kan dit nou?

Hoe kan het nu zo complex zijn om militairen en materieel door Nederland (en de rest van Europa) te verplaatsen? “Na de val van de Berlijnse Muur is de dreiging in Europa naar de achtergrond verplaatst. Er leek geen directe noodzaak meer om dit soort grootschalige troepenverplaatsingen te oefenen. De focus werd verlegd naar hoofdtaak twee: expeditionair optreden. Ofwel missies ver van huis, zoals in Irak en Mali. Maar de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in Europa, waar de annexatie van de Krim een voorbeeld van is, maken duidelijk dat de dreiging in Europa toeneemt. Het is zaak dat de NAVO en EU het verplaatsen van militairen en materieel weer mogelijk maakt.”

Er zijn drie militaire routes gepland, de zogenoemde multimodale corridors

Niet nieuw, wel aangepast

In het Nationaal Plan Militaire Mobiliteit zijn drie routes opgenomen waarover voortaan vrije, snelle en grootschalige troepenverplaatsingen kunnen plaatsvinden. Deze multimodale corridors beslaan auto-, spoor- en binnenwaterwegen. Waar en hoe die routes door Nederland lopen blijft om veiligheidsredenen geheim. Voor het plan hoeven in ieder geval geen nieuwe wegen of spoorlijnen te worden aangelegd. Wel moet bestaande infrastructuur aangepast worden. 

“Denk aan het verbreden van viaducten, van eenbaanswegen naar dubbele rijbanen of het verlengen van opstelsporen. Minstens zo belangrijk is het organiseren van de administratieve kant. Zoals het maken van afspraken met centrale overheden over doorlopende vergunningen. Zodat dit aan de voorkant geregeld is en niet per geval bekeken hoeft te worden”, legt de brigadegeneraal uit. 

Defensie gaat aan de slag met drie routes waarover vrije, snelle en grootschalige verplaatsingen moeten plaatsvinden. Over zowel de weg, het spoor als het water.

Hoe het begon…

In 2017 is het PESCO-plan opgesteld waarin de EU-lidstaten met elkaar hebben afgesproken dat snelle, grootschalige troepenverplaatsing door Europa in korte tijd mogelijk moet worden. Zonder obstakels of administratieve rompslomp. Nederland is kartrekker van dit EU PESCO Military Mobility project. Onder meer vanwege de kennis en ervaring die we hebben op het gebied van infrastructuur, logistiek en transport.

Nationale plannen leiden tot een Europees netwerk

Aaneengesloten netwerk

In totaal 25 EU-lidstaten ontwikkelen momenteel ieder een Nationaal Militair Mobiliteitsplan. Hoewel ieder land z’n eigen corridors bedenkt, moeten de routes uiteindelijk op elkaar aansluiten, zodat een aaneengesloten verkeersnetwerk ontstaat.

En nu?

Ambitieuze plannen, maar wanneer is het klaar? “De uitvoering duurt nog jaren, maar we kunnen nu in ieder geval beginnen”, benadrukt Bouman. En wie gaat betalen? “Het is een gezamenlijk project van verschillende departementen. We willen in ieder geval dat zoveel mogelijk infrastructurele knelpunten worden opgelost en gefinancierd via al bestaande onderhoudsplannen.”

Als het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bijvoorbeeld toch al werkt aan het eigen meerjaren onderhoudsplan, is het praktisch dat ze ook bij onderhoud, verbeteringen en aanpassingen van de Nederlandse infrastructuur ook direct de militaire eisen van NAVO en EU meenemen.