Tekst Ritmeester Saminna van den Bulk
Foto Archief Mediacentrum Defensie

5 prangende vragen

Defensie wil gender binnen de organisatie meer op de kaart zetten. Daarom bood minister Ank Bijleveld gisteren, op de internationale Dag van de Mensenrechten, het Defensie Actieplan 1325 2021-2025 aan de Tweede Kamer aan. Wat daarin staat en waarom zo'n actieplan nodig is? 5 vragen over gender binnen Defensie.

Allereerst, waarom houdt de krijgsmacht zich zo bezig met gender?

Omdat we dat hebben afgesproken binnen de Verenigde Naties. Al in 2000 werd de VN-resolutie 1325 over Vrouwen, Vrede en Veiligheid opgesteld. Het doel: erkennen dat een gewapend conflict en de gevolgen daarvan een groot effect heeft op de gehele bevolking. Met name op vrouwen en meisjes. 

Daarnaast stelt de VN dat zij een grotere rol kunnen spelen bij het voorkomen of oplossen van gewapende conflicten, waar ze nu minder gehoord worden in de dialoog.

In 2008 stelde Nederland een eerste Nationaal Actieplan 1325 op, voor de periode van 4 jaar. Op 16 december wordt de vierde editie gelanceerd. Defensie is medeondertekenaar van dit plan. Ook heeft Defensie een eigen Actieplan 1325, omdat de krijgsmacht zowel nationaal als internationaal bevolkingen beschermt en noodhulp levert. De gedachte is dat je pas echt kan bijdragen aan vrede, veiligheid, stabiliteit en wederopbouw als je oog hebt voor zowel de mannen als de vrouwen. Dit geeft een completer beeld van de situatie ter plekke, maar biedt ook perspectief. Wanneer je goed luistert naar beide groepen, zal je ook een beter beeld opbouwen van wat er nodig is om weer stabiliteit te brengen. 

Een gewapend conflict heeft effect op de gehele bevolking, dus ook op vrouwen en meisjes. Een aspect dat aandacht verdient, vinden de Verenigde Naties.

Waar staan we nu?

Er zijn kleine stappen gezet om gender op de kaart te krijgen bij de krijgsmacht. Te beginnen met het aandeel vrouwen dat bij Defensie werkt. Alle onderdelen zijn inmiddels opengesteld voor vrouwen, zoals het Korps Mariniers en de Onderzeedienst.

Dan de cijfers. Van het volledige personeelsbestand is 10,7% van de militairen vrouw. Bij het burgerpersoneel ligt dit percentage op 25,2%, bij de reservisten op 14,2%. Sinds 2016 is het aantal vrouwen binnen Defensie met ruim 2.000 toegenomen.  

Maar gender gaat verder dan alleen meer vrouwen aannemen. Zo heeft de Commandant der Strijdkrachten tegenwoordig een genderadviseur voor advies en ondersteuning. Er is een regiecommissie die het belang van gender vanuit de top van de defensieorganisatie uitdraagt en toeziet op de implementatie van het actieplan.

Nederland heeft internationaal een goede naam als het gaat om genderintegratie. Onder meer omdat we genderadviseurs leveren voor de inzet in internationale missies. Toch zijn we er nog niet.

Aandacht voor mannen én vrouwen in een conflict.

Waarom zijn we er nog niet?

Verschillende factoren. Uit de evaluatie van het vorige Defensie Actieplan (2016-2019) kwam naar voren dat er een gebrek is aan capaciteit, draagvlak, aansturing en actiebereidheid om gender te integreren in de operaties en activiteiten. Gender wordt vaak niet goed begrepen en gezien als iets ‘marginaals’. 

Vandaar dat er nu een vierde Defensie Actieplan ligt. Bedoeling is dat gender geïntegreerd wordt in alle lagen van de organisatie. Daarnaast moet voor eenieder duidelijk zijn dat er aandacht moet zijn voor zowel de vrouwen als de mannen in een missiegebied. In contact zijn met alle groepen die deel uitmaken van de lokale bevolking is van essentieel belang. Je bereikt betere resultaten door het in kaart brengen van de verschillende behoeften van mannen, vrouwen, jongens en meisjes en daarop de operationele activiteiten af te stemmen. 

Hoe wil Defensie dat gaan doen?

Vooropgesteld: ‘genderbewustzijn’ is niet vanzelfsprekend in de militaire cultuur. Dus wil je dat incorporeren, dan is dat een kwestie van een lange adem. 

Allereerst moet gender onderdeel gaan uitmaken van alle opleidingen en trainingen binnen Defensie. Daarnaast moet gender een factor zijn bij het maken van beleid, plannen en rapportages. Aanspreekpunten als zogenoemde ‘gender focal points’ kunnen ook helpen. Zij zetten gender binnen de defensieonderdelen op de agenda. 

Uiteindelijk moet het een ‘gender sensitieve’ organisatiecultuur opleveren. Dit heeft raakvlakken met de diversiteitsdoelstellingen binnen de krijgsmacht: Defensie moet een prettige werkomgeving bieden waar iedereen zich thuis voelt en ieders bijdrage wordt gewaardeerd. 

Een genderadviseur als majoor Kelly (links) kan het verschil maken.

Hoe zit de kwestie gender tijdens missies?

Genderadviseurs zijn hier de sleutel. Zij zorgen ervoor dat gender wordt meegenomen in de operaties. Ook zijn er meer militaire vrouwen nodig om mee te sturen op missies. Voor meer diversiteit en om meer contact te kunnen leggen met lokale vrouwen en meisjes. 

Het nieuwe Defensie Actieplan geeft de koers aan. Komende jaren moeten er weer stappen worden gezet.