Tekst Bert van Elk
Foto archief

De melkman die in opstand kwam

75 jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Meer dan ooit tevoren wordt dit herdenkingsjaar duidelijk hoe groot de gevolgen waren voor de gewone man of vrouw. De komende weken vertelt de Defensiekrant de verhalen van mensen die de oorlog van dichtbij meemaakten. De 4e aflevering gaat over Jan van Elk. Een 34-jarige melkman die in het verzet belandt en zijn inzet met de dood in Dachau bekoopt.

Het heeft alles weg van een gewone zomerochtend, maar niets is wat het lijkt. Via het station en de Oostdam naderen op woensdag 25 augustus 1943 Duitse auto's het centrum van Woerden: een grijsblauwe vrachtwagen van de Wehrmacht en een arrestantenauto van de Sicherheitsdienst. Ze stoppen na enig zoeken in de Voorstraat bij de Sint Pieterssteeg.

Jan van Elk met zijn melkkar in de straat achter zijn woning.
Een foto genomen net na de verloving van Jan en Marie

Geheime poortje

Agenten van de Grüne Polizei, waarschijnlijk onder leiding van Sturmscharführer (sergeant-majoor) Rudi Sasse van de Haagse Sicherheitspolizei, springen uit de laadbak en rennen door de steeg naar de De Rijn. Voor nummer 37 stellen ze zich op en houden het poortje naast het pand in de gaten, wapens in de aanslag.

Ze forceren de voordeur en brullend en tierend dringen de Grünen het pand binnen. Onmiddellijk gevolgd door Sasse en enkele andere SD'ers in burger. De bewoners, Joodse onderduikers en leden van verzetsgroep De Oranje Vrijbuiters, schrikken. Sommigen proberen nog via het 'geheime' poortje naast het huis te vluchten, maar lopen daar in de val. Sasse is tevreden met meer dan 20 arrestanten.

Een foto van het gezin, eind jaren 30 in Ouwehands Dierenpark in Rhenen

Arrestatie in Utrecht

Jan van Elk komt op dat moment nét terug van de Woerdense melkfabriek en ziet van een afstandje wat er gaande is. Hij is eigenaar van het pand en kocht het, als lid van De Oranje Vrijbuiters, met geld van de verzetsgroep. Hoewel een stevige roker met het bijbehorende hoestje, rent hij in recordtempo naar huis, een ander pand, waar hij nog meer onderduikers verborgen houdt.

De paniek is enorm. Jan wil maar 1 ding: de andere leden van de verzetsgroep waarschuwen.  Met de deurknop in de hand roept hij naar zijn vrouw Marie: ‘tot vanmiddag’ en vertrekt naar het hoofdkwartier in Utrecht. Niet wetend dat hij nooit meer terugkeert.

Arrestatie

Als Van Elk aanbelt bij het hoofdkwartier aan de Nieuwegracht in Utrecht, wordt hij onmiddellijk gearresteerd. De SD is het pand de avond ervoor al binnengevallen, arresteerde alle onderduikers en nam de administratie in beslag. Mogelijk ontdekten ze daarbij dat er in Woerden een pand vol onderduikers zat.

De melkman verblijft maanden in het Oranjehotel, voordat hij naar concentratiekamp Vught verhuist. Waarschijnlijk 'slechts' wegens 'Jodenbegunstiging'. Hij heeft geluk, want bijna alle Oranje Vrijbuiters krijgen op 29 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte de kogel voor hun verzetsdaden.

De kaart van Jan uit de kampadministratie van Dachau met daarop alle concentratiekampen waar hij heeft gezeten.
De melkman met zijn witte kiel

Van concentratiekamp naar concentratiekamp

Voor de nazi's is de melkman ‘een ongewenst element’. Hij moet verdwijnen. Via Dachau belandt hij in juli 1944 in het Nacht und Nebel Lager Natzweiler-Struthof* in Frankrijk. Daar doet hij  loodzwaar werk voor BMW in een tunnel in een berg. Het lot is hem echter 'genadig'. De geallieerden doorbreken de Duitse omsingeling in Normandië en trekken razendsnel op richting Duitsland. De SS ontruimt in oktober 1944 in allerijl het kamp. De machines en de honderden gevangenen gaan terug naar Duitsland.

Deze dodenreis  kost velen het leven. Van Elk arriveert pas in februari 1945 weer in Dachau; meer dood dan levend. Daar komt hij een bevriende medegevangene Hagenaar Wim van Dijl tegen. “Jan van Elk kwam die dag bij mij langs, ingevallen, verzwakt, wanhopend. Ik kon hem toen toevallig aan een flink stuk brood helpen, maar het heeft ten laatste niet gebaat. Hij knapte vroeg in 1945 af. Na die avond heb ik hem niet meer teruggezien. Hij zonk weg in het moeras van de ellende die toen eigenlijk pas goed begon”, schrijft Van Dijl in zijn memoires.

*Nacht und nebelkampen waren speciale concentratiekampen voor politieke gevangenen, omdat de Duitsers ze letterlijk wilden laten verdwijnen. Die gevangenen moesten opgaan in nacht en mist. Nabestaanden kregen nog wel te horen dat hun familielid was overleden, maar kregen niet te horen waar en wanneer. En al helemaal niet hoe.

Trouwring en portemonnee terug

Van Elk overleed op zondag 25 februari 1945 om 8.05 uur ’s morgens. Slechts 39 jaar oud. Officieel door een hersenbloeding; in werkelijkheid door uitputting en ondervoeding. Zijn lichaam werd, met dat van vele anderen, in een massagraf op de Leiterberg gedumpt, zo'n 2 kilometer van het kamp.

De kaart over het overlijden van Jan van Elk uit de administratie van concentratiekamp Dachau.

Lang wisten zijn vrouw Marie en de 2 kinderen niet wat er met Jan was gebeurd. Al die tijd stond er voor hem in huis een grote stenen mok klaar. Als Jan thuiskwam, moest hij veel melk drinken om aan te sterken. Tot er op een dag een man van het Rode Kruis op de stoep stond met Jan z’n portemonnee en trouwring. Dat kan vlak na het einde van de oorlog zijn geweest, maar ook 5 jaar later. Jan werd pas op 3 juni 1950 uitgeschreven uit de burgerlijke stand in Woerden.