Tekst Johan Kroes
Foto Archief

75 jaar vrouwen bij Defensie

In 1944 treden de eerste vrouwen in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. Ze werken dan als bijvoorbeeld verpleegkundige, typiste of boekhoudster. Eind jaren 70 mogen vrouwelijke militairen ook varen, vliegen en vechten en sinds de jaren 90 voert Defensie een actief beleid om vrouwen te werven en te behouden. In deze rubriek komen de dames aan het woord die ervoor gezorgd hebben dat het na 75 jaar heel normaal is dat er vrouwen bij Defensie werken. In deze editie vertelt Esmée van Wijk haar verhaal, die alles opgaf om infanterist te worden.  

Ze verkocht haar paard, zette haar relatie op het spel en zegde een mooie baan als tandartsassistente op. Met een behoorlijk risico dat haar opleiding tot infanterist zou mislukken. Dat ze na 26 weken haar baret mocht ontvangen ziet Esmée als 1 van de hoogtepunten in haar prille loopbaan bij de landmacht. Eenzaam was het als enige meisje soms wel. 

Afzien

Op een dag zette haar buurjongen een militaire boogtent op. Esmée weet het nog goed. De typische geur van die tent, de groene spullen, het vlekkenpak; het had voor haar iets magisch en alles binnenin haar riep dat ze later militair wilde worden. 

‘Bij de infanterie helpt het niet om preuts te zijn’

Toch ging ze eerst aan de slag als tandartsassistentie. Maar in 2016 kon ze de drang niet langer weerstaan. Esmée meldde zich in Assen voor de ‘Manoeuvre Functie Opleiding’. Ofwel: 26 weken afzien om infanterist te worden. Een opleiding waarbij doorgaans de helft van de cursisten de eindstreep niet haalt. Esmée liep het risico om uiteindelijk met lege handen te staan. Dat bleek een goede motivatie op momenten dat ze het zwaar had. 

“Ik moest het halen, anders was alles voor niks geweest. Ook wilde ik absoluut niet dat de mannen zouden zeggen dat ik het niet aan kon. De warme zomerdagen maakten de opleiding zwaar. Na iedere bivakweek was ik blij dat het weekend was en dat ik nog steeds in de opleiding zat.”

Soldaat Esmée laat zich niet zo snel afschrikken.

Eenzaam

Dat Esmée het enige meisje was maakte het niet makkelijker. “Het was best eenzaam. Ik sliep alleen op een kamer en hoorde er vaak niet echt bij. Je merkt dat die jongens geen zin hebben om een meisje erbij te hebben. Tijdens bivak had ik vaak geen buddy.”

‘Naaktposters? Laat toch lekker hangen’

Over het bewegen in mannenomgeving is Esmée daarentegen nuchter. “Omkleden tijdens bivak? Gewoon in het zicht van de anderen. Bij de infanterie helpt het niet om preuts te zijn.” Seksueel getinte opmerkingen? Ja, dat komt voor vertelt ze. “Maar ze krijgen gewoon een grote scheur terug. Ik zie het als compliment dat ik er goed uit zie” En naaktposters? “Laat ze die toch lekker hangen, dat boeit me allemaal niet.”

‘De opleiding was zwaar. Telkens was ik blij dat de bivakweek erop zat en dat ik nog steeds in de opleiding zat.’

Opleiding

Het was voor Esmée een groots moment toen ze haar baret kreeg, waarna ze aan de slag ging bij 45 Pantserinfanterie Bataljon in Havelte. Het werken met alleen maar mannen bevalt haar nu uitstekend. “Heerlijk! Ze zeggen waar het op staat en zijn recht-door-zee. Vrouwen onder elkaar kunnen heel venijnig zijn.” 

‘Dit werk verandert je’

Toch gaat ze binnenkort starten met een vooropleiding tot algemeen militair verpleegkundige. “Bij de infanterie kun je als vrouw lastig doorgroeien en fysiek ga ik dit niet 30 jaar volhouden. Als verpleegkundige heb ik ook veel meer kans om op uitzending te gaan.”

En haar relatie? Nee, die heeft het anderhalf jaar na haar opleiding tot infanterist niet overleefd. “We waren uit elkaar gegroeid. Dit werk verandert je. Je wordt er harder van. Maar inmiddels heb ik een relatie met een oud-collega. Doordat we beide militair zijn, zitten we veel meer op 1 lijn.”

In de volgende Defensiekrant het verhaal van Astrid Visser-Brokke van de luchtmacht. Zij was de 1e vrouwelijke instructeur bij de Luchtmacht Elektronische en Technische School.