Tekst ritmeester Arthur van Beveren
Foto NIMH & sergeant-majoor Hille Hillinga

Koning Willem III-kazerne

Nederland telt 50 actieve kazernes. Vroeger waren dat er nog veel meer. Achter elke kazernenaam schuilt een verhaal. Van bijzondere architectuur, een historische gebeurtenis tot een heldhaftig militair. In de rubriek ‘achter de wacht’ gaat de Defensiekrant op zoek naar die verhalen. De Koning Willem III-kazerne in Apeldoorn is het opleidingscentrum voor de Koninklijke Marechaussee.

Aan de westrand van Apeldoorn ligt een militair complex met een rijke historie, die wordt bewaakt en gekoesterd door de marechaussee. Precies een jaar voor de oorlog, op 10 mei 1939, nemen het 1e Regiment Huzaren Motorrijder en het 2e Regiment Wielrijders de kazerne in bezit. Kantine, keukengebouw en het bijzondere banaanvormige garagegebouw moeten dan nog gebouwd worden.

Van de opening in 1939 zijn unieke kleurenfoto’s bewaard gebleven, die amateurfotograaf Jan Stokking maakte. Generaal-majoor baron van Voorst tot Voorst loopt richting het spreekgestoelte. (Foto: J. Stokking/CODA Apeldoorn)
Burgemeester Quarles van Ufford van Apeldoorn zette zich in om de kazerne naar zijn stad te krijgen. “Een sieraad voor Apeldoorn”, noemt hij de legerplaats. (Foto: J. Stokking/CODA Apeldoorn)

Geslaagd geheel

Met de grote aanwas van dienstplichtigen door de nieuwe mobilisatiewet van 1938 stampt de krijgsmacht in korte tijd meerdere kazernes uit de grond. Apeldoorn krijgt een garnizoen. De stad, die niet bekend is met militaire aanwezigheid, kijkt zijn ogen uit naar de honderden geüniformeerden die te voet, fiets en motor door de stad trekken. Over de hekken kijken burgers mee hoe burgemeester Quarles van Ufford voor het eerst de Nederlandse driekleur hijst op het ‘ultramoderne’ kazerneterrein. “Wat de ene deskundige mooi noemt, wordt door een ander foeilelijk genoemd”, reageert kapitein der genie Janssen bij zijn overdrachtsspeech over het moderne karakter van de gebouwen. “Of die stijl mooi is, kan het thans levende geslacht niet beoordelen.”

Duitse militairen van de luchtmacht krijgen hun opleiding in de oorlogsperiode op de Koning Willem III-kazerne. (Collectie Fred Klijndijk)

Gevangenis

Lang genieten van de moderne architectuur hebben de huzaren en wielrijders niet kunnen doen. De motorrijders verplaatsen 2 weken voor het begin van de oorlog naar de omgeving Wassenaar om als mobiele reserve tegen luchtlandingstroepen te dienen. De militairen te fiets worden ingezet op het eiland van Dordrecht. Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers vroeg in de morgen Nederland binnen. Een dag later trekken ze Apeldoorn binnen en nemen bezit van de kazerne. Militairen van de Luftwaffe en Waffen-SS krijgen er gedurende de oorlog hun training. Vanaf de zomer van 1944 strijkt een groep leden van de Sicherheitsdienst er neer. In de cellen van het wachtgebouw sluiten ze tot het eind van de oorlog honderden Nederlandse verzetsstrijders op.

De cellen, die waren bedoeld voor militairen met tuchtstraffen, werden door de Duitsers gebruikt voor opgepakte verzetsstrijders.
Een van de legeringsgebouwen heeft de naam van de Schotse militaire arts dr. Graeme Warrack gekregen, als herinnering aan de periode eind 1944 dat hier het Airborne Military Hospital was.

Ziekenhuis

Of het niet druk genoeg op de kazerne is, komen eind september bijna 1.800, bij de Slag om Arnhem gevangen genomen, Britse en Poolse gewonde militairen naar Apeldoorn. Na hun behandeling gaan ze per spoor door naar krijgsgevangenkampen in Duitsland. Kolonel dr. Graeme Warrack, commandant van het tijdelijke ziekenhuis, heeft daar geen zin in. Hij weet zich 2 weken te verbergen in een holle ruimte boven zijn werkkamer. Wanneer hij ontdekt dat de kazerne grotendeels verlaten is, gaat hij er vandoor. Met hulp van het verzet weet hij het bevrijde deel van Nederland te bereiken. Gevangen Nederlanders hebben minder geluk. 5 dagen voor de bevrijding executeren de Duitsers nog 12 gevangenen uit de cellen van de kazerne.

Prinses Beatrix bezoekt in juli 1956 het Depot van de Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn.

Marechausseegrond

Vanaf 1946 wordt de kazerne echte marechausseegrond wanneer de eerste dienstplichtigen zich melden. Eerst nog gedeeld met landmachteenheden, wordt de KWIII later het opleidingsinstituut voor de Koninklijke Marechaussee. Er verrijzen verschillende nieuwe gebouwen. In 1991 nog, sloopt Defensie het monumentale kantinegebouw met ketelhuis om plaats te maken voor een zielloos restaurant. In de recente opknapbeurt is daar een modern ogend pand van gemaakt, met een oefenruimte voor het Orkest Koninklijke Marechaussee.

Het 190 meter lange gebogen garagegebouw is volledig heringericht en heeft in de kelder een sportzaal, schietbaan en speciale trainingsruimtes.

Grote verbouwing

80 jaar later is bijna iedereen het er over eens dat de Koning Willem III-kazerne een bijzonder exemplaar is. “Bouwen aan de toekomst met respect voor het verleden” was dan ook de opdracht van de toenmalige Commando DienstenCentra, het huidige DOSCO, bij de start van de renovatie en uitbreiding eind 2009. Sindsdien zijn oorspronkelijke gebouwen in oude luister hersteld en voldoen ze tegelijkertijd weer aan de eisen van de 21e eeuw. Op een aantal toiletgebouwtjes en het grote kantinegebouw uit 1940 na, ziet de kazerne er weer uit als tijdens de oplevering vlak voor de oorlog. Contrasterend of juist minimaal zichtbaar zijn gebouwen toegevoegd waarvan het nieuwe multifunctionele lesgebouw over een jaar gereed moet zijn. En net als in 1939 zullen de meningen over de stijl sterk verschillen. Een echt oordeel kan pas over tientallen jaren worden gegeven.

Het nieuwe transparante lesgebouw. Vanuit de centrale hal kijk je de geschiedenis in. (Foto: Matthijs Remmers)